‘Zeg, dat van gisteren zette wel aan het denken, soms denk je
dat de Bijbel andere dingen zegt over de schepping.’

In vers 20 gaat Spreuken nog even door:

d
oor Zijn kennis hebben de diepe wateren zich een weg gebaand,
en druipen de wolken van dauw.

In het Hebreeuws luidt het zo:

in Zijn kennis werden de afgronden gekliefd
en de luchten druppelen de nachtmist

De ‘afgronden’ is hetzelfde woord dat in Genesis 1:2 ook voorkomt.
De tweede zin vertelt iets over de toestand na Genesis 1:2, een her-
stelde aarde en hemelen. Daar regende het niet, maar een dauw
(mist) bevochtigde de aardbodem en zorgde voor de groei van plan-
ten.
Er is sprake van de afgronden die gekliefd werden waardoor de wa-
teren de hemelen en de aarde vulden. Alles was volgelopen met water.
Daarna gaat God deze chaos herstellen.

‘Het verband met deze teksten in Spreuken is dat het gaat om Zijn ken-
nis die dat alles tot stand heeft gebracht.’

Precies, met zóveel wijsheid heeft Hij alles tot stand gebracht en ook
onder water laten lopen, opdat Hij uit die chaos weer een nieuwe lijn
en tijd en zegeningen naar voren kan brengen.Het is ook Zijn wijsheid
die dat alles leidt en in Zijn hand heeft. Zelfs in de nacht zorgt God voor
vocht dat weer goed is voor de groei en groenheid van de schepping.

‘Fijn dat wij die wijsheid van Hem steeds beter leren kennen.’

Helemaal als we de wijsheid, die God aan Paulus gaf, leren kennen, dan
gaat het wel om de vaste spijs, oftewel de honing!