Woord vandaag

‘He, dat domein van ons in de hemelen. Is dat hetzelfde als ons erfdeel
in Efeziërs 1 en 2?’

Het gaat dan om ons lot(s)deel. Net zoals Israël door loting destijds per
stam en familie een deel van het land Kanaän toegewezen kreeg, zo is
ons onder de grote Jozua, onze Heer Jezus Christus, een lot(s)deel in het
hemelse (gebied) toegewezen. Inderdaad: te midden van de hemelingen!

‘Wat een wonderlijke gedachte, en waarom hoor je hier nauwelijks iets
over?’

Omdat men vrijwel altijd aards gericht is, als gelovige. Een reden waarom
Paulus in Filippenzen 3 verdriet heeft. In Kolossenzen roept God ons door
Paulus op gezind te zijn op wat boven is, waar Christus is. Te bedenken dat
wat daar, in de hemelen is. Onze grote toekomst, onze grote Heer.
Het Griekse woord, dat Paulus gebruikt voor ‘domein’ heeft te maken met:
burger zijn; deel uitmaken van een ‘land’.

‘En dat is dan boven, in de hemelen. Een heel groot gebied?’

Net zoals Israël onder Jozua het land veroverde en door loting kreeg toe-
gewezen, zo kunnen wij als gelovigen door geloof en in de geest het hemelse
‘land’ (Kanaän) betreden. De overwinning is al behaald door de grote Jozua,
onze Heer Jezus Christus, door Zijn dood aan het kruis en Zijn opstanding
uit de dood. Wij zijn meer dan overwinnend (Romeinen 8:31-39). Wij ‘lopen
op’ overwonnen ‘grond’ in de hemelen!

‘Dit opent enorme uitzichten, het is geweldig!”

Het bijzondere is, dat nu al door de gemeente die Zijn lichaam is een prediking
uitgaat naar de soevereiniteiten en gevolmachtigden te midden van de heme-
lingen. Het draait om de veelvuldige wijsheid van God, waarvan de leden van
Zijn lichaam weet hebben door het paulinische evangelie. Relatief weinig
gelovigen, hebben hier iets van leren kennen. Paulus bidt in Efeziërs 3:16
om bijzondere kracht, om de dimensies (afmetingen) van het grote Efeze-
geheimenis te doorgronden.

‘Toch heel apart, dat hij in het midden van die brief zo’n gebed uitspreekt.’

Dat is heel anders dan het dagelijkse brood en dat soort dingen. Dit gaat
veel en veel verder. Dit heeft te maken met in feite heel de schepping. De
gemeente die Zijn lichaam is, zal ingezet worden om Zijn genade in mild-
heid te tonen aan de hemelingen in de komende eonen! Alsjeblieft!

Hier gaat het om een wijsheid die bij Salomo onbekend was, de grote Salomo,
Christus Jezus, geeft leiding en zal leiding geven aan de gelovigen om Zijn
genade aan al de hemelingen bekend te maken!

Woord vandaag

‘Op weg naar de hemelse bediening, soms een vreemde gedachte, als je
zo op aarde leeft.’

Dat zeker. Het is nodig je dat steeds bewust te zijn, anders ga je net als
vele anderen, je alleen richten op wat op aarde is, niet op wat boven is.
De aardse zegeningen voor Israël zijn nu eenmaal niet voor het lichaam
van Christus weggelegd. Is toch een hele mooie verdeling, zoals Vader
het heeft ingedeeld.

‘Paulus had er wel verdriet van, dat velen aards gezind bleken te zijn.’

Ja, in Filippenzen 3 geeft hij eerst aan, dat al wat hij ooit was en waarop
hij zich naar het vlees kon beroemen, schade en afval achtte. Het bleek
niets te zijn. Niets. Voor hem was de kennis van Christus Jezus, zijn Heer
iets, dat ver boven alles uitging. Hij jaagde ernaar Hem te kennen en de
kracht van Zijn opstanding. Daar viel zijn hele judaïsme bij in het niet.

‘Verderop zegt, hij dat het uitzicht geweldig is: de verandering die hij en
wij ondergaan als de Heer komt!’

Wij ondergaan een enorme verandering, als ons vernederde lichaam om-
gevormd zal worden en gelijkvormig gemaakt aan Zijn verheerlijkt lichaam.
En dat is in overeenstemming met de kracht, waarmee Hij zelfs alles aan
zich kan onderschikken. En wat zegt hij er nog meer bij?

‘Ik weet even niet waar je nu op doelt.’

Dat ons domein in de hemelen is. Waaruit wij onze Heer Jezus Christus als
redder verwachten. Hij zal ons dan omvormen en wij gaan dan ook lijfelijk
ons domein bewonen. Van daaruit zullen wij met Hem meewerken om alles
onder Zijn voeten te brengen. Ongelooflijk!

Woord vandaag

‘Ja. omhoog kijken, op Hem zien, dan kijk je tegelijk niet naar jezelf.’

Exact. En evenmin kijk je naar anderen. Dat laatste is heel lastig, want in
je gemeente of groep kom je steeds dezelfde mensen tegen, over een lange
reeks van jaren. Dan is het zaak, om elkaar in liefde te dragen en de een-
heid van de geest te bewaren in de band van de vrede.

‘Ja, zo zegt Paulus het in Efeziërs 4:1-3, ik weet het, en toch…..’

Het zijn fijne aanwijzingen die hij, door heilige geest geleid, geeft. Niet voor
niets natuurlijk. Maar het is de vrucht van het evangelie in ons leven. We
zijn allemaal op weg met elkaar met menselijke missers. Toch geldt dan niet
de veroordeling, maar de genade. Want er is geen veroordeling voor hen die
in Christus Jezus zijn. Dus kunnen wij elkaar evenmin veroordelen.

‘Je kunt misschien zeggen, dat wij als het ware op een hemelse manier met
elkaar kunnen optrekken.’

Zonder dat wij vroom willen doen inderdaad, maar wij zijn wel op weg naar
onze hemelse bestemming en hemelse bediening. We zijn nu al een schouwspel
voor de wereld, voor de boodschappers. En wij verkondigen nu al de veelvuldige
wijsheid van God aan de hemelingen! Hoe dat precies in zijn werk gaat? Ik weet
het niet, het zijn geestelijke dingen. Het heeft wel met een andere houding te
maken, die wij aannemen als gelovigen waarin Zijn geest werkt.

‘Ja, je zou wel een kijkje willen nemen alvast, daar boven, en eens met die heme-
lingen willen ‘spreken’.

Dat is nog toekomstmuziek. Maar we mogen misschien wel aannemen, dat door
de woordverkondiging van het evangelie van Paulus, er een boodschap uitgaat
naar de hemelse machten, waarover Christus Jezus in feite al de overwinning
behaalde, toen Hij gekruisigd werd én uit de doden werd opgewekt!
Dat moet een enorme betekenis hebben gehad voor al die hemelingen, die dat
zagen gebeuren! Ongelooflijk!

Woord vandaag

‘Het kruis heeft zeker een diepe betekenis en  trekt een diep spoor.’

De prediking van de nieuwe schepping in Christus vind je niet bij de
twaalven terug. Petrus schrijft over het wedergeboren zijn tot een
levende verwachting door  de opstanding van Jezus Christus uit de
doden. Paulus gaat een grote stap verder door te wijzen op een nieuwe
schepping in Christus.

‘Het trekt een diepe scheidslijn, want in Romeinen heeft hij het toch
over de nieuwe mensheid?

De oude is met Christus gekruisigd. Het nieuwe leven van Christus, de
Opgestane, is het deel van hen die in Christus Jezus zijn. Zij hebben ook
de vrijkoping (Romeinen 3:24) ontvangen. Zij weten zich losgekocht en
vrijgekocht door Christus, de grote Losser (Goèl) van heel de mensheid.
Daarmee is grote vrijheid in genade gekomen. God geve, dat veel gelovi-
gen dát met hun hele hart weten!

‘Fijn, dat wij mogen opzien naar Hem, die ons liefheeft.’

Dat is de bedoeling van het evangelie van de heerlijkheid van Christus,
die het beeld van God is. Hij heeft álles volbracht. Daarom hoeven wij
niet in onszelf te kijken en te wroeten of wij wel bekwaam zijn, of wij
wel genoeg geloven…. Schuif die gedachten aan de kant, richt je op Hem!
Híj is de Leidsman en Voleinder van het geloof. Wij leven voor Hem, HIj
neemt de volle verantwoordelijkheid voor ons leven op zich.

‘Inderdaad heeft David het over het geluk van de mens die zich vrij weet
omdat God de zonde niet toerekent!

Precies, als mensen dát echt gaan beseffen, dan worden zij uitgetild
boven het vaak zo zwaarmoedige in zichzelf graven. Want dat levert
niets goeds op. Omhoog zien, op Hém zien wel! Híj doet het in ons, zoals
Hij in Paulus werkte, met een werkzaamheid die alle menselijke kracht
ver te boven gaat. laten wij Hem danken voor deze grote genade!

Woord vandaag

‘Zeg, dat Paulus de opstanding van de Heer uit de dood zou gaan
verkondigen is waar, maar de anderen deden dat toch ook?’

Jawel, ook de apostelen van de besnijdenis verkondigden die heerlijke
boodschap. Het evangelie is dat Hij werd opgewekt uit de doden, en op
de derde dag. Dat is een geweldige waarheid. Petrus verkondigde dat op
Pinksteren; eigenlijk best aardig, dat juist in de Pinksterboodschap de
opstanding van Christus centraal staat.

‘Achteraf gezien ja, maar Pinksteren wordt toch algemeen gevierd als
de komst van de heilige geest?’


Rond de laatste Pinksteren hebben wij op deze plaats er met elkaar over
gesproken, dat de feesten van Jahweh aan Israël gegeven zijn om te vieren.
Dat zullen zij ook gaan doen in de 1000 jaren en de volkeren gaan daarbij
aanschuiven. Het lichaam van Christus is geestelijk al veel verder geplaatst
en daarom gelden deze feesten niet voor dat lichaam!

‘Duidelijk, ben ik ook mee eens, is volkomen helder uit de Schrift.’

In elk geval predikte Petrus met Pinksteren een opgestane en levende Heer,
en bleek ook ineens een Psalm als 16 over de Heer en Zijn opstanding te gaan!
Opvallend. In elk geval spraken de apostelen van de besnijdenis over Zijn op-
standing. Het is later Paulus, die als geen ander de gevolgen van de komst,
de dood en de opstanding en hemelvaart van Christus Jezus bekend maakte!

‘Dat gaat inderdaad veel verder dan wat je bij de anderen vindt.’

De diepe betekenis en de enorme gevolgen van het werk van Christus is bij
hen in feite grotendeels onbekend. Je leest er niets over. Zoals Paulus bijvoor-
beeld de grote lijnen vanuit Adam en Christus trekt in 1 Corinthiërs 15 en in
Romeinen 5, om een voorbeeld te noemen, dat lees je nergens bij de anderen.
De geestelijke gevolgen van het einde van de oude schepping en de nieuwe die
in Christus’ opstanding al gekomen is, trekt een diep spoor, óók tussen de ge-
schriften van de twaalf en die van Paulus!