Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Indien nu enige weduwe 
kinderen of nakomelingen heeft 
– laten zij eerst het eigen huis 
leren godvruchtig te zijn en 
wederdiensten terug te geven 
aan het voorgeslacht, want dit 
is welkom voor het aangezicht 
van God
     1 Timotheüs 5:4

De Thora, later ook de profeten,
en de apostelen, spreken allen
over aandacht voor zwakkeren.
De weduwe en de wees worden
in het bijzonder genoemd.
Het ligt voor de hand, toch wijst
Paulus op de zorg voor (jongere)
weduwen. Dat ligt eerst bij de
eigen kinderen en eventueel
andere familieleden.
In ons land zijn het instellingen
die veel zorg op zich nemen.
Dat is ongekende luxe en was
lange tijd niet zo. Eventueel is
voor de gelovige weduwe hulp
nodig, die door de plaatselijke
gelovigen gegeven kan worden.
Daar schrijft Paulus later over.
Maar dat het nageslacht zorgt
voor het voorgeslacht is logisch,
en vooral welkom voor God,
net als wat de apostel schrijft
in 1 Timotheüs 2:1-4.

Waardeer weduwen die 
werkelijk weduwen zijn
    1 Timotheüs 5:3

Paulus zegt verderop wie
daarmee bedoeld worden.
‘Waardeer’ is zelfde woord
familie als ‘Timotheüs’.
Waarderen, ‘op waarde
schatten’ is nodig; met name
ouderen, die al lang gelovig
zijn. In het dagelijks leven
worden ouderen vervangen
door jongeren, hoe eerder hoe
beter lijkt het soms wel. Dit
gaat echter in het lichaam van
Christus anders.
Weduwen; vaak zijn dat oudere
vrouwen. Zij delen de wijsheid
uit Gods woord én ervaringen
met jongere gelovigen.
Opdat die bewaard worden
voor verkeerde wegen.
Grijsheid is, als het goed is,
ook wijsheid.

oudere vrouwen als moeders 
en jongere vrouwen als zusters, 
in alle zuiverheid
      1 Timotheüs 5:2

Ook hier zuiverheid. Timotheüs
zou de oudere vrouwen als een
moeder benaderen. Respectvol.
En de jongere als was het een
zus(ter)/broeder. We zijn dan in
de familiaire sfeer, niet ziels,
wel in geestelijk opzicht.
We delen hetzelfde geloof, Zijn
geloof en Hij geeft dat ook ons.
In Hem leven wij allen en gaan
ook vanuit dat principe om met
de ander die we ontmoeten in
het lichaam van Christus.
Elkaar aanzien in Hem is zuiver,
het is geestelijk gezien waar en
we zijn een nieuwe schepping! 

Tegen een oudere man zou jij 
niet opvliegend zijn, maar 
spreek hem aan als een vader, 
jongere mannen als broeders
1 Timotheüs 5:1

Jonge broeders als Timotheüs
zouden de oudere hoog achten,
en volgens 1Thess.5:12,13
respecteren.
Soms is zelfs ‘dubbele eer’ de
opmerking, zoals in 1Tim.5:17.
Dat men van zulke adviezen
(ver) afwijkt, is geestelijk waar
te nemen. Jonge gelovigen, zij
kunnen niet zomaar de plaats
van ouderen innemen.
Geestelijke rijpheid is nodig
voor oudsten in het lichaam
van de Christus.
Ervaring met aanvallen van
de Tegenwerker en zijn
personeel is een aspect dat
bij jonggelovigen ontbreekt.
De jongere zou de oudere
aanspreken als was hij zijn
vader. En andersom zou de
oudere de jongere(n) als een
van de broeders aanspreken.  

Let op jezelf en de onderwijzing! 
Blijf daarbij, want dat doende 
zal jij zowel jezelf als die jou 
horen redden
         1 Timotheüs 4:16

Dat blijf daarbij klinkt voor ons
misschien bijna overbodig.
Kennelijk was het nodig om te
blijven zeggen, dat Timotheüs
en allen die Paulus volgen, dat
zouden doen. Letten op het
gezonde onderwijs en daarbij
blijven is zó nodig, juist nu.
Zoveel onderricht -en daardoor
praktijk- wijkt af van de genade
die we horen in het evangelie.
Wezenlijk is, dat we steeds in
Gods liefde blijven en al wat
op ons hart is, bespreken met
Vader. Dicht bij Hem blijven is
nodig, niet alleen omwille van
vrede in het hart, maar ook om
tot Zijn eer te zijn.