9 januari 2018
‘Oproer achtervolgde Paulus.’
Je leest het in Handelingen, maar ook
in zijn brieven merk je het op. Het dui-
delijkst schrijft hij in Efeziërs. Dat is de
brief waarin het meest te vinden is op
geestelijk terrein. De opening is al ken-
merkend, dat de gelovigen gezegend
zijn met iedere geestelijke zegen te
midden van de hemelingen in Christus.
‘En de wapenrusting van God.’
De aanvallen komen van de geestelijke
machten van de boosheid te midden
van de hemelingen (Efeziërs 6:12). En
die werken via bloed en vlees, zoals ge-
noemd, ook in 6:12. Onze situatie was,
dat wij beïnvloed werden door de geest
die nu werkzaam is in de zonen van de
weerspannigheid (Efeziërs 2:2).
‘Paulus toont het geestelijke aspect.’
Uiteindelijk draait het daar helemaal
om. En alles werkt zich uit in het vlees,
het zichtbare. Nu zijn wij als gelovigen
verzegeld met de geest van de belofte,
de heilige en als zodanig zijn wij altijd
in Vaders hand. Toch hebben wij in de
praktijk van alledag die wapenrusting
nodig, die God (die geest is) geeft.