Woord vandaag

19 september 2018
‘Hogere roeping voor ons.’

Dat heeft God nu eenmaal zo bepaald
in Zijn woord. Israël heeft zeer rijke ze-
gen en beloften ontvangen. Blijft staan
voor hen, wat de apostel ook opmerkt:

zij zijn Israëlieten; voor hen geldt de
zoon-plaatsing en de heerlijkheid en
de verbonden en de wet-plaatsing en
de dienst en de beloften; tot hen beho-
ren de vaderen, en uit hen is, wat het
vlees betreft, de Christus.
           

                                 Romeinen 9:4,5

Dit is grote rijkdom, dat zal blijken in
de komende 1000 jaar en daarna op
de vernieuwde of nieuwe aarde.

‘Onze roeping hoger.’

Dat is niet anders dan het is. In weer-
wil van velen, die kennelijk graag op
aarde blijven. Ze vermengen wat zui-
ver aan Israël toebehoort en menen
daarbij aan te moeten schuiven. Door
bijvoorbeeld te doen wat Israël doet:
sjabbat houden, gezette hoge tijden
(‘feesten’) meevieren. Heeft geen nut,
men is bezig met iets dat niet aan het
lichaam van Christus is gegeven.

‘Gewoon voor hen laten staan.’

Onze roeping is te midden van de he-
melsen. Ook Hebreeën geeft een aan-
tal hints richting van de hogere waar-
heden voor het lichaam van Christus.
Hebreeën 3:1 zegt:

daarom heilige broeders, deelgenoten
van een hemelse roeping

Dat woord hemels is vrijwel hetzelfde
als het woord hemelsen in Efeziërs. De
schrijver wil daardoor de gelovigen uit
Israël meenemen om ze te tonen wat
de verwachting van het lichaam van de
Christus is.

Woord vandaag

18 september 2018
‘Rijke beloften voor Israël.’

Dat is zonder meer een feit. De zege-
ningen die het lichaam van Christus
ontvangt, zijn veel meer en groter en

hoger. Wij ontvangen belofte in Chris-
tus Jezus en niet in Jezus Christus.
Dat 
laatste is naam en titel van Zijn
verne
dering, terwijl Paulus Christus
voorop zet als heenwijzing naar Zijn
verhoging aan Gods rechterhand.

‘Wij zijn hoger gezegend.’

Dat is nu eenmaal zoals God het heeft
bepaald: hemelse, geestelijke zegen in
Christus, voor ons, aardse zegen voor
Israël. Geen classificatie. God heeft dat
zo bepaald. Het is een belangrijk ver-
schil, en zo zijn er vele te noemen. We
kunnen laten staan wat Israël, Gods bij-
zondere volk, toebehoort. God zegent
ons met een heel andere plaats, sfeer
en karakter van zegen.

‘Dan ben je er wel uit.’

Geen moeilijkheden meer. Israël staat
in de toekomst aan de spits van de vol-
keren. Zij verspreiden het licht van Gods
woord aan de natiën in de 1000 jaar en
daarna. We gaan in elk geval uit van de
letterlijke betekenis van die 1000 jaar
in Openbaring, net als dat wat van Israël
gezegd wordt, zij zijn het koninklijk pries-
terschap en zullen de volkeren leiden.
Machtige toekomstmuziek.

Woord vandaag

17 september 2018
‘Gods volk is Israël.’

Duidelijk, een waarheid die zo van de
bladzijden van de Schrift af te schep-
pen is. Er zijn zo enorm veel teksten
die dat zeggen. Onbegrijpelijk, hoe de
christelijke leer kon bedenken dat de
gemeente Israël zou zijn. Of ‘geestelijk
Israël’. Ze hadden Paulus niet goed na-
gelezen in Romeinen 9-11. Daar staat
het overduidelijk nog eens.

‘God heeft Zijn volk niet verstoten.’

Dat zal Hij natuurlijk nooit doen, het
volk is Zijn oogappel. Hij heeft het lief,
ondanks hun gedragingen in de loop
van de tijd. Daarvoor gingen ze bij ge-
legenheid in ballingschap. Maar terug-
keer was er ook; God had dat in Deu-
teronomium al beloofd:

dan zal Jahweh jullie Elohim een om-
keer brengen in jullie gevangenschap
en Zich over jullie ontfermen, en Hij
zal terugkeren en jullie verzamelen uit
al de volken waar Jahweh jullie Elohim
jullie verstrooid had
                         Deuteronomium 30:3

‘Hij zal terugkeren.’

In de vertalingen komt dat niet naar
voren wat de concordante vertaling
wel heeft: Hij zal terugkeren. Wie?
Jahweh jullie Elohim staat daar. Die
zal terugkeren en dat is de Messias
Jezus Christus. Die kan Jahweh als 
Naam dragen. God geeft Hem die in
Jehoshua (Jezus). Dat is Jahweh-Red-
der. Zo zal Hij Israël verlossen.

Woord vandaag

16 september 2018
‘Zoonschap voor Israël.’

Niet exclusief voor het volk van God.
Het geldt ook ons, die uit de natiën
tot het lichaam van Christus behoren.
Natuurlijk was dit in de tijd gerekend
eerst aan Israël gegeven. God had de
zoon Israël uit Egypte geroepen. Het
was daar van 70 uitgegroeid tot een
heel volk, ondanks soms zeer matige
omstandigheden.

‘Duidelijk de geschiedenis.’

Het volk werd uit Egypte, het huis 
van slavernij, uitgeleid. Door Mozes,
maar in feite door Jahweh Zelf, Die
hen met machtige hand verloste.
Dat volk bestond en bestaat uit on-
geveer 12 stammen. Naar Jakobus
waren in zijn dagen nog steeds de 12
stammen aanwezig, Jakobus 1:1.
Dat is de adressering, waar we wel
degelijk acht op slaan.

‘Zij worden verheerlijkt.’

Zeker, in de toekomst in het komen-
de koninkrijk op aarde. Volgens di-
verse stromingen zou dat koninkrijk
begonnen zijn ná verwoesting van
de Tempel en Jeruzalem, 70 AD, dan
is het een ‘geestelijk koninkrijk’, dat
overigens al bijna 2000 jaar duurt in
tegenstelling tot Openbaring 20, dat 
is de letterlijke 1000 jaar. Het aardse
koninkrijk is beloofd aan Israël en zij
zullen dan ook regeren. God roept in
deze tijd het lichaam van Christus uit
alle volkeren, zonder onderscheid te
maken op grond van het vlees.

Woord vandaag

15 september 2018
‘Israël en gemeente verschillen.’

Fundamenteel in deze tijd. We zou- 
den onderscheiden wat Israël en de
gemeente -lichaam van Christus-
 is.
Het woord gemeente (Grieks: ek
kle-
sia) is niet genoeg. De Israëlieten
die
in de wildernis wandelden, wor
den
in elk geval door Stefanus met dat:

ekklesia betiteld. De uitgeroepenen
uit Egypte. Israël, het volk van God.

‘Lichaam van Christus uniek.’

Ja, ook dat is een ekklesia, een uitge-
roepen groep. Uit alle volken (inclu-
sief Israël) zijn zij geroepen. In dat li-
chaam speelt afkomst uit welk volk
of religie geen enkele rol. Vlees kan
niet beslissend zijn, omdat in deze
tijd geest het leidende en heersen-
de is. We zijn gezegend met iedere
geestelijke zegen te midden van de
hemelsen in Christus.

‘Geen zegen van Israël?’

Nee. Er zijn wel overeenkomsten, en
grote verschillen. Iets dat zowel bij Is-
raël als bij het lichaam van Christus
geldt, is zoonschap. Plaats van zoon.
Dat is een bepaalde waardigheid, Is-
raël had de wet als een kind-geleider
tot op Christus. In Hem kon men het

zoonschap ontvangen. Maar dat zou
eerst gaan gelden voor het lichaam
van Christus.