Woord vandaag

‘Wat enorm. Zo’n bediening die ons wacht. Efeziërs onthult dat.’

De verzen Efeziërs 2:6,7 spreken daarvan:

….en zet ons gezamenlijk te midden van de hemelingen in Christus
Jezus, opdat Hij in de komende eonen tentoon zal spreiden de
overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid voor ons in
Christus Jezus

Wij zijn in Christus Jezus gezet te midden van de hemelingen. Daar-
om gaan wij niet de politiek in, want wij hebben te maken met de
hemelingen en de machten daar en niet met de machten op aarde.
Ons domein is in de hemelen (Filippenzen 3:20); daarom kunnen
wij onze aardse omstandigheden relativeren.

‘Voor ons is dus deze aardse situatie betrekkelijk en niet absoluut.’

Wij hebben een hemels burgerschap, dat is geen burger op aarde
die een hemels karakter heeft. Het is daadwerkelijk burger zijn in
de hemelen te midden van de hemelingen. Wij dienen Christus
Jezus en niet Jezus Christus. Soms nodig om te zeggen, omdat men-
sen deze verschillen snel vergeten. Wij zijn geroepen om boven,
met Christus Jezus, een bijzondere plaats in te nemen. Onze hoge
roeping zouden wij niet vergeten!

‘Mijn verwondering neemt alleen maar toe, als ik eraan denk.’

Wij zijn gered, in genade ja. Maar ook voor genade. En dat beschrijft
Paulus in vers 7. Tentoon spreiden van Zijn genade in Zijn mildheid
voor ons in Christus Jezus. Aan wie? Aan elkaar? Nee. Aan God die
ons genade schenkt? Nee. God zelf zet ons in als tentoonspreiding
van Zijn genade aan de hemelingen. Al die hemelse machten en
krachten zullen daarvan versteld staan. Eonen lang zullen wij daar-
voor de tijd krijgen. Ongelooflijk!   

Woord vandaag

‘Er staan twee opmerkingen in Efeziërs 2:4-6 die tussendoor gezegd
worden door Paulus.’

De eerste is: wij die dood zijn voor de krenkingen en de begeerten.
Dat geldt de gelovigen in Christus Jezus, want zij zijn zich bewust ge-
worden, dat zij met Hem gekruisigd, gestorven en begraven zijn en
opgewekt om in nieuwheid van leven te wandelen. Als je daarmee
bewust rekent, dan ga je niet langer door in krenkingen en begeerten.
Je bent niet langer in slavernij onder de zonde. Dat heeft niet te ma-
ken met ons gevoel, maar met de feiten van Gods woord.

‘Toch doen we nog weleens dingen die niet kloppen.’

We zijn niet vrijgemaakt van het zondigen. We zijn niet zondeloos
geworden. Maar we leven wel in genade, God veroordeelt ons niet.
Hij rekent ons de dingen die niet kloppen niet langer aan. Hij werkt
wel door in ons leven, zodat de zonde teruggedrongen wordt en wij
meer leven tot Zijn eer.
En de tweede tussendoor opmerking is ook een belangrijke:
in genade zijn jullie geredden (vers 6)

‘Dat is heel fijn, want wij leven in dat klimaat. Genade om ons heen.’

We kunnen de diepte van Gods liefde en genade niet peilen. Hij zal
in Zijn genade ons doen roemen in Christus Jezus en niet in onszelf.
We hebben alles aan Hem te danken. Misschien zou zelfs mogen le-
zen: voor genade zijn jullie geredden. Dan wijst het op onze komen-
de bediening, die in Efeziërs 2:6,7 aan de orde komt! 

Woord vandaag

‘Behoorlijk onder de indruk. Dat ben ik van Efeziërs 2.’

Daar staat nogal wat ja. God maakt ons gezamenlijk levend in Christus.
Hij wekt ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk in Christus Jezus te
midden van de hemelingen. Wat een roeping en wat een genade. Wij
zijn niet alleen door genade gered, maar ook in genade geredden. En
zelfs kun je denken aan: voor genade geredden. Dan gaat het nog een
stapje verder. Om die genade te tonen, boven aan de hemelingen.

‘Heerlijk. Wat een geweldige boodschap. Onze bediening!’

We lopen in de maat van Gods genade. Hij vangt ons op. Zijn genade
is voor vandaag ook weer genoeg. Zijn kracht wordt in zwakheid be-
kend. We kunnen niet anders dan ons daarin verheugen. Een God
die ons zó liefheeft. En in Zijn voorbestemmen ons kennelijk bedoelde
voor het lichaam van Christus. Wat een heerlijke waarheden mogen
wij toch kennen. Ook dat is genade.

‘Gods genade is de kern van het evangelie.’

Als God ons begenadigt in de Geliefde, dan is Zijn liefde in actie, wat
een heerlijkheid waarin wij mogen roemen. Het is een aanstoot voor
religieuze mensen. Zij willen werken, het verdienen. Daarom is Gods
genade zo’n moeilijke boodschap. Maar wel een waar je blij van wordt
en blij van blijft. En je kunt genade doorgeven, dagelijks. Door die an-
der die God naast je neerzet, genade te schenken. Dan gaat er iets ge-
beuren, dan blijft de verstandhouding goed, dan werkt God door!

Woord vandaag

‘Wat een fijn stukje in Efeziërs 2 zeg!’

Het is heel bijzonder. Wij zijn ingesloten in de liefde van God; God
die ons altijd liefheeft. Er wordt gesproken over wat Hij doet:

God echter……..maakt ons gezamenlijk levend in Christus en wekt
ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk te midden van de heme-
lingen in Christus Jezus

Let op dat drie keer gezamenlijk ; wij hebben deze rijke zegeningen
gezamenlijk met Christus Jezus. Wij genieten nu al in de geest deze
rijkdom. Voor wat betreft onze geest is dit al een feit: levendgemaakt,
opgewekt en gezet te midden van de hemelingen. Later zullen wij dit
ook lichamelijk meemaken bij de bazuin van God!

‘Machtig zeg, dat wij dit zomaar ontvangen en er niets voor hoeven
te doen. Gratis. Genade dus!’

Dit is onderdeel van het goede nieuws dat in Efeziërs klinkt. Een unieke
boodschap die je nergens anders hoort. Niet bij de twaalf, niet bij de
profeten van Tenach, niet in de Thora van Mozes. Alleen en uitsluitend
bij Paulus, de leraar van de natiën. Het gaat erom, dat wij tot bewust
besef komen van deze geweldige waarheden. Daarvoor hebben wij de
geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem nodig. Paulus
bidt erom, en als hij het doet, dan wij ook.

‘Het is daarom heel fijn, dat wij dit horen en geloven. Velen hebben
hier geen zicht op – helaas.’

Kennelijk was dat dan toch de diepste bedoeling van Vader. Maar re-
latief wienigen die dit weten. Hij heeft ons lief, en dat gaat heel ver te-
rug in de tijd, zelfs voor de tijden van de eonen. Daarom kan er niets
mis gaan met de gelovigen in Christus Jezus. Zij zijn voorbestemd tot
deze levendmaking bij de bazuin en zij zullen straks lijfelijk hun plaats
mogen gaan innemen te midden van de hemelse machten en krachten.
Daar spreken de volgende verzen over, waar we nog naar gaan kijken!

Woord vandaag

‘Ongelooflijk fijn he, dat Efeziërs 2:4. Wat een grote God!’

God echter, die rijk is aan barmhartigheid vanwege Zijn onmetelijke
liefde waarmee Hij ons liefheeft

Wat is dit geweldig. Dat liefheeft is een feit. Het blijft altijd zo. God had
ons lief, heeft ons lief en zal ons liefhebben. Wanneer? Altijd.
Achter die barmhartigheid zit dat warm kloppende hart van God, dat
niet zal ophouden Zijn schepping lief te hebben. Je zou bijna kunnen
zeggen: God kan niet anders dan liefhebben, want Hij is liefde. Hij had
ons eerst lief, goot die liefde in onze harten uit door Zijn geest en kreeg
zo het warme respons uit ons hart. Wij hebben Hem lief.

‘Een grote God, die alleen wijs is en zo’n groot hart heeft.’

En omdat dat zo is, zal Hij eens, door Zijn geliefde Zoon en de zonen
die Hij daarvoor uitkoos, heel de schepping aan Zijn hart drukken.
Geen ander evangelie gaat zo ver. En Paulus mocht dat onthullen.
De diepste diepte van Zijn liefde wordt in Efeziërs bekend. En daarna
komt de liefde van Christus in hoofdstuk 3 aan de orde. Ook dat is
weer fantastisch. Alle vijandschap, haat, onmin en onvrede zal eens
wegsmelten in de gloed van Zijn onmetelijke liefde.

‘De God en Vader van onze Heer Jezus Christus zal alles overwinnen.’

De overwinning is al behaald op Golgotha, toen Zijn geliefde Zoon
door mensenhanden aan het vloekhout genageld werd. Daar werd
Hij tot zonde gemaakt. De zonde was voor de meeste mensen geen
probleem, zij zondigden –net als vandaag nog steeds- er vrolijk op
los. Maar voor God was de zonde wel een probleem. En Hij heeft het
probleem opgelost. Doordat Hij de zonde op Zijn Zoon legde en Hij
zo tot zonde werd gemaakt. Toen ging de Zoon met zonde en al het
graf in, bij wijze van spreken. De mens Christus Jezus kwam als eer-
steling van de nieuwe schepping uit het graf, opgewekt door Vader!