Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Mooi uitzicht hebben we.’

Gods woord zelf geeft uitzicht op een
geweldige toekomst. God, Die Redder
van alle mensen is, heeft Zijn Zoon uit
de dood opgewekt. Dat is de verzeke-
ring voor heel de mensheid. Paulus
geeft aan Timotheüs de opdracht:

beveel en leer dit

‘Dat God Redder van allen is?’

En de woorden die in 1 Timotheüs 4:
9-11 staan zijn zo duidelijk:

want hierom arbeiden wij en worden
gesmaad, dat wij ons verlaten op:

de levende God, Die Redder van alle
mensen is, inzonderheid van gelovigen

Alle gelovigen van nu zijn zich bewust
van hun redding – door geloof, waarbij
geloof géén werk is. En de levende
God is Redder van alle mensen!

‘Prachtboodschap.’

Nou en of. En daarbij staat, uitdrukkelijk:

beveel en leer dit.

Dat was zo, omdat in de tijd waarin dit ge-
schreven werd er allerlei heidense leringen
waren. En daarin een slecht voortbestaan
na de dood – als je je onvoldoende goed
gedragen had. Een (soort) eeuwige hel.
Zo’n lering van eeuwige verlorenheid van
ongelovigen bestond in de eerste honder-
den jaren binnen de christenheid niet.

‘Het werk van Jezus Christus voldoet.’

God is Redder, Hij zal niet rusten tot-
dat alle mensen gered zijn en tot er-
kenning van de waarheid zijn geko-
men. Het vervolg maakt dat helder:

want er is één God en één Middelaar
tussen God en mensen, een Mens
Christus Jezus, Die Zichzelf geeft als
overeenkomstig losgeld voor allen
-het getuigenis in de eigen era’s-

‘Wat een getuigenis!’

Die ene God, heeft Zijn eigen Zoon
als Middelaar gegeven en Hij heeft
Zichzelf als losgeld gegeven. Niet al-
leen voor uitgekozen mensen, die nu
geloven. Maar voor allen.
Vandaar dat Hij kon uitroepen:

het is volbracht!

Hij stierf aan het kruis en Vader wek-
te Hem op. Op die derde dag. Als ge-
tuigenis, dat het genoeg was. Hij, de
Ene, stierf voor allen.

‘Zo worden allen gered.’

In de Bijbel is het zo, dat alles wat
verloren is gevonden wordt. Allen die
verloren gaan (Johannes 3:16), zullen
weer gevonden worden.
De dood zal als laatste vijand niet in
staat blijken degenen die daarin zijn,
vast te houden. Die zal buiten wer-
king gesteld worden en dat zal voor
iedereen leven betekenen, zonder
einde. Wat een heerlijkheid!

‘Goed om zo’n bekende tekst te zien.’

Het evangelie dat nu klinkt, begint
met de dood, begrafenis en opstan-
ding van de Heer Jezus Christus. Dat
lezen we in 1 Corinthiërs 15:1-3.
Het evangelie houdt in, dat God al
de eer krijgt. Paulus geeft daarover
aan zijn opvolger het nodige door.

‘Timotheüs?’

In 1 Timotheüs 2:3,4 lezen we:

dit is goed en welgevallig voor God,
onze Redder, Die wil dat alle mensen
gered worden en tot erkenning van
de waarheid komen

Deze evangelisatietekst wordt vrij-
wel niet gebruikt in evangelisatie.
Het goede nieuws is, dat waar het
gaat om alle mensen, over God ge-
zegd wordt, dat Hij Redder is.

‘Heel fijn, ik ben er blij mee.’

Kijk, God wil dat alle mensen gered
worden en tot erkenning van de
waarheid komen. Hij is niet in staat,
-volgens velen- om dat doel te berei-
ken. Maar Hij bereikt het wel: het is
volbracht zei de Heer aan het kruis.
Daarmee gaf Hij de garantie af dat
Gods wil bereikt gaat worden!

‘Je eindigde gisteren met de nieuwe aarde. Dat
het hier op deze oude aarde het nog 1000 jaar
duurt, is duidelijk.
Maar hoe lang duurt dat op de nieuwe aarde?’

Moeilijk te zeggen. In principe spreken we ook
hier nog over een aioon (eon). Dit is de afsluiten-
de, de vijfde. Mooi, 5 is in de Schrift het getal van
genade en –meer nog- van verborgen, geestelijke
‘dingen’. De tijd is in principe zonder einde, maar
de situatie zoals door Johannes beschreven in
hoofdstuk 21 en 22 van Openbaring zal nog wij-
zigen. De tweede dood (de poel van vuur) wordt
nog opgeheven (1 Corinthiërs 15:26).

‘De bomen van het leven zijn daar toch?’

De bladeren van het geboomte des levens zijn
tot genezing van de volkeren, en dat proces zal
ook eens voltooid zijn. De muren die dan rond
het nieuwe Jeruzalem staan, zullen weggedaan
worden, omdat zo’n afscheiding niet past bij een
verzoende mensheid. Verder regeert daar het
Lam samen met Israël over de volkeren. Er komt
een tijd, dat regeren niet meer hoeft (1 Corinthiërs
15:24,25). Heerschappij zal eens eindigen. Het
zal leiden tot onderschikking van de volkeren aan
Christus en Hij zal zich op zijn beurt onderschik-
ken aan God. God zal alles in allen zijn.

‘De nieuwe aarde zoals door Johannes beschre-
ven is nog niet de eindtoestand. Maar, hoe lang
duurt het tot de 1000 jaren?’

De nieuwe aarde als zodanig zal wel blijven bestaan,
het is deel van de eindeloze nieuwe schepping.
Hoe lang het nog duurt voordat het aardse koninkrijk
van Christus begint, is moeilijk te zeggen. Daarvoor
moet nog wel wat gebeuren. Maar is geen kwestie
van honderden jaren meer. Hooguit, als je mij vraagt
in 2016, duurt het nog enkele (tientallen) jaren.
De laatste 7 jaar uit de profetie van Daniël 9:24-27
moet nog plaatsvinden. Daarna zal nog zekere tijd
verlopen, want ook de volkeren zullen de veront-
waardiging van God ervaren. Daarna komt de dag
van IEUE, de duizend jaren, dan zullen Israël en de
volkeren de shalom (welzijn) die de Messias Jezus
geeft, ervaren. Eindelijk rust.

‘Ik ben meer met Johannes 3:16 bezig, het gaat
meer leven.’

Goed om te horen. Je ziet, dat die tekst echt gaat
spreken als je weet in welk verband die staat en
wat de bedoeling ervan is.

‘Dat eeuwig leven, het moet gaan om leven in het
koninkrijk van God op aarde. Dat kan niet anders.

Het woord, dat met eeuwig is vertaald, is aioonion
(Nederlands: eonisch) en dat heeft altijd met tijdper-
ken te maken. Het  woord eeuwig is
strikt genomen ‘behorend tot de eeuw’.
De Bijbel kent vijf tijdperken of eeuwen (eonen).

Hieruit volgt, dat het eeuwige leven betekent: leven
in de eeuw/aioon/eon op aarde, in het koninkrijk van
God. De gelovige van nu heeft deze toekomst niet;
voor de leden het lichaam van Christus wacht een
toekomst met Hem te midden van de hemelsen!

‘Ja geweldig, zo begrijp je wat je leest. En de ver-
warring is: men denkt dat Johannes 3:16 over het
naar de hemel gaan spreekt.’

Dat terwijl het woord ‘hemel’ niet genoemd wordt.
De Heer spreekt juist over aardse dingen (vers 12),
dat geloofden de meeste Joden niet. Daarom kun
je niet anders: het gaat hier om het aardse koninkrijk
van God. Over de Heer wordt ook gesproken als
‘de Zoon des mensen’, de Ben-Adam, die alle rech-
ten op het koningschap over de mensheid heeft.

‘En hoe ziet dat aardse koninkrijk er dan uit? Hoe
lang duurt dat? Wanneer begint het?’

In elk geval duurt het op de oude aarde 1000 jaren,
zie Openbaring 20:1-7. Daarna komt een nieuwe
aarde, ook dat is het koninkrijk van God.