Woord vandaag

30 mei 2019

‘Vandaag hemelvaartsdag.’

Hoe raar het ook lijkt, maar deze dag is
een heenwijzing naar de terugkeer van 
Jezus Christus op aarde. Natuurlijk is de
huidige positie van Christus een gevolg 
van Zijn afscheid op de Olijfberg. Petrus 
wist dat zeer zeker:

door de opstanding van Jezus Christus,
Die aan de rechter(hand) van God is, 
opgevaren naar de hemel, terwijl de 
boodschappers, machten en krachten 
Hem ondergeschikt zijn…
                                          1 Petrus 3:22

Daarbij verwees hij naar het opstijgen 
van zijn Heer, zoals we lezen in Hande-
lingen 1:9:

en nadat Hij dit gezegd had, werd Hij 
opgeheven, terwijl zij het zagen, en 
een wolk onttrok Hem aan hun ogen

‘Dit is op de Olijfberg.’

Dat staat in Handelingen 1:12:

toen keerden zij terug naar Jeruzalem, 
van de berg die Olijf genoemd wordt, 
die vlak bij Jeruzalem is en er een sab-

batsreis vandaan ligt

Hij was met Zijn discipelen en werd op-
geheven. Hemelvaart. Dat is helemaal
voor en van Israël. De apostelen van de
Besnijdenis staan daar en zien het. Ook
Petrus, die ervan schrijft. Het verwijst 
naar Zijn wederkomst, zoals 1:11 zegt:

..twee mannen stonden bij hen in witte
kleding, die ook zeiden: Galilese man-
nen, waarom staan jullie omhoog te 
kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die 
van jullie opgenomen is naar de hemel,
zal op dezelfde wijze komen als jullie 
Hem naar de hemel hebben zien gaan

De verwachting voor Israël is dan, dat 
Hij Zijn voeten zet op de Olijfberg in Zijn
aanwezigheid, volgens Zacharia 14:4.

‘Dat is duidelijk.’

Voor het lichaam van Christus geldt de 
verborgen hemelvaart als de bazuin van
God klinkt. Net zoals de Heer in de dag
van Zijn opstanding naar de Vader ging.
Dat was ook een verborgen hemelvaart
zoals Hij tegen Maria zei: 

raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet
opgevaren naar Mijn Vader
                                       Johannes 20:17

Iets later op de dag ontmoette Hij 
Maria Magdalena en de andere Maria:

toen zij weggingen om het aan Zijn disci-
pelen bekend te maken, zie, Jezus kwam 
hun tegemoet en zei: wees gegroet!

En zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn
voeten en aanbaden Hem
.
                                        Mattheüs 28:9

Nu Hij bij Vader geweest is, mochten zij
Hem wel aanraken. De verborgen hemel-
vaart als heenwijzing naar Zijn verbor-
gen terugkeer (niet op de Olijfberg) zoals
vermeld in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. 
En: type van de hemelvaart die al de le-
den van Zijn lichaam (mogelijk zeer bin-
nenkort) gaan meemaken!

Woord vandaag

29 mei 2019

‘Bijzondere ontmoetingen.’

De Heer ontmoette velen van Zijn volk
toen Hij op aarde was. Steeds komt er
een speciaal iets naar voren. De Heer
reageert op een manier die je niet ver-
wacht. Hij heeft Zijn volk innig lief, al-
leen kwam er geen respons bij velen.
Men zag de tekenen en wonderen die
Hij deed, en mensen kwamen erop af.
Maar de woorden die Hij sprak, daar 
waren met name leden van het San-
hedrin niet blij mee. Zelfs volgelingen
(discipelen) haakten af. 

‘Hij kwam ook bij vrienden.’

Lazarus, Martha en Maria. Dat waren
bijzondere vrienden van Hem, Die zo
de liefde van God uitdroeg. Toen Hij
Zacheüs tegenkwam, moest Hij per se
in zijn huis zijn. Hij zag het geloof, ook
al was hij een verachte tollenaar; men-
sen lieten hem links liggen. Maar de 
Heer niet. Die had hem op het oog en
hij moest de wilde vijgenboom verla-
ten om de Heer te ontvangen in eigen
huis, nota bene. Hij was ook een zoon
van Abraham, een gelovige. 

‘Blijft boeiend, zeer opvallend.’

Hij sprak zoals nog nooit iemand had
gesproken en er waren al heel wat in-
dringende woorden door de profeten
gesproken. Jezus was de grootste Pro-
feet. Hij was het, Die later zou dopen in
heilige geest. Niet water, maar geest. In
de verslagen lezen we, dat Hij wel in wa-
ter gedoopt werd, maar dat Hij Degene
was, Die in heilige geest zou dopen. Ach-
teraf weten wij, dat dat zelfs voor de le-
den van het lichaam van Christus
geldt.
Zij zijn in één geest naarbinnen één
lichaam gedoopt (1 Corinthiërs 12:13).  

Woord vandaag

28 mei 2019

‘Boeiend, van die Samaritaan.’

Blijft een uiterst interessante ontmoe-
ting tussen de Heer en de wetgeleerde.
Lucas zal ongetwijfeld de diepere lagen
van deze ontmoeting met wat de Heer
vertelde, hebben geproefd. Hij was het,
die met Paulus meereisde en ook Han-
delingen schreef. Merkwaardig is toch, 
dat de strekking van dit gebeuren in de
regel onjuist uitgelegd wordt. Meestal
wordt gezegd, dat wij net als die Sama-
ritaan moeten zijn en dat de naaste de
beroofde en verwonde was die langs de
kant van de weg (van Jericho naar Jeru-
zalem) lag.

‘Het is andersom.’

Het punt is, dat de Heer verhalend ant-
woord gaf aan de wetgeleerde. Vraag
was: wat moet ik doen om eonisch le-
ven te verkrijgen? Leven in de komen-
de koninkrijkstijd onder de Messias in
de 1000 jaren is dat voor de Jood. De
Heer maakt duidelijk, dat die naaste 
van de verwonde de Samaritaan is. De
Heer is de Samaritaan en de gewonde
is de wetgeleerde. Die kon in het ver-
haal niets doen: ernstig gewond, lag te
sterven langs de kant van de weg. Door
rovers mishandeld en beroofd. 

‘Ja zo is het, kan niet anders.’

We zagen gisteren, dat de Samaritaan 
alles deed; de gewonde deed niets. En 
de naaste is de Samaritaan, want Die
bewees hem barmhartigheid. De ge-
wonde was zó door de Samaritaan be-
handeld dat hij niets anders meer kon
dan alleen die Naaste liefhebben. Na 
zoveel barmhartigheid (vorm van ge-
nade) was dat het enige wat over zou 
blijven. De wetgeleerde kon dus niets
doen om eonisch leven te krijgen. Hij
zou de Heer (dus ook Zijn woord) lief-
hebben. Een sprekend voorbeeld daar-
van vinden wij merkwaardig genoeg in
de geschiedenis die er in Lucas 10:38-
42 op volgt: Martha en Maria.

Woord vandaag

27 mei 2019

‘God geeft alles.’

De wetgeleerde die bij de Heer kwam,
vroeg in Lucas 10:25:

wat moet ik doen om het eonische le-
ven als lot(deel) te genieten?

De Heer vertelt dan het verhaal van de
man die door rovers werd overvallen 
en langs de kant van de weg lag. Ver-
volgens komen een leviet, een pries-
ter voorbij, en hielpen hem niet. Zij lie-
pen van Jeruzalem naar Jericho. In fei-
te de verkeerde kant op. Daarna komt 
een samaritaan langs die de man wel 
helpt. Bijzonder, dat deze olie en wijn 
in de wonden van de gewonde goot.

‘De wetgeleerde zag zichzelf?’

De Heer gaf antwoord op zijn vraag en
de conclusie is, dat de overvallene een
beeld van de wetgeleerde zelf is. En de
naaste, wie is dat? Dat is degene die de
gewonde man hielp. De samaritaan, en
dat is in feite de Heer Zelf. Hij was met 
ontferming bewogen over de beroofde
en bleek daarmee de Naaste te zijn. De
uitkomst van het verhaal is wat de Heer 
tegen de wetgeleerde zei: doe jij ook zo.
Daarmee bedoelde de Heer: ga je Naas-
te liefhebben, Die alles voor jou doet.

‘De wetgeleerde kon zelf niets doen?

Hij leerde door het verhaal dat de Heer
vertelde, dat hij zelf niets kon doen om
eonisch leven als lot(deel) te genieten.
De Samaritaan, de Heer Zelf, Díe deed
alles, net als in het verhaal. Hij kwam, 
zag hem, had ontferming, verbond zijn
wonden, goot er olie en wijn op, zette 
hem op zijn eigen lastdier, en bracht 
hem naar een herberg en droeg de ei-
genaar op voor hem te zorgen en be-
taalde alles. De gewonde, Hij deed zelf
niets
. Dat was het antwoord: het werd
voor hem gedaan. Daarna kon hij niet
anders dan zijn Naaste (de Samaritaan)
liefhebben.

Woord vandaag

26 mei 2019

‘We genieten van Zijn genade.’

We hebben het er vaak over in woord
vandaag. Maar dat is nodig, want als er 
één onderwerp is dat snel uit het zicht  
raakt, dan is dat Gods genade. Het was
bij de Galaten zó snel verwisseld voor 
iets anders, dat Paulus zich erover ver-
baasde (Galaten 1:6). We genieten van
de genade van de Heer Jezus Christus,
Die rijk was, maar ter wille van ons, en
alle schepselen, arm werd, opdat wij en
de rest van de schepping door Zijn ar-
moede rijk zouden worden.

‘Dat klonk ook bij Filippenzen.’

Toen was dat ook aan de orde, omdat
Paulus voor de armen van de heiligen 
te Jeruzalem een gift meenam. Dat was
opgebracht door gelovigen in het toen-
malige Macedonië (nu Griekenland). Ze 
waren niet rijk, maar gaven royaal. Als
Voorbeeld van geven noemt Paulus in
2 Corinthiërs 8:9 de Heer Zelf. Hij werd
arm om ons rijk te maken. Die gezind-
heid, de ootmoedigheid kenmerkt Hem
en zou ook ons karakteriseren. Wij zijn 
rijk geworden door Zijn tijdelijke armoe-
de. Wat een genade.

‘We zijn rijk in Zijn genade.’

Doordat Hij arm werd, in geloof Zijn 
weg ging, zijn wij nu gerechtvaardigd 
en verzoend met God. Hij brandde op 
als werkelijk brandoffer in Zijn dienst 
aan God. Zoals een brandoffer, in wer-
kelijkheid een opstijg(offer) een aange-
name geur voor Jahweh was, zo werd 
ook de Zoon dat voor Zijn Vader. Dat 
wij daarin gezegend worden maakt het
evangelie duidelijk. Dat klinkt vandaag 
en laat zien, dat God de Vader van on-
ze Heer Jezus Christus
werkelijk liefde
is. Voor die God is het waard, je leven
te leven, diep beseffend: het is genade.