Woord vandaag

‘Zeg, heb jij weleens gehoord van Hebreeuws en Grieks denken?’

Ja, er wordt beweerd dat de gelovigen in het Westen -zonder het
te beseffen- een Griekse manier van denken hebben.
Kort gezegd komt het erop neer, dat het bij Grieks denken o.a. gaat om
alles in deelgebieden op te delen, in schema’s te vatten en dergelijke.
Heel erg precies bezig zijn en gericht zijn op feiten.
Dat heeft volgens de Hebreeuws denkenden invloed op hoe je de bijbel
ziet en uitlegt.

‘Maar hoe kijkt een Hebreeuws denkende dan tegen de Schrift aan?’

Terwijl de Grieks denkende één kant belicht of wil zien, zal een
Hebreeuws denkende verschillende kanten belichten. In de christe-
lijke wereld wordt gesteld dat je God leert kennen door meer over
Hem aan de weet te komen in de Bijbel, terwijl een Hebreeuws denkende
zal zeggen dat je de feesten van Tenach moet vieren om God te leren
kennen.

‘En wat nog meer?’

Een Grieks denkende is gericht op het onzichtbare (scherp gesteld) en
een Hebreeuws denkende op het zichtbare, het aardse. Hij ziet zichzelf
als Gods partner, de schepping is goed, mag je van genieten en aan mee-
werken. Je kan veel goeds doen. De Griekse denker in het christendom
ziet de mens als zondig en die kan alleen door genade behouden worden.
De Joodse denker ziet dat hij zelf over de zonde kan heersen en het
goede kan kiezen (Genesis 4:7).

‘Het Hebreeuwse denken is dus anders.’

Er wordt soms gesuggereerd, dat je als Hebreeuws denkende anders, dus
beter, de Bijbel begrijpt en ermee leeft. Soms wordt van de Griekse denken-
de gezegd dat hij groot en dik van gedachten is (‘big fat greek mind’) en
dat hij er in de praktijk weinig van bakt. Dit wordt erg vanuit Messiaans-
Joodse hoek gebracht. In het kielzog daarvan komt de Thora van Mozes als
levensstijl bepalend naar voren. Men moet eigenlijk onder de Mozaïsche
Thora gaan leven.

‘Dat is volgens Paulus toch niet het geval?’

Nee, en dat is op deze plaats al vele malen naar voren gebracht. Als we
even goed kijken, kom je nergens in de Schrift tegen, dat je eerst He-
breeuws moet denken om de Schrift goed te kunnen lezen en te leven.
In Handelingen kom je wel uitdrukkingen tegen als ‘Hebreeuwsspre-
kenden’ en ‘Griekssprekenden’, maar dat is een culturele kwestie.
Morgen denken we hier verder over na!

Woord vandaag

‘He, wat bedoelde jij gisteren met ‘de grote verdwijntruc’?

Dat is dat men door allerlei redeneringen het lichaam van Christus
weer uit de hemelen laat verdwijnen en op aarde laat landen. Een
onjuiste uitleg van het begrip ‘parousia’ (komst, aanwezigheid) ligt
daaraan ten grondslag. Er zijn al vele pogingen gedaan de bazuin van
God uit 1 Thessalonicenzen 4 weg te redeneren dan wel te ontkennen;
maar het staat er en we gaan de Schrift niet veranderen.

‘Maar ook hiervan zegt men: het staat er wel, maar je moet het anders
lezen of anders opvatten.’

Vooral het woord ‘opvatten’ klinkt in dat verband wat intellectueler,
want de een heeft die opvatting en de ander die. Het is in de regel eigen
wijsheid of men praat elkaar na. Heeft weinig met echt geloof te maken.
Gewoon lezen wat er staat, geloven wat er staat en je hebt wat er staat.

‘Jawel, en dan is de meest eenvoudige gelovige wijzer dan de wijsheid
van de wereld bij elkaar.’

God zet de wijsheid van de wereld te kijk en daarmee aan de kant. Hij
schuift het weg, die opvattingen. De wijsheid van deze wereld is immers
dwaasheid bij God. Hij vangt de wijzen in hun arglistigheid, staat er. Let
op dat -arg- (dat is: erg) en het -listig- ; er ligt dus een zekere list of sluw-
heid aan ten grondslag. Het komt van de oude slang.

‘Die heeft toch al heel wat mensen op het verkeerde been gezet.’

Als je Genesis 1-3 bestudeert, en je let goed op, dan kan hij je niet meer te
grazen nemen (ook wel een aardige uitdrukking in dit verband), want je
eet het juiste voedsel: Gods woord met als spits de brieven van Paulus.
Daarin flonkert de diamant genade en schittert aan alle kanten; daar
kan geen religie tegenop. God is liefde en verzoent je, jij hoeft dat niet te
doen; Hij deed en doet dat!


Woord vandaag

‘Die hemelse verwachting, waarom wordt daar zó weinig over geleerd?’

Men wil wat Paulus schrijft ‘anders opvatten’. Of men reageert met: ‘ja,
dat staat er wel, maar dat moet je zo niet lezen’. Of: ‘Paulus bedoelde het
eigenlijk anders dan hij schreef.’ Of men past de grote verdwijntruc toe,
door te beweren, dat wij een schouwspel zullen zijn voor de hemelingen
terwijl wij op aarde zijn in de komende eonen.

‘Maar dan heeft de verandering van ons lichaam toch helemaal geen zin?’

Precies! Als dat laatste waar zou zijn -wat niet het geval is- dan zouden er
twee groepen mensen in het aardse koninkrijk der hemelen rondlopen:
degenen die net zo’n heerlijkheidslichaam hebben als de Heer nu zelf heeft
en degenen die een aards lichaam hebben gehouden. Men zou echter de
enorme heerlijkheid die de leden van het lichaam van Christus hebben,
niet eens kunnen verdragen. Waarom een hemels lichaam als je toch op
aarde blijft?

‘Het is volstrekt onlogisch inderdaad. En ze moeten heel wat teksten naar
hun hand zetten.’

Ja, maar men wil kennelijk per se op aarde blijven. Overigens ontstaat er
dan een gespannen situatie met Israël. Want dat volk is een priesterlijk
koningsvolk. Zij zullen koningen en priesters op aarde zijn met een enorme
opdracht voor de volkeren. Daar speelt het lichaam van Christus geen rol in.
Denk je dat dat wel zo is, dan komt de oude slangenkuil van de vervangings-
theologie weer om de hoek kijken.

‘Dus moet het lichaam van Christus wel een hemelse bediening hebben.’

Anders loop je hopeloos vast. Waarom wordt dat lichaam dan speciaal
geroepen in een beheer (huishouding, oikonomia), dat verborgen was
in Tenach (OT), en waarvoor God speciaal een aparte apostel (Paulus)
roept? Deze unieke roeping werd door de studies van broeder A.E. Knoch
opnieuw bekendgemaakt. Lang onder het stof gebleven, want de kerk
was druk bezig met het verwerven in stand houden van aardse macht.
Dat de hemelse bediening in het Joodse, Messiaans-Joodse en christe-
lijke denken en geloven onbekend is, wil nog niet zeggen dat het niet
waar is! Want dit geldt ook voor het feit, dat God Redder van alle mensen
is. Men bestrijdt dat, terwijl het wel waar is!

Woord vandaag

‘We kijken naar Paulus voor duidelijkheid?’

Karl Barth en Jan Bonda deden dat en raakte ervan overtuigd, dat God
de Redder van alle mensen is. Ook Origenes (oude kerkvader) geloofde
dat en werd daarna systematisch verguisd in de kerk. Toch duurde het
tot 553 AD, voordat men de straf voor de goddelozen als eindeloos ging
leren als dogma. Gebeurde door toedoen van keizer Justinianus.

‘Voor hem wees Augustinus toch ook in die richting?’

Ja, en Augustinus heeft nog steeds veel te zeggen aan de theologen, meer
dan Paulus denk ik weleens. Als we de theologische dogma’s eens aan de
kant schuiven en kijken wat Paulus werkelijk onderwees, dan kun je er
niet omheen, en tegelijk ben je niet populair. Paulus werd ook door zijn
eigen broeders zelfs verworpen. Men keerde zich van hem af.

‘Het is fijn om ons te verheugen in wat hij schreef.’

Ja, dat is heerlijk en voor velen zeer lastig. Of hij is (te) moeilijk, dat schrijft
Petrus, die hem wel erkende als ‘onze geliefde broeder Paulus’ en erkende,
dat hij schreef met een bijzondere wijsheid. Hij maakte de verborgen wijsheid
van God bekend. Daar hadden de Corinthiërs grote moeite mee en aan hen kon
hij nauwelijks iets kwijt over de hemelse dingen. Hij wijst er in 1 Corinthiërs 15
wel even op, als hij spreekt over het heerlijkheidslichaam dat de gelovigen zul-
len ontvangen.

‘Later in zijn tweede brief spreekt hij ook over de nieuwe schepping.’

Jawel, maar eigenlijk komt hij niet veel verder dan dat. Pas in Efeziërs gaat hij
de grote waarheden voor het lichaam van Christus bekendmaken, een hemelse
toekomst en een unieke bediening voor het gezamenlijk-lichaam. Dat laatste is
wel hetzelfde als het lichaam van Christus uit de Corinthe-brieven en Romeinen.
Het wordt in Efeziërs 3:6 als zodanig aangeduid, om te laten zien dat in het
lichaam van Christus gelovigen uit de volkeren en uit Israël één zijn op gelijk
niveau. Ook dat is weer overstromende genade voor alle gelovigen!

Woord vandaag

‘Het is een geweldige waarheid, dat God de Redder van alle mensen is.’

Dat is een van de meest geweldige waarheden van de heilige Schrift. Het is
onloochenbaar, niet te ontkennen; het staat er. Niet alleen in 1 Timotheüs
4:10, maar er zijn vele andere Schriftplaatsen die dit bevestigen en leren.
Alleen satanische en menselijke theologie wil anders. De boodschap van
genade voor allen is écht evangelie. Ieder, die daaraan afdoet, ontkent de
heerlijkheid van God als Redder.

‘We zijn weer duidelijk vandaag?’

Zeker, het kan niet ontkend worden; God ís de Redder van alle mensen. Wat
een geweldige boodschap is dat! En die-en-die dan? Wordt die ook gered?
Ja, wat is er mis mee? Is het werk van Christus onvoldoende? Wordt er iets
van de mens verlangd? Nee toch! Het is volbracht, zei Hij. Toen was het ook
gedaan. Genade die overstroomt maakte Paulus bekend, en ook daarin is Hij
uniek. Petrus en de anderen spraken wel van genade, maar niet van over-
stromende genade. Dat doet alleen Paulus.

‘Het is niet te ontkennen, het staat in Romeinen 5.’

Er wordt niet zo vaak gepreekt uit Romeinen 5. Romeinen 3 en 4 nog wel,
want daar gaat het om het geloof van Abraham, en het door velen wegver-
taalde en weggeredeneerde geloof van Jezus Christus. Maar in Romeinen
5 gaan we terug naar Adam, en dan komt de hele christelijke theologie in
verlegenheid
. Paulus sprak in Romeinen 4 over genade (zie vers 16),
maar in Romeinen 5 over overstromende genade (vers 20). Want daar
gaat het om de rechtvaardiging tot in het leven van heel de mensheid!

‘Ja, heerlijk om dat te lezen, wat is dat toch geweldig he.’

Karl Barth spreekt Paulus na in zijn uitleg van de Romeinenbrief en leert
ook de redding van heel de mensheid. De theologen in grote verlegenheid,
want Barth was een groot theoloog en kon niet zomaar 1-2-3 tegengespro-
ken worden. Er ontspon zich een debat over ‘de rol van de mens’ in dat
geheel. Want Barth merkte terecht op, dat de verdienste van Christus groot
genoeg was voor heel de mensheid, zodat de overvloed van genade groter
is dan de gezamenlijke zonde(n) en overtredingen en krenkingen van de
mensheid! Dat leerde Barth (aan de voeten) van Paulus, de grote leraar
van de natiën, die zichzelf ook gered wist door overvloeiende genade!