Woord vandaag

‘Dat boek Handelingen vind ik nog wel wat verwarrend soms.
Want Paulus ging in de synagoge spreken en had het ook over
het koninkrijk en dergelijke.’

Dat is ook moeilijk, en leidt vaak tot verwarring. Paulus spreekt
eerst in Handelingen 13 over rechtvaardiging door geloof in zijn
toespraak in Antiochië in Pisidië. In vers 39 heeft hij het over
rechtvaardiging door geloof. En daarbij trekt hij een scheidslijn
ten opzichte van de Thora van Mozes.
Hij spreekt over de opgewekte Christus en daarna over rechtvaar-
diging door geloof.

‘Ja en als ik dan in vers 42,43 lees, zie ik dat veel Joden uit de synagoge
en de Jodengenoten meer willen horen. De heidenen wilden het ook
graag horen.’

Men hoorde iets anders dan men gewend was in de synagogen.
We lezen ook dat Paulus en Barnabas hen bemoedigden te blijven bij
de genade van God. Op de volgende sabbat kwam zelfs bijna de hele
stad samen. En dat leidde tot nijd en afgunst bij de Joden. Je ziet dus,
dat de prediking van genade direct weerstand oproept bij hen die in
slavernij onder de Thora zijn.

‘Het was een nieuwe ontwikkeling zeker? Eerder lees je toch in dat
hoofdstuk (Handelingen 13). dat Sergius Paulus als eerste echte
heiden tot geloof komt.’

Zeker, en dat nadat Barnabas en Saulus afgezonderd werden door de
heilige geest
in Antiochië in Syrië. Een belangrijk moment, waardoor
Barnabas samen met Saulus – Paulus op weg ging naar de heidenen.
De naamsverandering is ook van belang; niet toevallig meldt Lucas dat
in zijn verslag bij Sergius Paulus.

‘Allemaal opmerkelijke feiten, die wijzen op grote veranderingen.’

Handelingen blijft wel een boek dat verslag doet van de ontwikkeling van
de koninkrijksboodschap, met onder andere de rol die Paulus daarin ge-
speeld heeft. De waarheden voor het lichaam van Christus vinden wij
niet in Handelingen, maar in zijn brieven!

‘Fijn, bedankt! Het wordt al meer duidelijk zo, en helpt mij de lijnen van
het besnijdenis-evangelie en dat van Paulus uit elkaar te houden.’

Woord vandaag

‘Zeg, dat in Christus Jezus is wel opmerkelijk, als je dat nazoekt.
De genade die ons is geschonken in Christus Jezus haalde jij onlangs
aan uit 2 Timotheüs 1:8-11. Dat vind ik wel heel opmerkelijk.’

Nou en of dat opmerkelijk is! Paulus zegt daar, dat die genade in
Christus Jezus vóór eonische tijden ons geschonken is. Even daarvoor
schreef hij al, dat het niet in overeenstemming met onze werken is.
Paulus is bij uitstek de apostel die schrijft van overstromende genade.

‘Ja mooi. Toch denk ik weleens aan de woorden van Petrus in Handelingen,
als hij spreekt van geloof en genade. 
En hij is toch dé apostel van de besnijdenis?’

Als je Handelingen 15 leest, spreekt Petrus van de genade van de Heer Jezus.
Daar spreekt hij over de genade. Maar van wie? Van de Heer Jezus.
Nu lijkt het bijna overdreven, maar Paulus spreekt van de genade in Christus
Jezus
! Dát is de specifieke boodschap waardoor de gemeente, het lichaam van
Christus, geroepen wordt. In hetzelfde stukje schrijft hij namelijk ook van
redding en roeping!

‘Ja, nu wordt het duidelijker. Omdat Petrus ook spreekt van genade en geloof,
denk je bijna dat Petrus en Paulus dezelfde boodschap brachten. Maar nu zie
ik, dat er een opmerkelijk verschil is.’

Dat bevestigt wat Paulus in Galaten 2:7-9 schrijft. Twee evangeliën en twee
apostelschappen. Genade van de Heer Jezus hoort bij Petrus en de besnijdenis
en de genade in Christus Jezus bij Paulus en de onbesnedenen.

‘Dat dat al vóór de eonische tijden was gegeven, maakt het zó bijzonder!
Dat wordt bij Israël nooit gezegd. Wat een genade hebben wij ontvangen!’

Woord vandaag

‘Als je nadenkt over in Christus Jezus, wordt het wel heel bijzonder.
In de aanhef van de Efezebrief komt dat ook naar voren, toch?’

Paulus richt deze brief aan ‘de heiligen, die ook gelovigen zijn in
Christus Jezus’; dat geldt dus allen die in Christus Jezus zijn.
In Hem ontvangen zij overstromende genade. Wij zijn ons bewust, dat
wij in Hem uitgekozen zijn voor de nederwerping van de wereld.
Dan sluit dat direct al onze invloed uit. Het is helemaal Gods keuze
geweest! Het kiezen gaat altijd van God en Christus uit.

‘Maar soms hoor je dat de mens een keuze moet maken voor of tegen
Christus. Het is heel belangrijk dat iemand dat doet, het is beslissend,
zo wordt gesproken.’

Hoe goed bedoeld ook, het is volledig omgedraaid, geen evangelie dus.
In het paulinische evangelie doet Gód alles en ontvangt de mens alles
in genade. Daarom is aan God álle eer en heerlijkheid. Dat zouden wij Hem
geven, niemand anders dan aan God en Zijn Christus.

‘Jesaja schrijft in zijn 2e hoofdstuk, dat Jahweh alleen in de dag van de
Heer verheven zal zijn, en al wat zich verhief zal verlaagd worden.’

Dan is het wereldrijk van de wetteloze en de antichrist defintief voorbij
en zal de heerschappij op geen ander volk meer overgaan.
Israël zal dan aan de spits van de volkeren staan, als Gods lichtdrager.
Het woord zal uitgaan uit Jeruzalem en de onderwijzing uit Sion.
Het zal een tijd van verademing zijn!

‘En dan begint het grote werk van God om alles aan zich te onderwerpen?’

Dat zal na de gerichten op aarde door de Messias Jezus en Zijn volk gebeuren.
De gemeente is dan te midden van de hemelingen om daar dat werk te doen
onder leiding van Christus Jezus. Het zal een geweldig gebeuren zijn daar in
dat gebied dat voor het lichaam van Christus. Daar gaan wij de genade van
Christus Jezus doorgeven!

‘Ongelooflijk, zo’n toekomst, je raakt er niet over uitgedacht. Dat God zoiets
al zo lang voor ons had klaargelegd. Ik kan niet anders dan Hem danken.’

Genade is hetzelfde als vreugde in het Grieks, dus dat maakt je écht blij van
binnen. Alle reden om Hem te danken!

Woord vandaag

‘Het is zo fijn steeds te beseffen, dat er nooit iets meer tussen God en
ons kan komen. Het in Christus Jezus zijn is wel een heel bijzondere
positie.’

Het is heel belangrijk voor ons praktische leven als gelovigen. Als je
beseft dat wij allen één zijn in Christus Jezus, dan is dat een geweldige
aanwijzing van het feit, dat er geen onderscheid is. In Hem vallen alle
verschillen weg, zo schrijft Paulus in Galaten 3:26-29.

‘Dat Paulus dat toch al in een van zijn vroegste brieven schrijft is al
bijzonder, vind ik. Toen wist hij kennelijk alles al.’

Dat lijkt mij ook. In Romeinen schrijft hij later, dat er geen veroordeling
is voor hen die in Christus Jezus zijn (8:1). Later in dat machtige hoofd-
stuk, maakt hij duidelijk, dat niets ons kan scheiden voor de liefde van
God, die in Christus Jezus is. Je ziet: steeds in Christus Jezus.

‘Ja, als je dat in Christus Jezus nazoekt, kom je toch heel bijzondere dingen
tegen. Je leest er op veel plaatsen over.’

Bijvoorbeeld ook in 2 Timotheüs 1, waar staat dat ons in Christus Jezus genade
geschonken is vóór eonische tijden. Als je daar over nadenkt, gaat het je denken
te boven. Het is zóiets geweldigs, en daaruit blijkt dat het helemaal los staat van
wat wij ooit deden, doen en nog zullen doen! Je kunt er geen invloed op hebben,
want het is vóór eonische tijden al vastgelegd.

‘Het is een kwestie van geloof, je kunt er in verwondering over nadenken.
Dat God dat al in Zijn gedachten had voorgenomen in Christus Jezus, is evangelie
op zich.’

Het spreekt van de diepe wijsheid van God, die verborgen was gebleven totdat
Paulus (als enige) dat bekend kon maken. Aan hem werd het door Christus Jezus
geopenbaard. We hebben het hier dus over dingen, die door de apostelen van de
besnijdenis nooit bekend gemaakt konden worden!
Wat een genade hebben wij dan ontvangen!

Woord vandaag

‘Wat een bijzonder iets hè, die genade van God. Je raakt er niet over uit-
gedacht. Het is zo wonderlijk allemaal.’

Ja het is een bevrijdende boodschap. Het verlost je van alle vormen van
slavernij. Een gelovige weet zich vrij onder de genade van God. Daarom 
is het goed, je steeds de woorden van Paulus in Galaten 5:1 in herinnering
te brengen: ‘Staat dan in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt 
heeft en laat je niet opnieuw een slavenjuk opleggen’
.

‘Het is een leerproces, maar we leren van Paulus, dat wij dood zijn voor de
zonde en levend voor God in Christus Jezus.’

Deze woorden uit Romeinen zijn uiterst belangrijk! Wij zijn levend voor
God, dáármee zouden wij rekenen, en tegelijk dood voor de zonde. Want
wij zijn in Christus Jezus. En God ziet ons altijd net zo volkomen als Hem,
Christus Jezus zelf! Dat heeft verstrekkende praktische gevolgen.

‘En als wij nu toch zondigen? Want we zijn toch nog met dat oude lichaam
hier op aarde?’

Nou? Wat verandert er dan? Is Gods genade minder geworden als wij iets
deden wat niet in de haak was? Wíj denken dat dan Gods glimlach plaats
maakte voor een boos gezicht. Het tegenovergestelde is waar: de genade
is weer toegenomen, want die blijkt groter te zijn dan ons tekortschieten!

‘Wat is dat toch geweldig hè, als dat echt goed tot je doordringt. Hier word
ik nou blij van in mijn hart. En ik denk, vele andere gelovigen net zo!’

Mooi he, het is dus écht een goed bericht wat wij van de apostel van de natiën
in onze schoot geworpen krijgen. Het evangelie is immers kracht van God
tot redding voor een ieder die gelooft, eerst de Jood en ook de Griek.
Denk erom, dat de genade van God hét werkzame middel is tot een waardige
wandel voor God. Er kan nooit meer iets tussen God en ons komen. Nooit meer.

‘Amen! Daar ga ik God voor danken!’

Dat lijkt mij een heel goed idee, ik doe mee!