‘God is algenoegzaam (voldoende) in zichzelf om al Zijn verlan-
gens tot stand te brengen. Als Hij onze medewerking verlangt,
of van onze diensten gebruik maakt om Zijn plannen te bevor-
deren, dan is dat alleen uit Zijn gunst. Niet omdat wij iets te
bieden hebben wat Hij per se moet gebruiken, of niet zonder kan.
Hij plaatst eerst in ons wat Hij later van ons vraagt.
Zo zijn wij instrumenten in Zijn hand, gemaakt door Hem om ons
te gebruiken zoals Hij dat wil.’
Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz.24