Woord vandaag

‘Heerlijk, dat wij met die vrede van God in ons hart kunnen leven.’

Een situatie die vóór deze tijd van Gods genade, het beheer van het gehei-
menis (Efeziërs 3:9), niet kon. Vóór deze tijd regeerde in principe in Israël
de Thora en de Heer Jezus werd geboren onder de Thora (Galaten 4:4).
Men kon toen niet leven met de diepe volkomen vrede van God in het het
hart, omdat er altijd missers tussen kwamen. Het bloed van stieren en bok-
ken en eventueel van de jonge rode koe konden de zonden niet defenitief
wegnemen (Hebreeën 9:12,13). Daarom was er geen blijvende vrede.

‘Die kon er pas zijn door het kruis?’

Jawel. God maakte vrede in het bloed van Zijn (Christus) kruis (Kolossenzen
1:20). Diepe, blijvende, werkelijke vrede komt alleen van God, zoals alles
uit God is
. Pas ná de dood en opstanding van de Heer Jezus Christus is er

werkelijke blijvende vrede in het hart mogelijk. Deze vredesboodschap komt
bij Paulus zeer sterk naar voren. In de rest van de Griekse Schrift veel min-
der. Er wordt zelfs van de Heer gezegd, dat Hij geen vrede kwam brengen,
maar het zwaard (Mattheüs 10:34).

‘En de Heer gaf ook ná Zijn opstanding Zijn vrede aan de discipelen door.’

Dat is het. Toch zouden die discipelen ook nog niet de diepste blijvende
vrede kunnen ervaren, want dat kan pas als je verzegeld bent met de geest
van de belofte, de heilige. De geest van God woont in de gelovige van van-
daag. Daardoor kan die gelovige die diepe vrede van God ervaren, als er ook
dat gebed met dank is, zoals Filippenzen 4:4-7 zegt. Die dank is er, als de ge-
lovige erkent, dat alles uit God en door God en tot God is (Romeinen 11:36).
Dat Zijn hand uiteindelijk achter alles zit en dat Hij het leidt naar Zijn voor-
nemen, dat Hij uitvoert in Christus Jezus (Efeziërs 3:10,11)! 

Woord vandaag

‘Wat God ons geeft in de toekomst is vast en zeker.’

Dat is wat Zijn woord ons zegt. Dat ligt vast en verandert niet. Soms laten
we ons afleiden door wat allerlei nieuwsberichten ons melden en worden
we er onrustig van. We kunnen ons laten leiden door Zijn uitspraken, die
ons zeggen, dat Hij, de grote God, vrede heeft en houdt onder alle omstan-
digheden. Die vaste vrede van God, die al ons verstand ver overtreft en
ons denken bewaart, daar spreekt Filippenzen 4:4-7 van.

‘Dat is een bijzonder fijn gedeelte, ja.’

En vooral wat het in je hart oplevert, als je doet wat daar staat: alles wat
je bezighoudt, wat op je weg komt, neerleggen in Zijn Vaderhand en Hem
danken dat Hij het gaat uitwerken op Zijn tijd en Zijn manier. Zo zullen wij
als mensen door het leven (dat vaak zo weerbarstig is) trekken, aan de  hand
van Hem, die wérkelijk alles in Zijn hand heeft. Niets gebeurt buiten Hem om.
Dan ervaar je die diepe vrede, die al ons verstand en denken overstijgt.

‘Bijzonder, dat wij dit mogen beseffen.’

‘Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof (van Jezus Christus) hebben vrede
naar God toe, door onze Heer Jezus Christus.’ (Romeinen 5:1)
Dat is een woord van onze God, dat ons aanspreekt en bemoedigt en ver-
troost in onze situatie. Als we omhoog kijken, dat is waarvoor we geschapen
zijn, naar God, de Vader, dan is het een en al vrede. Geen wolkje voor de zon
van Gods genade te bekennen. Hij heeft ons lief, en dat vermindert nooit.

‘Geweldig, dat het evangelie ons dit unieke aanreikt.’

Zelfs zonder de voorwaarde dat wij het aanpakken. Hij doet de woorden in
onze oren en ons hart komen, Hij beurt ons op en zal ons steeds weer alles
geven wat nodig is. De Vader is degene die ons onuitsprekelijk liefheeft. Al
wat ons bezighoudt, het is bij Hem bekend, Hij laat het niet uit handen lo-
pen. Geeft dat ons rust in ons hart? Ja, dat kan niet anders. Als die diepe
vrede van God in ons hart neerdaalt, dan is het goed, ongeacht onze om-
standigheden. Dank Hem voor die vrede en die genade!

Woord vandaag

‘We hebben een grote toekomst, terwijl we vandaag wellicht lijden.’

Dat is de geweldige tegenstelling tussen nu en straks: nu lijden, straks
heerlijkheid. Dat verandert niet. De heerlijkheid zal, ontegenzeggelijk, gaan
komen. We hebben de beloften zwart op wit in Zijn woord, dat zeer vast is.
Met name de apostel Paulus mocht een helder licht laten schijnen in zijn
bijzondere brieven, die ook verder licht werpen op de rest van de Schrift.

‘We zouden de Hebreeuwse Schrift lezen in het licht van de latere onthul-
lingen?’

Ja, en niet andersom. De heerlijkheid die de schepping wacht blijkt steeds
groter naarmate er verdere onthullingen volgen. Wat in de Hebreeuwse
Schrift nog als een fakkel in de nacht schijnt, is in het licht van de felle mid-
dagzon slechts een klein licht geworden. De Thora schijnt als een fakkel in
de nacht. De overstromende genade en liefde van God die in vooral de brie-
ven van Paulus onthuld worden, vormen de felle middagzon waarin het
licht van de fakkel heel klein is geworden.

‘Ja heel logisch in dat perspectief gezien. We zijn bevoorrecht als we dat
mogen en kunnen verstaan.’

We leven niet onder de Thora, maar onder Gods genade. Dat is de bood-
schap die Paulus uitdraagt. Hij noemt het oude verbond een bediening
van de dood. Dat is zo, omdat de Thora bijvoorbeeld zei, dat degene die
de sabbat schendt gedood moest worden, zoals de man die hout sprok-
kelde op de sabbat. Dat was nu eenmaal verboden en daarom moest hij
sterven. Een type van degene die gaat werken in plaats van de rust (sab-
bat) van het geloof te genieten; daar ga je dood aan. Dát is de diepere
betekenis van dit voorschrift uit de Thora! 

Woord vandaag

‘We zijn volkomen vrij in Christus Jezus, wat betekent dat voor mijn leven?’

Dat houdt in, dat wij vrij zijn van welke religieuze verplichting dan ook. In
de nieuwe schepping heerst geen religie, maar Gods genade! Dát zouden
wij beseffen. Paulus wijst in Galaten 5:1 op dit werkelijk vrij zijn van ons
als gelovigen. Dat is ook niet het maar doen en laten wat je zelf wilt, want
dan volg je je vlees. We leven door de geest van God, tot eer van Hem!

‘Betekent dat vrij zijn dan ook, dat je alleen van Hem bent en geen men-
selijke autoriteit in de gemeente boven je hebt?’

Is wat lastig te zeggen. Christus Jezus is het hoofd van het lichaam, wij
zijn de leden en wij luisteren naar de woorden die dat Hoofd tot ons spreekt.
Hoofd-zijn houdt onder meer autoriteit in. Christus Jezus heeft volle zeggen-
schap over ons leven. Wij zullen in die zin alleen aan Hem rekenschap geven.
Wij werken samen met anderen in de gemeente, daarom zullen we met el-
kaar rekening houden.

‘Elk lid is toch direct met de Heer verbonden?’

Jawel, helemaal waar. We zijn met Hem verbonden, Hij is ons Hoofd ten-
slotte. We horen Zijn stem en laten ons door Hem leiden. Wij hoeven ons
niet te rechtvaardigen tegenover mensen, maar de Heer zal ons te Zijner
tijd alles laten zien. Dan zal eenieder lof ontvangen van God.
Eigenlijk te wonderlijk voor woorden. De verwachting die wij koesteren
is bijzonder groot, het zal al onze verwachtingen vér overtreffen!

Woord vandaag

‘Je leest in de nieuwsberichten over een minister in Israël die uitspreekt
dat men verlangt een Tempel te bouwen in Jeruzalem.’

Dat is een verlangen dat vooral in Israël door het Tempel-instituut wordt
uitgedragen. Men heeft alle instrumenten voor de dienst in de Tempel al
klaarliggen. Zelfs de rode koe (moet echt helemaal rood zijn) is inmiddels
weer present, zodat men de as van die koe weer kan gebruiken voor be-
paalde rituelen die in de Thora beschreven staan. Er staat ook in een vi-
trine buiten een grote Menorah van goud, die in het heilige moet komen.

‘Ja, dat alles is al klaar, alleen het wachten is op een Tempelbouw op de
tempelberg.’

Dat brengt vanzelfsprekend grote politiek-religieuze problemen met zich
mee, als men dat wil realiseren. Maar volgens Paulus zal er een Tempel
komen, in 2 Thessalonicenzen 2 staat, dat de wetteloze zich als een god
in de Tempel van God zal zetten en zich zal laten aanbidden. Daarin past
dat men nu steeds openlijker spreekt van een tempelbouw in Jeruzalem.
Dit moet zo zijn beslag krijgen, alleen weten wij het tijdpad niet. Vader
heeft alles vastgelegd, exact wanneer iets zal plaatsvinden.

‘Ja en Paulus schrijft in Efeziërs 1:11 dat God alles bewerkt in overeenstem-
ming met de raad van Zijn wil.’

Daarom zal een Tempel er komen, wanneer? Dat is door de Vader bepaald.
Misschien gaat het onderdeel vormen van de vredesregeling die er moet
komen, dit proces is al heel wat jaren bezig. Maar er zal een oplossing moe-
ten komen voor het conflict wat daar al zoveel jaar speelt. Het verbond
met velen zal gesloten/bekrachtigd worden als de tijd daar rijp voor is. Wel-
licht duurt het wachten voor ons lang, maar elk jaar zijn we er weer een
dichterbij gekomen en bovendien zal eerst de bazuin van God klinken!