Woord vandaag

‘Waar we het gisteren over hadden hoor je bijna nooit. Maar het lijkt
wel voor de hand te liggen.’

We beseffen nauwelijks, wat het betekent dat in Efeziërs 1 staat, dat wij
het complement zijn van Hem, die het al in allen compleet maakt. Al wat
ontbreekt zal door Hem compleet gemaakt worden. Als Israël en de na-
tiën op de nieuwe aarde nog geen besef hebben van de grote waarheden
uit het paulinische evangelie, dan is er veel wat ontbreekt op geestelijk
gebied. Dat zal Christus Jezus mét Zijn lichaam samen aanvullen.

‘Ja wat bijzonder. Je denkt bijna nooit na over deze dingen, als gelovige.’

En dan moet dat evangelie bekendgemaakt worden. Als de vervulling van
het evangelie van de Besnijdenis op de nieuwe aarde tot zijn hoogste punt
is gekomen, dán zal het paulinische evangelie gepredikt moeten worden,
opdat de mensheid kan toegroeien naar de volkomenheid van de ware,
nieuwe mensheid met Christus als Hoofd!

‘Is geweldig, maar Johannes zegt er niets over in Openbaring 21 en 22.’

Petrus schrijft, dat hij enige ‘dingen’ uit de brieven van Paulus moeilijk te
begrijpen vindt en zegt dat in verband met de toekomstige dingen zoals
nieuwe hemelen en een nieuwe aarde. Het woord ‘enkele’ of ‘enige’ wat
Petrus gebruikt, is onbepaald. Het kan ook ‘heel wat’ inhouden. In elk ge-
val stelt Petrus zich heel wat broederlijker ten opzichte van Paulus op dan
veel christenen, die op hun beurt graag Petrus willen volgen! Nou, als je
dan Petrus wil volgen, verdiep je dan eens in wat Paulus écht schrijft! 

Woord vandaag

‘Men verwacht dat men naar de hemel gaat na het sterven, maar dat
wordt vreemd omschreven.’

Als je leest en hoort hoe men over de verwachting na dit leven spreekt,
dan beschrijft men wat als de hemel wordt gezien, de nieuwe aarde.
En het nieuw Jeruzalem. Daar wordt dan in koorzang over gezongen, als
je dat op TV ziet in zangprogramma’s. Men denkt dan aan het zwaaien
met palmtakken alsof op de nieuwe aarde voortdurend een van de fees-
ten van Ieue wordt gevierd. We hebben een geweldige verwachting, die
in Efeziërs heel anders beschreven wordt!

‘Ja de liederen die zoal gezongen worden, getuigen van heel andere
toekomstbeelden.’

De verwachting is, dat de gemeente, het lichaam van Christus, een heel
bijzondere bediening heeft. Christus Jezus heeft de bediening van genade
voor de gemeente en uiteindelijk voor allen. De gemeente heeft deel aan
de bediening van genade, zoals in Efeziërs 2:6,7 blijkt. De overstijgende
rijkdom van Zijn genade tentoonspreiden aan de hemelse machten en
krachten en uiteindelijk via Israël aan de mensheid. Wij zijn immers het
complement van Hem die alles in allen compleet maakt!

‘Wacht even, omdat wij Zijn complement zijn –wij maken Hem dus com-
pleet- hebben wij voor heel de schepping betekenis?’

Wij hebben deel aan Zijn bedieningen, omdat wij lichaam van Hem zijn.
Hij heeft ook de bediening van leven en onverderfelijkheid, zoals blijkt
uit 2 Timotheüs 1:10, dat Hij de dood buitenwerking stelt en leven en
onverderfelijkheid aan het licht brengt door het evangelie waartoe Paulus
werd aangesteld als heraut, apostel en leraar van de natiën. Wij zullen
dat evangelie verder in het universum bekendmaken, in de nieuwe schep-
ping. Daarin wordt Israël gaandeweg ingevoerd in het paulinische evan-
gelie van rechtvaardiging, verzoening en genade. En Israël zal dat uitein-
delijk doordragen aan de natiën. Israël ontvangt die boodschap daar van
de gemeente, het lichaam van Christus. Dat kan niet anders!

Woord vandaag

‘Wie zijn dat eigenlijk, soevereiniteiten en gevolmachtigden?’

We hebben daar niet een duidelijke omschrijving van in de Schrift,
we kunnen uit tekstverbanden en woordbetekenis iets afleiden. We
hebben echter geen idee hoe ze er uitzien. Soevereiniteit lijkt te wij-
zen op de hoogsten in rang van de hemelse machten en krachten.
Net zoals op aarde dat onderscheid gemaakt wordt, zo ook te mid-
den van de hemelingen. Het is een onthulling, die we bij Paulus lezen.
Kennelijk is te midden van de hemelingen sprake van rangorde.

‘De gevolmachtigden vallen dus onder de soevereiniteiten?’

Dat doet het woord ook vermoeden. Gevolmachtigden hebben een
zekere volmacht om dingen te doen. Ze worden als het ware gestuurd
door hogere machten. Net zoals Saulus destijds een zekere volmacht
had van het Sanhedrin (de hogepriester) om gelovigen op te sporen en
gevangen te nemen, zo hebben hemelse gevolmachtigden hun autoriteit
van de hogeren gekregen. Welnu, aan deze zeer hoog geplaatsten te
midden van de hemelingen wordt de veelvuldige wijsheid van God be-
kendgemaakt door de uitgeroepen gemeente. Dat is al zo’n 2000 jaar
geleden begonnen en duurt voort, nog steeds!

‘Het is bijna ongelooflijk, dit.’

We zouden wel acht slaan op wat Paulus allemaal schrijft. En bidden
om een geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem. Opdat
we iets van deze dingen mogen bevatten. We zullen straks boven, in alle
volheid, als complement van Christus, de veelvuldige wijsheid bekend-
maken op grote schaal aan deze hemelingen. En we zullen de overstij-
gende rijkdom van Gods genade tentoonspreiden in de komende eonen.
Wat een toekomst wacht ons. Niet alleen deze twee categorieën, maar
ook andere hemelse machten zullen wij bereiken. Vijandige machten,
die het nu met vurige pijlen op ons schieten. Laten wij daarom heel de
wapenrusting van God aandoen!   
  

Woord vandaag

‘Dus in het beheer van het geheimenis roept God de gemeente uit?’

Dat is wat we zien. Het lichaam van Christus was al uitgekozen in
Hem voor de nederwerping van de wereld. Geen andere groep heeft
zo’n achtergrond. Israël, daar wordt dat niet van gezegd. En daar
heel sterk meer verbonden: de gemeente die het koninkrijk op aar-
de binnengaat, evenmin. Dat is die gemeente, die in Mattheüs 16
genoemd wordt. Velen zien dat als slechts 1 groep, maar later blijkt
met Paulus een nieuwe lijn ingezet te worden.

‘God schept ook deze gemeente, want Hij schept alles, staat er.’

Ja, deze gemeente, het gezamenlijk-lichaam, is in Christus een nieuwe
schepping. Zij horen als eersten bij de nieuwe mensheid. In Hem zijn
wij uitgekozen. Daarom kunnen wij Hem danken, dat wij door Zijn
genade geroepen zijn en door Hem ingezet worden om Zijn veelvuldige
wijsheid bekend te maken aan de hoogsten in rang van de hemelse
machten en krachten! Het gaat ons denken en bevatten te boven, maar
het wordt van de gemeente gezegd!

‘Dat is dus onze heerlijke toekomst. Dat hangt niet af van ons succes
of van ons falen.’

De Vader zal dat door heel de gemeente heen uitwerken. Vanaf dat
Paulus dat schreef gebeurt het al. Als het evangelie bekend wordt ge-
maakt, als Gods woord -de waarheid- klinkt, dan is dat een bekend-
making. Paulus schrijft:

opdat nu door de uitgeroepen gemeente aan de soevereiniteiten en
gevolmachtigden te midden van de hemelingen de veelvuldige wijs-
heid van God bekendgemaakt wordt

Dat ‘nu’ betekent: van nu af aan. Het is in elk geval sinds het schrijven
van deze brief dat dat dat gebeurt.

Als mensen tot geloof komen en hun leven, dat voorheen in de vol-
macht van de duisternis was, in Gods licht komt, dan is dat ook een
bekendmaking van Gods wijsheid!

Woord vandaag

‘Het beheer van het geheimenis is deze tijd sinds de kruisiging en op-
standing van Christus?’

Paulus kondigt het af sinds hij gevangen zat in Rome. Misschien begon
daar strikt genomen dit beheer, omdat Israël toen als zegenkanaal tijde-
lijk opzij was gezet. Paulus haalt de ernstige woorden van  Jesaja 6 als
aanwijzing dat de deur naar het aardse koninkrijk dicht is gegaan. Zij
verwierpen het getuigenis van de heilige geest.
Tijdens het beheer van het geheimenis, dat vanaf de eonen weggehou-
den was in God, wordt het lichaam van Christus geroepen.
De roeping en redding van het gezamenlijk-lichaam van 
Christus heeft
te maken met wat tijdens de eerste eon gebeurde: de te
genwerker was
in opstand tegen God gekomen en sleepte een hele se
rie hemelse
machten met zich mee.

‘Ja is logisch. Na alles wat we al gelezen hebben in Efeziërs weten we
dat we bestemd zijn voor hemelse gebieden.’

En omdat in het vers dat we nu bekijken, van God gezegd wordt, dat
Hij alles schept, worden we teruggevoerd naar de schepping. En daar-
mee wordt dus iets groots gezegd van God. Hij schept alles. Goed én
kwaad. ‘Goede’ hemelse machten, maar ook de tegenwerker als tegen-
stander. Daar maakte God geen fout, want de tegenstander doet pre-
cies waarvoor hij geschapen werd: tegenwerken, dwarsbomen, zaken
traineren, struikelblokken voor geestelijke waarheden opwerpen, et
cetera. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.

‘Nou dan zal de gemeente die Zijn lichaam is wel aangevallen worden.’

Dat klopt. De gemeente wordt weggerukt van de aarde volgens 1 Thes-
salonicenzen 4:13-18 en komt in hun hemelse domein terecht. Dan
moet de tegenstander eruit gegooid worden.
Dat lezen wij dan ook in Openbaring 12, als de draak uit de hemel op
de aarde geworpen wordt. Dan (en pas dan) zal hij rondgaan als een
brullende leeuw, zoekend wie hij zal kunnen verslinden. Dus dat is nu
niet het geval! De tegenstander is in de hemel. Dat is wat merkwaar-
dig om te stellen, maar het is wáár. Wij zullen de hemelen bevolken
na de bazuin en daar Zijn vrede en verzoening bekendmaken!