Woord vandaag

‘We kijken naar de gemeente.’

We eindigden gisteren met de unieke
hemelse bediening van het lichaam van
Christus. Dan bedoelen we niet een be-
diening op aarde die een hemels karak-
ter heeft. Dat is voor de heiligen van
Israël weggelegd.
Het gaat om een bediening in de hemel
en te midden van de hemelsen
.

‘Duidelijk, wat mij betreft.’

Velen ontkennen dit geweldige wat we
via Paulus horen. Zij menen dat zij op
aarde zullen blijven en zelfs de grote
verdrukking zullen meemaken. Hiertoe
wordt –zoals zo vaak- het moment van
de bazuin van God anders gezien of er-
ger: weggeredeneerd.

‘Jammer, ik ben er zo blij mee.’

De vele pogingen die al ondernomen
zijn om de verwachting van de gemeen-
te weg te nemen: het blijft merkwaardig.
De een meent dat de gemeente door
de grote verdrukking moet gaan. De an-
der zegt dat het voor een ander lichaam
geldt dan wat nu geroepen wordt.

‘Je wordt er bijna moe van.’

Het is een kakafonie. Als je gewoon de
brieven volgt waar het in staat, 1 en 2
Thessalonicenzen, is het duidelijk. De ba-
zuin van God wordt aan het prille begin
van de tijd van genade voor ogen gesteld
als de verwachting voor het lichaam van
Christus. Wanneer? Uit het komen van
de verontwaardiging (van God), 1 Thes-
salonicenzen 1:10!

Woord vandaag

‘Wat een geweldig doel van God.’

Allen hebben uiteindelijk leven. De 2e
dood is tussenstation. Het laatste wat
de levende God en Vader geeft aan de
mensen, is leven, onsterfelijkheid, de
levendmaking van allen staat in de eer-
ste brief aan de Corinthiërs.

‘De liefde van God.’

Dat woord reikt verder dan wat Vader
onthulde aan Johannes op Patmos. Dat
is de uiterste openbaring aan de Besnij-
denis. Wat verder reikte, veel verder,
gaf Vader aan de apostel Paulus. Die
mocht verder zien, en dus een grotere
heerlijkheid waarnemen.

‘Wat fijn, dat we dat mogen zien.’

Het geeft licht, leven en rust in je hart.
Uitzicht op een toekomst voor ieder-
een. En niet alleen voor alle mensen,
maar ook voor de geestelijke machten
en krachten. Daarvoor zet Vader de
gemeente in, die het lichaam van

Christus is. Wat een bediening!

Woord vandaag

‘Tweede dood is in Gods hand.’

Het is niet eindstation van ongelovigen.
De een denkt dat de ongelovigen die
daarin geworpen worden na het gericht
van de grote witte troon, voor eeuwig
gepijnigd worden. Verschrikkelijk, maar
artikel 37 van de nederlandse geloofsbe-
lijdenis belijdt dat.

‘Er zijn ook andere opvattingen.’

De ander denkt, dat de ongelovigen daar-
in vernietigd worden en nooit meer 
terug-
komen. Volledig weg. Maar ook
dat klopt
niet met wat Paulus schrijft:

want evenals in Adam allen sterven, zo
zullen ook in Christus allen levendgemaakt
worden
                    1 Corinthiërs 15:22

Het is dus leven wat de klok slaat in het
echt goede nieuws van de apostel.

‘Ja, ik ben er blij mee.’

God heeft niet besloten, dat dood het
einde van alle ongelovigen is. Ook al
meent artikel 37 ngb dat dat een vorm
van leven (pijniging) is. Zijn eigen woord
door Paulus is doorslaggevend, en dat
is leven voor alle Adamieten. Zij blijken
door de laatste Adam, Christus, gered te
zijn. Levendgemaakt, heerlijkheid.

Woord vandaag

‘Fijn die studie over de 2e dood.’

Ja die is gisteren opnieuw geplaatst met
juiste verwijzing. Het naluisteren waard,
om te ontdekken wat de 2e dood volgens
de Schrift is. Antwoord op de grote vra-
gen waar mensen vanuit (kerkelijke) tra-
ditie mee worstelen.

‘Mensen weten niet wat het is.’

De tweede dood is wat het is: de 2e
dood. Niet een vorm van leven, anders
zou het niet de 2e dood heten. Zo lastig
lijkt dat niet te zijn. Alleen doordat men
in heidens denken gelooft in de onster-
felijkheid van de ziel (slang-hof-eva),
meent men dat dood-zijn betekent dat
je verder leeft.

‘Als het zo ziet, is het niet moeilijk.’

Is het uiteindelijk niet, nee. Wanneer God
Johannes laat schrijven dat het
meer van
vuur de tweede dood is, dan 
is dat zo.
In de gesproken studie en in 
het geschre-
ven artikel wordt het ver
der belicht.
We zouden dan geloven
wat God zelf in
Zijn woord zegt.

Woord vandaag

‘Ik ben stil van wat we zien.’

Ja, gister kwam het woord van onze ge-
liefde Heer tegen Pilatus naar voren.
Pilatus zei eerst tegen de Heer Jezus:

Weet U niet, dat ík volmacht heb U los
te laten en volmacht U te kruisigen?

                                     Johannes 19:10

Dat legde Hem niet het zwijgen op. In-
tegendeel. Hij antwoordde het voor
Pilatus én ons verbluffende:

U hebt geen volmacht tegen Mij, be-
halve dat het U gegeven werd van
boven af
                        Johannes 19:11

‘Opmerkelijke woorden, bijzonder.’

Dit is een van de illustraties in de Schrift
van de grote waarheid, dat God alles be-
werkt in overeenstemming met de raad
van Zijn wil
. Pilatus had zijn positie nooit

kunnen bereiken wanneer God het hem
niet gegeven had. Dat was ooit ook zo
bij de Farao, die Israël verdrukte.

‘Maar het is ook bij ons zo.’

Je kunt niets zonder Hem. De Heer zei
dat ook tegen Zijn leerlingen:

zonder Mij kunnen jullie niets doen
                                      Johannes 15:5

Dat zei Hij onder het prachtige voor-
beeld van de wijnstok en de ranken.
Zij konden slechts vrucht dragen wan-
neer Hij het gaf. Zo is het ook bij ons.
Vrucht van de geest zal pas in ons leven
zichtbaar worden als God groei geeft.