Woord vandaag

‘Zij veroordeelden Hem, omdat zij vonden, dat Hij God gelasterd had.’

Zij vatten het op als een lastering van God, en Hij had dat niet gedaan, maar
volgens de Thora moest de lasteraar van de Naam gedood worden (Leviticus
24:16). Dus volgens die tekst hadden zij gelijk, toen zij zeiden dat Hij gedood
moest worden (Mattheüs 26:66). En daarna spuwden zij Hem in het gezicht.
Zo kwam het water van hun mond naar buiten, en typologisch staat dat voor
de woorden die zij tegen Hem spraken.

‘Tsja, dat is ook wat er in de Psalmen stond.’

Maar ook in een profetisch  woord van Jesaja 50:6 :
Ik geef Mijn rug aan degenen, die slaan en Mijn wangen degenen, die het
haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en
speeksel’.
Het is een geweldige waarheid, dat de Schriften voortdurend vervuld werden.
En de anderen gaven Hem kaakslagen (Mattheüs 26:68) als teken van het feit,
dat zij Hem het zwijgen wilden opleggen. Men sloeg Hem op Zijn mond en/of
tegen de kin opdat er geen woorden meer uit Zijn mond zouden komen. En
bij Paulus waren het geestelijke opdoffers om hem het zwijgen op te leggen.
Denk eens aan de Corinthiërs, die vonden zijn spreekstijl niet in orde, en qua
inhoud waren ze verdeeld en sommigen luisterden liever naar Petrus, of acht-
ten de woorden van de Heer op aarde hoger in deze tijd (‘Ik ben van Kefas, ik
ben van Christus’) dan de woorden die Hij via Paulus spreekt.

‘Maar je ziet steeds, dat daar waar het Woord gesproken wordt, er weerstand
komt en men probeert de ander het zwijgen op te leggen.’

Zo gaat het steeds, bij de profeten, bij de Heer Jezus, bij Petrus en Johannes
(Handelingen 2, 3, 4). bij Paulus et cetera. Steeds weer probeert de tegenwer-
ker het Woord terug te dringen, het zwijgen op te leggen en de waarheid in
ongerechtigheid ten onder te houden. Maar God zelf zorgt ervoor dat het toch
doorgaat, want het Woord is niet gebonden! God zelf zal ervoor zorgen, dat het
goede nieuws, dat Hij redder van alle mensen is, door zal gaan!

Woord vandaag

‘Eigenlijk dramatisch, dat de leiders van Zijn eigen volk Hem zo veroor-
deelden op basis van valse getuigenissen. Onrecht!’

Van welke kant je het ook bekijkt, het was volkomen onrechtvaardig, dat
de Rechtvaardige zo te kijk moest worden gezet. Op al de vragen en valse
beshuldigingen zweeg Hij koninklijk. Pas toen de hogepriester van Hem
eiste en zwoer bij de levende Elohim, pas toen zei Hij heel kort iets, maar
dat had tegelijkertijd zo’n diepte, dat de hogepriester aanleiding zag om
Hem te kunnen veroordelen. De diepte ervan kon hij niet goed peilen.

‘Het was inderdaad kort maar wel heel krachtig wat Hij zei.’

Hij bevestigde de vraagstelling van Kajafas (de naam Kajafas betekent: onder-
zoeker), dat Hij de Christus is, de Zoon van God, door te zeggen: U hebt het
gezegd. Maar Hij zei nog meer en daarbij richtte Hij zich tot het gehele Sanhe-
drin: ‘van nu aan zullen jullie de Zoon van Adam zien zitten aan de rechter
(hand) van de kracht van God en komen op de wolken van de hemel’.
Daar-
mee zei Hij dat Hij in de komende tijd verheerlijkt zou worden en weer terug
zou komen.

‘Ja, dat is in een paar woorden gezegd wat er in de afgelopen 2000 jaar zou ge-
beuren.’

En Hij noemde zich impliciet de Zoon van God, want Adam was de zoon van God
(Lucas 1:38). En door zichzelf te betitelen als dé Zoon van Adam zei Hij feitelijk
dat Hij de Zoon van God is! En dat Hij verheerlijkt zou worden aan Gods rechter-
hand was een geloofsuitspraak, want Hij wíst dat Hij zou moeten lijden en sterven!
Met andere woorden: ook hieruit bleek Zijn vaste vertrouwen in Zijn God en Vader
dat die Hem uit de doden op zou wekken.

‘Wat is dat geweldig he, het geloof van Jezus Christus, zoals Paulus schrijft’.

Heerlijk, dat het Zijn geloof is, waarin wij kunnen rusten. Het blijft goed nieuws,
want Zijn werk blijkt voldoende voor heel de wereld, alle mensen gered. Hij maakt
Zijn Naam Jezus (Jahweh-redt) helemaal waar! En Hij moest dat doen, en daarin
was het Sanhedrin (onbewust en tegen wil en dank) een instrument in Gods hand.
Het Sanhedrin als geheel geloofde niet. Integendeel, zij waren uit op machtsbehoud
en wilden Hem daarom weg. En Hij bewandelde de weg die Vader bepaalde!

Woord vandaag

‘Bijzonder toch, hoe vol betekenis al die gebeurtenissen rondom de
Heer Jezus zijn.’

Na Zijn gevangenneming liepen de discipelen weg. Petrus ging mee
naar binnen en verloochende Hem  en Hij werd voorgeleid voor het
Sanhedrin. Contrast kon niet groter en het had andersom moeten
zijn. Men zocht -naar de Thora- 2 getuigen die eenzelfde getuigenis
konden geven zodat ze Hem konden veroordelen.

‘Als je er goed over nadenkt, was het iets heel aparts. Het lijkt net,
alsof men Hem al veroordeeld had.’

Precies. Hij moest weg, Hij hinderde het machtsspel van het San-
hedrin. Zij hadden heerschappij over het volk, zij waren de leiders
die het volk allerlei wetten en regels oplegden, waar ze zichzelf niet
aan hielden. Terwijl Hij de weg, de waarheid en het leven is.
Daarom is de tegenstelling zo magnifiek groot. Men begreep de
uitspraken die Hij deed, niet goed, maar men veroordeelde Hem
wel op grond ervan!

‘Het moest uiteindelijk wel zo gaan, zo lees je dat alles in Vaders
hand was en is!’

Exact. Hij sprak van de tempel van Zijn lichaam. Hij gebruikte die
stijlfiguur (metafoor) om aan te geven, dat de geest van God in Hem
woont en dat Hij op de derde dag zal opstaan. Men nam letterlijk
wat Hij figuurlijk bedoelde! En later zou men heftige geschillen uit-
vechten of ‘…dit is Mijn lichaam…’ nu wel of niet letterlijk was, als
het gaat om het avondmaal.

‘Zelfs een Nicodemus (de leraar van Israël) begreep niet wat de Heer
met ‘wederom geboren’ bedoelde.’

De Heer liep tegen het ongeloof en daarmee onbegrip van Zijn eigen
volk aan. Dat bleek ook toen Hij in een schijnproces door het Sanhe-
drin ter dood veroordeeld werd. Van tevoren stond al vast, dat Hij
uit de weg geruimd moest worden. Daarom waren valse getuigen vol-
doende, als ze alletwee maar hetzelfde zouden beweren. De waarheid
leidde echter tot Zijn veroordeling!

Woord vandaag

‘Merkwaardig toch hoe zij opgetrokken waren met allerlei wapens om Hem
te grijpen, alsof Hij een opstand organiseerde.’

De bende onder leiding van Judas was een uiting van opstand tegen Zijn auto-
riteit als leraar (rabbi). Men (Sanhedrin) achtte Hem als een uit de weg te ruimen
concurrent. Zijn aanwezigheid werd daarom niet langer getolereerd, omdat men
vond dat Hij hun (leer)gezag ondermijnde. Ten diepste was het opstand tegen de
God van hun vaderen. Daarom zei de Heer Jezus bij gelegenheid dat zij niet Abra-
ham, maar de duivel tot vader hadden (Johannes 8).

‘Tsja, het waren hele felle debatten die de Joden met Hem voerden. Hij keek in hun
hart en dat konden zij niet hebben.’

Petrus (haantje de voorste) greep zijn zwaard en sloeg Malchus (de dienaar van de
hogepriester) het rechteroor af, als symbool van het feit, dat men de Thora niet
opvatte als de Schrift waarin God zichzelf bekendmaakt en wijst op de Verlosser
maar als ‘gebod op gebod, wet op wet, regel op regel, hier wat daar wat’, zoals ver-
meld in Jesaja 28:7-13. Men was doof voor de betekenis van de Thora, die in alle
delen wijst op Hem, die komen zou en nu in Gethsemane gegrepen werd als was
Hij een misdadiger.

‘Je hebt dus eigenlijk twee kanten van de Thora.’

Je ziet dat in de houding van de wettischen (het Sanhedrin) tegenover Hem, die
de liefde van de Vader liet zien. De Joodse leiders waren wettisch en stonden een
hele wettische uitleg en toepassing van de Thora voor. De Heer wees onder ande-
re later op al wat van Hem geschreven stond in de Thora (Lucas 24:25-27; 44-47)
en in de Psalmen en in de Profeten. Malchus, de dienaar van de hogepriester mis-
te het rechteroor, net zoals de overpriesters en farizeeën die diepte van de Thora
niet hoorden, en ook niet kónden horen. Dezelfde kwestie speelde later bij de
Galaten (zie Galaten 4:21)!

Woord vandaag

‘Zeg, die discipelen bakten er niet veel van in die laatste nacht toen het
er op aan kwam. Zoals Hij zei: ze namen allemaal aanstoot aan Hem.’

Het blijft opmerkelijk, dat Hij tot drie keer toe bij de discipelen kwam en
bij de derde keer zei Hij: ‘waak op’. Ook kun je deze geschiedenis zien als
een type van het volk Israël dat twee (uren?) periodes lang (volgens Hosea
2 dagen) sliep (de slaap van de dood) en op de derde dag opstond. Zo gezien
zit er dus een dubbele bodem in deze gebeurtenissen in Gethsemane.

‘En Judas kwam naar Hem toe.’

Judas wordt allerlei dingen toegedicht. Men vertaalt het woord ‘overgeven’
(Grieks: paradidomi) met ‘verraden’ en zet Judas in een bepaald daglicht. Er
staat, dat hij Hem overgaf (overleverde). Judas kwam naar Hem toe als aan-
voerder van een grote groep, bewapend met zwaarden en stokken, alsof men
de grootste misdadiger wil pakken. Judas was de aanvoerder, hij was ervoor
betaald (30 zilverstukken) door de overpriesters en oudsten van het volk.

Tjsa, hij was gestuurd en werd gestuurd en werd er flink voor betaald, dan
moet je wel.’

Bovendien werd hij gestuurd door de geest van de tegenstander die in zijn
hart voer en pas toen kon hij Hem overleveren. De Heer spreekt hem zelfs aan
met : ‘Vriend’. Je kunt daarin cynisme lezen, maar het lijkt er meer op, dat Hij
mededogen met Judas had, zo van: ‘hij moet dat doen’. Overigens werd Hij niet
door de overmacht overmeesterd; Hij had immers gemakkelijk kunnen bidden
tot de Vader om 12 legioenen boodschappers en het zou Hem gegeven hebben.
Maar Hij had gebeden: ‘Vader, niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede’.

‘Ja, ze hadden Hem net zo makkelijk kunnen grijpen toen Hij leerde bij de Tempel.’

Het moest wel toen pas gebeuren, want in vers 56 schrijft Mattheüs (26), dat dit
gebeurde, opdat de Schriften van de profeten vervuld worden. Dat zouden wij
steeds opmerken, omdat dat van groot belang wordt geacht door de schrijvers.
Steeds weer laat God hen schrijven, dat in dat alles wat Zijn Zoon overkwam, de
Schriften vervuld werden. Waarmee zonneklaar is, dat het Vaders plan was!