‘We leven van genade, uit het geloof.’
Dat zijn de geestelijke facetten die bij elkaar horen. Geloof en genade.
Geloof heeft per definitie geen verdienste. Het is genade, dat wij, jij en
ik, geloven. Heerlijk evangelie, dat van Paulus. Iets anders in deze tijd
is ongezond en het levert een ziek geloof op. Dat je twee boodschappen
niet met elkaar kan mengen, zegt Paulus duidelijk genoeg.
‘Ernstig genoeg, maar we blijven blij met het evangelie.’
We zijn sowieso blij met de Bijbel, het woord van God. Dat kan niemand
ons ontnemen. Het woord van God is niet gebonden. Aan geen enkele
plaats of lokale gemeente. God zorgt zelf voor Zijn woord, dat voortgaat.
Hij zal er zelf wel voor zorgen dat het blijft klinken. Zoals Paulus als een-
zame apostel verder ging terwijl hij in heel wat gemeentes niet langer
welkom was.
‘Ja, hij was een geroepen apostel, en afgezonderd.’
De verkondigers van zijn evangelie komen vroeg of laat ook in een een-
zame positie. Het gaat er niet om, dat er een grote aanhang is qua aan-
tal mensen, maar dat de verkondigers van de geheimenissen trouw zijn.
Aan het betrouwbare woord dat hen overgeleverd werd. Dat zijn de ge-
zonde woorden die nu zouden klinken.
‘Gezonde woorden zijn tot opbouw.’
Dat mogen we najagen; wat de vrede en de onderlinge opbouw be-
vordert. We zijn tot opbouw wanneer we de gezonde woorden van
Paulus doorgeven en er zelf blij mee zijn. Die vreugde en dankbaar-
heid van ons hart, komt ook naar buiten. Daarmee kunnen we voor
de ander een bemoediging geven, We mogen de God van alle ver-
troosting kennen, bijzonder en vol genade!