Woord vandaag

‘Omdat heel veel gelovigen niet weten, wat het grote verschil is tussen
Handelingen en de brieven van Paulus, is er verwarring.’
 

Dat is (helaas) maar al te waar. De opening van Handelingen geeft in
feite al de richting aan, wat ook niet anders kan. In Handelingen 1:3
staat:  
‘……
aan welke Hij ook, nadat Hij geleden had…..veertig dagen lang
……sprekend van de dingen die het koninkrijk van God aangaan….

Wat Lucas hier bedoelt met de uitdrukking ‘het koninkrijk van God’ kán
niet anders dan het aardse koninkrijk voor Israël zijn. Anders was niet
geopenbaard en sloot aan bij wat de profeten hadden gesproken en wat
door Johannes en de Heer Jezus gezegd was over dat koninkrijk.

‘Het klinkt allemaal heel erg logisch. Zowel Johannes als de Heer Jezus
riepen op tot bekering ‘want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen’.’
 

Vandaar dat de apostelen in Handelingen 1:6 vragen naar de tijd van de op-
richting van dat koninkrijk. Zij zeggen ook: ‘aan Israël’. Andere mogelijkheid
is er gewoonweg niet. De profetische lijn was, dat Israël het licht voor de vol-
keren zou zijn. Dus: via Israël uitbreiding van dat koninkrijk naar en over de
andere volkeren.

‘Dat is een rechte lijn, en heeft alles met de aarde te maken. En dat is ook alle-
maal het evangelie van de besnijdenis.’
 
 

Het evangelie van de besnijdenis is ook het evangelie van het koninkrijk,
men onderscheidt dat in de praktijk meestal niet van het paulinische evangelie.
Dat evangelie van Paulus roept niet tot het aardse koninkrijk, maar tot het rijk
in de hemelen, te midden van de hemelingen. Een hogere roeping! Genade!

  

  

   

   
 
 
 
 
 

 

Woord vandaag

‘Dat boek Handelingen vind ik nog wel wat verwarrend soms.
Want Paulus ging in de synagoge spreken en had het ook over
het koninkrijk en dergelijke.’

Dat is ook moeilijk, en leidt vaak tot verwarring. Paulus spreekt
eerst in Handelingen 13 over rechtvaardiging door geloof in zijn
toespraak in Antiochië in Pisidië. In vers 39 heeft hij het over
rechtvaardiging door geloof. En daarbij trekt hij een scheidslijn
ten opzichte van de Thora van Mozes.
Hij spreekt over de opgewekte Christus en daarna over rechtvaar-
diging door geloof.

‘Ja en als ik dan in vers 42,43 lees, zie ik dat veel Joden uit de synagoge
en de Jodengenoten meer willen horen. De heidenen wilden het ook
graag horen.’

Men hoorde iets anders dan men gewend was in de synagogen.
We lezen ook dat Paulus en Barnabas hen bemoedigden te blijven bij
de genade van God. Op de volgende sabbat kwam zelfs bijna de hele
stad samen. En dat leidde tot nijd en afgunst bij de Joden. Je ziet dus,
dat de prediking van genade direct weerstand oproept bij hen die in
slavernij onder de Thora zijn.

‘Het was een nieuwe ontwikkeling zeker? Eerder lees je toch in dat
hoofdstuk (Handelingen 13). dat Sergius Paulus als eerste echte
heiden tot geloof komt.’

Zeker, en dat nadat Barnabas en Saulus afgezonderd werden door de
heilige geest
in Antiochië in Syrië. Een belangrijk moment, waardoor
Barnabas samen met Saulus – Paulus op weg ging naar de heidenen.
De naamsverandering is ook van belang; niet toevallig meldt Lucas dat
in zijn verslag bij Sergius Paulus.

‘Allemaal opmerkelijke feiten, die wijzen op grote veranderingen.’

Handelingen blijft wel een boek dat verslag doet van de ontwikkeling van
de koninkrijksboodschap, met onder andere de rol die Paulus daarin ge-
speeld heeft. De waarheden voor het lichaam van Christus vinden wij
niet in Handelingen, maar in zijn brieven!

‘Fijn, bedankt! Het wordt al meer duidelijk zo, en helpt mij de lijnen van
het besnijdenis-evangelie en dat van Paulus uit elkaar te houden.’

Woord vandaag

‘Zeg, dat in Christus Jezus is wel opmerkelijk, als je dat nazoekt.
De genade die ons is geschonken in Christus Jezus haalde jij onlangs
aan uit 2 Timotheüs 1:8-11. Dat vind ik wel heel opmerkelijk.’

Nou en of dat opmerkelijk is! Paulus zegt daar, dat die genade in
Christus Jezus vóór eonische tijden ons geschonken is. Even daarvoor
schreef hij al, dat het niet in overeenstemming met onze werken is.
Paulus is bij uitstek de apostel die schrijft van overstromende genade.

‘Ja mooi. Toch denk ik weleens aan de woorden van Petrus in Handelingen,
als hij spreekt van geloof en genade. 
En hij is toch dé apostel van de besnijdenis?’

Als je Handelingen 15 leest, spreekt Petrus van de genade van de Heer Jezus.
Daar spreekt hij over de genade. Maar van wie? Van de Heer Jezus.
Nu lijkt het bijna overdreven, maar Paulus spreekt van de genade in Christus
Jezus
! Dát is de specifieke boodschap waardoor de gemeente, het lichaam van
Christus, geroepen wordt. In hetzelfde stukje schrijft hij namelijk ook van
redding en roeping!

‘Ja, nu wordt het duidelijker. Omdat Petrus ook spreekt van genade en geloof,
denk je bijna dat Petrus en Paulus dezelfde boodschap brachten. Maar nu zie
ik, dat er een opmerkelijk verschil is.’

Dat bevestigt wat Paulus in Galaten 2:7-9 schrijft. Twee evangeliën en twee
apostelschappen. Genade van de Heer Jezus hoort bij Petrus en de besnijdenis
en de genade in Christus Jezus bij Paulus en de onbesnedenen.

‘Dat dat al vóór de eonische tijden was gegeven, maakt het zó bijzonder!
Dat wordt bij Israël nooit gezegd. Wat een genade hebben wij ontvangen!’

Woord vandaag

‘Als je nadenkt over in Christus Jezus, wordt het wel heel bijzonder.
In de aanhef van de Efezebrief komt dat ook naar voren, toch?’

Paulus richt deze brief aan ‘de heiligen, die ook gelovigen zijn in
Christus Jezus’; dat geldt dus allen die in Christus Jezus zijn.
In Hem ontvangen zij overstromende genade. Wij zijn ons bewust, dat
wij in Hem uitgekozen zijn voor de nederwerping van de wereld.
Dan sluit dat direct al onze invloed uit. Het is helemaal Gods keuze
geweest! Het kiezen gaat altijd van God en Christus uit.

‘Maar soms hoor je dat de mens een keuze moet maken voor of tegen
Christus. Het is heel belangrijk dat iemand dat doet, het is beslissend,
zo wordt gesproken.’

Hoe goed bedoeld ook, het is volledig omgedraaid, geen evangelie dus.
In het paulinische evangelie doet Gód alles en ontvangt de mens alles
in genade. Daarom is aan God álle eer en heerlijkheid. Dat zouden wij Hem
geven, niemand anders dan aan God en Zijn Christus.

‘Jesaja schrijft in zijn 2e hoofdstuk, dat Jahweh alleen in de dag van de
Heer verheven zal zijn, en al wat zich verhief zal verlaagd worden.’

Dan is het wereldrijk van de wetteloze en de antichrist defintief voorbij
en zal de heerschappij op geen ander volk meer overgaan.
Israël zal dan aan de spits van de volkeren staan, als Gods lichtdrager.
Het woord zal uitgaan uit Jeruzalem en de onderwijzing uit Sion.
Het zal een tijd van verademing zijn!

‘En dan begint het grote werk van God om alles aan zich te onderwerpen?’

Dat zal na de gerichten op aarde door de Messias Jezus en Zijn volk gebeuren.
De gemeente is dan te midden van de hemelingen om daar dat werk te doen
onder leiding van Christus Jezus. Het zal een geweldig gebeuren zijn daar in
dat gebied dat voor het lichaam van Christus. Daar gaan wij de genade van
Christus Jezus doorgeven!

‘Ongelooflijk, zo’n toekomst, je raakt er niet over uitgedacht. Dat God zoiets
al zo lang voor ons had klaargelegd. Ik kan niet anders dan Hem danken.’

Genade is hetzelfde als vreugde in het Grieks, dus dat maakt je écht blij van
binnen. Alle reden om Hem te danken!

Woord vandaag

‘Het is zo fijn steeds te beseffen, dat er nooit iets meer tussen God en
ons kan komen. Het in Christus Jezus zijn is wel een heel bijzondere
positie.’

Het is heel belangrijk voor ons praktische leven als gelovigen. Als je
beseft dat wij allen één zijn in Christus Jezus, dan is dat een geweldige
aanwijzing van het feit, dat er geen onderscheid is. In Hem vallen alle
verschillen weg, zo schrijft Paulus in Galaten 3:26-29.

‘Dat Paulus dat toch al in een van zijn vroegste brieven schrijft is al
bijzonder, vind ik. Toen wist hij kennelijk alles al.’

Dat lijkt mij ook. In Romeinen schrijft hij later, dat er geen veroordeling
is voor hen die in Christus Jezus zijn (8:1). Later in dat machtige hoofd-
stuk, maakt hij duidelijk, dat niets ons kan scheiden voor de liefde van
God, die in Christus Jezus is. Je ziet: steeds in Christus Jezus.

‘Ja, als je dat in Christus Jezus nazoekt, kom je toch heel bijzondere dingen
tegen. Je leest er op veel plaatsen over.’

Bijvoorbeeld ook in 2 Timotheüs 1, waar staat dat ons in Christus Jezus genade
geschonken is vóór eonische tijden. Als je daar over nadenkt, gaat het je denken
te boven. Het is zóiets geweldigs, en daaruit blijkt dat het helemaal los staat van
wat wij ooit deden, doen en nog zullen doen! Je kunt er geen invloed op hebben,
want het is vóór eonische tijden al vastgelegd.

‘Het is een kwestie van geloof, je kunt er in verwondering over nadenken.
Dat God dat al in Zijn gedachten had voorgenomen in Christus Jezus, is evangelie
op zich.’

Het spreekt van de diepe wijsheid van God, die verborgen was gebleven totdat
Paulus (als enige) dat bekend kon maken. Aan hem werd het door Christus Jezus
geopenbaard. We hebben het hier dus over dingen, die door de apostelen van de
besnijdenis nooit bekend gemaakt konden worden!
Wat een genade hebben wij dan ontvangen!