Woord vandaag

‘Wonderlijk zeg, die vergelijking met Adam en Eva en Christus en de gemeente.’

In geestelijk opzicht is de gemeente ‘vlees van Zijn vlees en been van Zijn been-
deren’. Hij heeft ons lief zoals een mens zijn eigen vlees liefheeft. Ieder mens
heeft de nauwste band met zijn eigen lichaam of eigen vlees, die band, zo her-
kenbaar voor iedereen, is het type in de natuur van de geestelijke band tussen
Christus en Zijn lichaam. Nauwere band bestaat niet.

‘Zo, dit moet ik wel even verwerken, je raakt diep verwonderd als je hierover na-
denkt.’

Ja, mooi. Je kunt de geestelijke band tussen Christus en Zijn lichaam vergelijken
met de geestelijke band tussen God en Christus, Vader en Zoon. Zó nauw en zó we-
zenlijk met elkaar verbonden, dát is ook de nauwe verbondenheid tussen Christus
als hoofd en het lichaam als Zijn leden. Hij voedt en koestert die leden zoals elk mens
het eigen lichaam voedt en koestert. Ah, laten wij dit diep tot ons doordringen, wij
zijn met Hem verbonden en wij kunnen dus per definitie nooit los van Hem raken!

‘Nou, dit is wel fantastisch zeg. Maar zoals we gisteren zagen, kán de gemeente die Zijn
lichaam is, nooit de bruid zijn!’

Dat is een duidelijk zaak, maar toch een bijkomstigheid. Het is weer een extra beves-
tiging van het feit, dat er grote geestelijke verschillen  bestaan tussen Israël en de
gemeente, Zijn lichaam. Daar waar Hij is, zullen wij zijn in de nabije toekomst. Hij zal
de verzoening verder bekend laten maken aan de hemelse legioenen door dit bijzon-
dere lichaam van Hem. Wij hebben daarmee deel aan het hemelse aspect van het ge-
heimenis (of: verborgenheid) van Christus, dat Hij totaal-machthebber over alles zal
zijn, dat eens allen aan Hem onderschikkend zullen zijn!

‘Wat een plan, en: wat een eenheid zal heel die schepping eens zijn!’

Alles wat gebeurt, dient Gods doel. Alles wat Hij in Zijn plan heeft opgenomen, zal
ook
zo uitgevoerd worden, door Christus Jezus. Dat gaat echt heel ver. Iedere, voor
ons misschien kleine en onbelangrijke, gebeurtenis heeft een bedoeling. Vader
heeft alles in Zijn hand en zal alles volvoeren, opdat eens het grote einddoel (telos)
bereikt is: God alles in allen. Dat zal eens een feit zijn, tot eer en verheerlijking van
Hem, God, die onze Vader is!

Woord vandaag

‘Die hemelse roeping blijkt toch heel duidelijk uit Paulus’ brieven.’

In Filippenzen, een brief die helemaal gaat over onze wandel als gelovigen,
schrijft Paulus in hoofdstuk 3:20, dat ons burgerschap (of: domein) in de
hemelen is. Dat stelt hij vast nadat hij in Efeziërs tot vijf (getal van de genade)
keer toe sprak over ’te midden van de hemelingen’ (het Grieks daar laat een
mogelijkheid open om ‘in de hemelen’ te vertalen). Het hemelse gebied of
bereik is daar waar ook ‘hemelbewoners’ zijn: de hemelingen, oftewel de
voor ons onzichtbare machten en krachten, soevereiniteiten, et cetera.

‘Bijna ongelooflijk, dat wij daarvoor uitgekozen en geroepen zijn.’

Ja, dat is wat. Wij als gelovigen van het lichaam van Christus zijn geroepen
in Christus en in Hem uitgekozen vóór de nederwerping van de wereld. On-
ze zegeningen zijn uitsluitend geestelijk en te midden van de hemelingen,
zo
staat dat in Efeziërs 1:3. Dat is wat verder uitgewerkt en verduidelijkt
wordt
in die zo bijzondere en vaak onbegrepen brief. Israël was gewend om
uit te
kijken naar aardse zegeningen: een land, een stad, een tastbare tempel
als
woonplaats van God, Jahweh. Zij zien uit naar de vervulling van de belof-
ten
in Jezus Christus, die hun Messias is in hun aardse koninkrijk.

‘Het is bijzonder, dat we deze verschillen kunnen onderkennen, zo komt onze
unieke roeping tot uitdrukking.’

Onze unieke roeping is te midden van de hemelingen en in Christus Jezus. Dat
is de titel eerst (Christus) en daarna de naam van Zijn vernedering op aarde
(Jezus). Dit wordt alleen door Paulus zo gebruikt. De andere apostelen gebruiken
‘Jezus Christus’. Dan gaat het niet om een toevallige schrijfvariant, maar om een
geestelijk andere positie. Door ‘Christus Jezus’ te gebruiken, staat Zijn gezalfd zijn
voorop en de titel ‘Gezalfde’ betekent bij Paulus: verheerlijkt, uit de doden opge-
wekt, aan Gods rechter(hand).

‘Dit is zo, als je het nakijkt, kom je Christus Jezus steeds bij Paulus tegen.’

De plaats van gelovigen in het lichaam van Christus hoort dus bij Hem in de hemel.
Wij vullen Hem aan, maken Hem compleet, net zo als Eva dat voor Adam was. Eva
is dan ook daarin een type van de gemeente die het lichaam van Christus is. Zij
werd uit Adam genomen toen Hij in een diepe slaap was. Zij was dan ook nooit de
bruid van Adam. Toen Adam wakker werd zag hij zijn vrouw. Zo is h
et ook met
Christus en Zijn lichaam, de gemeente: pas toen Hij in een diepe slaap (de dood)
was, kon deze tevoorschijn gebracht worden! De gemeente, Zijn lichaam, werd
uit Hem genomen om Zijn ’tegenover’ oftewel: Zijn complement te zijn, Hem
compleet te maken!

Woord vandaag

‘Heerlijk, dat wij uitkijken naar de bazuin van God.’

Zeker, en we gaan Hem ontmoeten, onze Heer, die ons onuitsprekelijk
liefheeft. Het is zeker, dat niets ons kan scheiden van de liefde van
God in Christus Jezus onze Heer. Niets! Wat geweldig is dat he, dat
loflied van Romeinen 8. Heerlijk als je daardoor leeft. Leven door Zijn
geest. Die geest getuigt zelfs met onze geest dat wij kinderen van God
zijn. En het bijzondere is, dat wij de geest van het

zoonschap, of plaats van zoon hebben ontvangen, waardoor wij roepen:
‘Abba, Vader!’

‘Tsja, dat Romeinen 8 he, dat blijft geweldig!’

Nadat de apostel gezegd heeft dat wij de geest van plaats van zoon hebben
ontvangen, zegt hij dat de schepping wacht op de onthulling van de zonen
van God – dat zijn wij. Dat betekent, dat als Christus geopenbaard zal wor-
den, ook wij met Hem geopenbaard zullen worden in heerlijkheid. Dat
moet een bijzonder schouwspel in de schepping zijn, straks. Want dan
stralen al die leden van Zijn lichaam ongelooflijk licht uit. En zij zullen
allen meewerken aan de onderschikking van de schepping aan de Zoon.

‘De Zoon is zonder ons niet compleet, heb ik weleens horen zeggen.’

Dat is een diepe waarheid uit Efeziërs. Je snapt het niet, je kunt Hem er-
voor danken, dat Hij zó groot is en wij Hem zelfs compleet maken. Hij is
boven alles als hoofd aan ons gegeven! Ook dat is heel bijzonder. Laten

we hopen, dat er velen zijn die zich over deze dingen nog kunnen ver-
wonderen. Soms bekruipt je het idee, dat gelovigen niet meer zo verwon-
derd zijn over dit geweldige wat ons wacht. Het zal een hele tijd zo zijn, dat
wij te midden van de hemelingen Zijn wijsheid bekendmaken, eonen lang!

‘Het zou toch zelfs nog verder kunnen gaan dan allen de hemelingen?’

Paulus zegt inderdaad, dat God in Christus de wereld met zich verzoende
en dat houdt misschien wel heel de schepping in, heel de kosmos (wereld)
waar hemelingen en mensen in wonen. Israël heeft een speciale bediening
als volk op aarde, maar voordat zij aan de geestelijke waarheden van het
paulinische evangelie toe zijn -rechtvaardiging, verzoening, genade- zullen
zij daar eerst in onderwezen moeten worden. Misschien worden daartoe
leden van het lichaam van Christus ingezet!

Woord vandaag

‘We denken met enige regelmaat na over de hemelse bediening. Waarom?’

Omdat deze heerlijke verwachting dé toekomst voor de gemeente, het lichaam
van Christus is. Niet op aarde, maar in de hemelen te midden van de hemeling-
en. Dat is voor ons een andere plaats dan op aarde. Daarom wordt ons lichaam
veranderd, wij gaan in een totaal andere omgeving leven.
Dat staat in 1 Corinthiërs 15, waar Paulus de vragen over het opstandingslichaam
beantwoordt.

‘Het zit wel heel mooi in elkaar he, die boodschap die hij mocht brengen.’

En we realiseren ons -hoop ik- dat wij voor wat betreft ons lichaam gelijkvormig
gemaakt zullen worden aan Zijn heerlijkheidslichaam. En daarvan was Saulus
3 dagen blind, zo fel was de uitstraling van licht dat de Heer uitstraalt. Dat kun
je niet bevatten. Je hart slaat sneller als je eraan denkt. Dat gaat de Heer met ons
doen! Hij gaat ons ingrijpend veranderen en wij kunnen elkaar dan toch nog her-
kennen. Dat zal iets onvoorstelbaars zijn. Dat Hij van eenvoudige mensen zoals
wij zijn, zoiets gaat maken. We zullen versteld staan. Al diegenen die we hebben
meegemaakt ook met hun gebreken, zullen we dan in volkomenheid zien!

‘Snap jij nou dat veel gelovigen en christenen op aarde willen blijven?’

Nee, daar begrijp ik he-le-maal niets van. Met zo’n vooruitzicht, en dan toch
blijven vasthouden aan de aardse roeping van Israël, ik kan het maar niet
begrijpen. De redenen die men aanvoert snijden geen hout. Soms verbaas je
je erover hoe geredeneerd wordt om de paulinische waarheden die duidelijk
in zijn brieven staan, weg te redeneren. Ook in Paulus’ dagen was dat al aan
de hand, zeker. Dat moet voor de apostel verdrietig geweest zijn.

‘Maar de Heer gaat toch een streep halen door al die verwachtingen als de
ba
zuin van God klinkt?

Dat zeker, hoe sommigen ook een aardse verwachting koesteren, ook zij zullen
ineens ook boven bij Hem in de lucht, en later in de hemelen, zijn.
Zal even schrikken zijn, maar de Heer vervult Zijn woord, en niet onze dubieuze
redeneringen en verwachtingen. Dat zou andere een vreemde zaak zijn, als de
Heer gaat doen naar wat jij gelooft. Dan wordt de een voor, en de ander halver-
wege, en weer een ander na de 70e week van Daniël weggerukt, en sommigen
helemaal niet…
De Heer zal heel Zijn lichaam in één keer binnenhalen!

Woord vandaag

‘Die plaats van ons in de hemel, is dat niet onlogisch, want wij zijn toch
nog op aarde?’

Nee, hoor, wij zijn in en met Christus Jezus daar gezet, te midden van de heme-
lingen. Daar zou ons verlangen naar uitgaan, want daar is onze positie in Hem!
Wij zijn in de dienst aan God gesteld, omdat Hij dat is. Wij zijn met Hem opge-
wekt, omdat Hij de Opgewekte is en hebben met Hem die hemelse positie ont-
vangen van God. God heeft ons daar gezet omdat wij bedoeld zijn om met Hem
de hemelingen tot onderschikking aan de Zoon te brengen.

‘Hoe doen wij dat dan straks?’

God zal door ons heen de overstijgende rijkdom van Zijn genade tentoonsprei-
den in Zijn mildheid voor ons in Christus Jezus. Aan wie tonen? Aan de gees-
lijke machten en krachten, die zullen aan ons iets heel bijzonders zien, name-
lijk dat wij als mensen die in feite naar hun aard aan de aarde gebonden zijn,
maar door geweldige herscheppende kracht van God tevoren gereedgemaakt
zijn voor goede werken. Onder andere deze: de hemelingen duidelijk maken
wie Hij is en dat God vrede heeft gemaakt in het bloed van Zijn kruis.

‘Maar hoe zullen wij dat dan kunnen doen? Kunnen de hemelingen ons horen
en begrijpen? Kunnen wij hun taal spreken?’

Feit is, dat hemelingen in een andere ‘sfeer’ leven en ‘denken’ dan wij. Zij begrij-
pen wel degelijk wat er aan de hand is op aarde en beïnvloeden de gang van zaken
op aarde ook. Lees Daniël 10 maar eens aandachtig door. Je kunt ook kijken in
Job 1 en 2. Daar komt de satan (tegenstander) te midden van de zonen van God
in vergadering bij Jahweh. En hij spreekt dan ook met Jahweh. Krijgt te horen
dat hij wel Job mag ‘aanvallen’, maar er wordt een duidelijke grens gesteld door
Jahweh. Opmerkelijk, God spreekt ook tot ons, mensen, in taal die wij kunnen

verstaan, bevatten. Zo is het ook bij de hemelingen!

‘Dus wij zullen in de komende eonen die hemelingen aanspreken en hen bekend-
maken met Gods liefde in Christus Jezus?’

Ja, ongelooflijk. Wat een genade, dat God ons voor de nederwerping van de wereld
uitkoos in Hem om dit grote gebeuren mee te mogen doen. Hij zet ons in, voor al
die hemelse machten. Zij zullen ontdekken, wat verzoening betekent, wat Gods
liefde inhoudt. Wij zullen sprekende voorbeelden zijn van wat God kan doen met
nietige, aardse schepselen, die door Hem speciaal zijn geschapen in Christus Jezus.
Dát is onze heerlijke verwachting. Dát is onze bijzondere toekomst! Dát is een over-
maat aan genade, die wij om niet ontvangen! Ah, dank God daarvoor!