Woord vandaag

‘Mooi gisteren, dat toekomstperspectief voor Israël.’

Onder leiding van haar Messias Jezus Christus. Ja dat is een machtig
perspectief, dat we overal in de Schriften tegenkomen. We zijn men-
sen die het voorrecht hebben dit al te zien. Ook dat is genade.

de weg van goddelozen is als de donkerheid
zij weten niet waarover zij struikelen zullen

Zegt Spreuken 4:19. In scherp contrast met het vorige vers. De tsaddiqim,
de rechtvaardigen tegenover de goddeloze (slechte). Licht, heel veel licht,
tegenover duisternis. In licht wandelen betekent: je nergens aan stoten
en geen moeite met het pad wat je bewandelt. Dat gold zeer voor de Heer
toen Hij op aarde was en nóg meer in Zijn opstanding. Hij kwam uit duize-
lingwekkend veel licht en werd mens. Na Zijn opstanding en verheerlij-
king en verhoging aan de rechterhand van Vader bewoont Hij nu een
ontoegankelijk licht!

‘De mens wandelt in duisternis als hij het licht van Gods woord ontbeert.’

Absoluut, en dat zal dan leiden tot struikelen en vallen. Dat struikelen
deed Israël (Romeinen 11:11) en zie wat God daaruit tevoorschijn brengt?
De redding gaat naar de gojim, de heidenen, de natiën, en is tot uitroeping
van de gelovigen van het lichaam van Christus. Dat wil zeggen, dat de duis-
ternis en donkerheid over het volk van God moest komen, zodat zij een
periode doorbrengen waarin Jahweh Zijn aangezicht voor hen verbergt.

‘Het is heel wat, dat wij zo overzicht en inzicht kunnen hebben.’

Zo zal ook in de (nabije) toekomst de goddeloze wereldmacht krijgen als
hij zich als de wetteloze van geen enkele wet iets aantrekt. We zien in het
Midden-Oosten de onrust al ruim een jaar bezig, als het gaat om omval-
lende regimes. Het lijkt zelfs in Saudi-Arabië onrustig te worden, en t
och
weten wij, dat alles in Gods hand is!

Woord vandaag

‘We kijken nu naar vers 18, wat een tegenstelling tot de vorige verzen!’

en het pad van rechtvaardigen is als schijnend licht,
en licht op totdat de dag vast is geworden.

Hier moet je toch onwillekeurig denken aan de dag van de opstanding,
dat was licht in de duisternis, wat het ook voor het volk Israël zal zijn.
Zoals Jesaja het prachtig zegt in Jesaja 60:1,2 :

Licht op! Licht op!, want uw licht komt
en de heerlijkheid van Jahweh gaat over u op.
Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken
en donkere wolken de volken,
maar over u zal Jahweh opgaan
en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.

Als de Heer Jezus Christus komt voor Zijn volk, zal het licht over hen
opgaan. Hij zal hen begroeten in de heerlijkheid van Jahweh. Hij, de
Heer Jezus Christus, is dé Tsaddiq, dé Rechtvaardige bij uitstek. Dan,
als Hij komt zal Hij de rechtvaardigen van Zijn volk verzamelen en
met hen optrekken naar Jeruzalem, vanuit Petra (Sela)!
‘Geweldige toekomst voor het volk, en dat mogen wij nu al zien
door het profetisch Woord, dat bijzonder vast is!’

Hij zal de weg banen, en via de koninklijke weg zullen zij naar Jeru-
zalem
optrekken, waarschijnlijk dezelfde route als destijds de kleine-
re Jozua bewandelde toen die met het volk Israël Kanaän binnentrok.
En die moesten het land veroveren op de toenmalige bewoners, de mu-
ren van Jericho vielen om en de inwoners werden gedood.

‘Toch wel heel opmerkelijk, dat zulke geschiedenissen zo’n profetische
inhoud blijken te hebben.’

De hele Schrift is een en al profetie. In alle geschiedenissen zitten waar-
heden
die later opnieuw op een wat andere manier, maar langs dezelfde
lijnen zullen verlopen. De verborgen betekenis van veel bijbelgedeelten
blijken steeds weer waarheden te bevatten van de tijd van de verborgen-
heid waar wij nu nog steeds
in leven en waardoor we uitzicht hebben op
de climax van de verborgenheid: de wegrukking van het lichaam van
Christus en daarna de onthulling van Hem en wij met Hem, en dat later
aan heel de schepping!

Woord vandaag

‘Vandaag weer naar Spreuken, gisteren was ook weer bijzonder,
hoe het in de nabije toekomst gaat.’

want zij eten brood van goddeloosheid
en drinken wijn van gewelddaden

Een aparte beeldspraak. Het woord brood (Hebreeuws: lèchèm) is
heel nauw verwant aan het woord dat met ‘eten’ vertaald is.
Heel treffend hoe in een typisch Hebreeuwse manier van spreken
de enorm lust tot slechtheid en geweld wordt uitgedrukt. Het is en
blijft een erg sterk weergegeven. Zo zullen de aanhangers van de
antichrist zijn. Enorm bloeddorstig en erop uit, iedereen die anders
belijdt dan hun religie, te doden. Met ‘de scherpte van het zwaard’.

‘Bedoel je dan te zeggen dat het doden in de tweede helft van de
70e week van Daniël met iets anders dan het zwaard gebeurt?

We kunnen misschien denken aan een vreselijk werktuig uit de toch
nog enigszins recente geschiedenis: de guillotine. Het lijkt erop, dat
de dood door onthoofding gaat plaatsvinden. Allen die het beest en het
beeld van het beest niet willen aanbidden zullen gedood worden. Net
als in de dagen van Nebukadnezar (Daniël 3) men in een vurige oven
geworpen werd.

‘Maar dan is het lichaam van Christus toch al van de aarde weggerukt?’

Jawel, en als dat gebeurt, gaat het kwaad enorm doorzetten om tot een
climax te komen in de tweede helft van de laatste jaarweek. Dan zal God
door Zijn Zoon ingrijpen en precies op tijd het gelovig overblijfsel van
het Joodse volk in veiligheid brengen door een dal van ontkoming te
creëeren waar zij een vluchtroute hebben om te kunnen vluchten naar
Petra in Jordanië!

En intussen gaat men door met eten van het brood van het slechte en het
drinken van de wijn van gewelddadigheid?’

Zo zal het zijn, het is niet anders. Zo staat het beschreven in het Pro-
fetisch Woord, dat zeer vast is. Die woorden zijn zeer behartenswaar-
dig en als het ontbreekt in prediking en onderwijs, zal het zicht op
de tijd waarin wij leven, ontbreken. Voor de gelovige die wel acht
slaat op dat woord, zal het een diepe zekerheid zijn: God volvoert
Zijn plannen!

 

Woord vandaag

‘Vandaag kijken we naar vers 16 van Spreuken 4?’

zij slapen immers niet als zij geen kwaad hebben gedaan,
zij worden van hun slaap beroofd als zij niet iemand hebben
laten struikelen.

Hier zien we opnieuw het innerlijk van de slechte (wetteloze) of
de kwaaddoener uit de vorige verzen. Zij leven kennelijk als zij
kwaad kunnen doen. Dat is de afbreker, degene die erop uit is de
dingen voor en van anderen kapot te maken. Criminelen! Zouden
wij nu zeggen. Hun slaap wordt zelfs van hen weggerukt als zij geen
kwaad hebben kunnen doen.

‘Dat is nogal wat. Lopen er vandaag zeker wel heel wat van rond op
deze aarde.’

Ja, en de wetteloze zal straks erop uit zijn het volk Israël uit te roeien,
hen geweld en kwaad aan te doen. Hij zal dat doen terwijl hij keurig
in strak pak op televisie zijn ‘waarheden’ naar voren brengt, waar ieder-
een zich aan moet houden. Omdat hij ook een zeer gladde diplomaat is,
zal hij de Verenigde Staten van Amerika, Europa, Afrika en het Midden-
Oosten achter zich hebben.

‘Maar hij past dus in de beschrijving van Spreuken 4:16?’

Jawel, want Daniël schrijft dat hij kwaad in de zin zal hebben en zelfs
woorden tegen de Allerhoogste zal spreken, de waarheid op aarde zal
werpen en de wereld zijn wil opleggen. Die wereld zal deels uit liefde
en vooral uit angst voor de grote mensenmassa’s die hij achter zich
heeft, zich voor hem buigen. Hij zal zelfs aanbidding opeisen.

‘Ongelooflijk. Dat men zó misleid zal zijn!’

Ja, en dat gaat allemaal gebeuren, de wereld wordt daar naartoe ge-
dreven. Het is niet te keren. Uiteindelijk zal het exact volgens het
bijbelse profetische scenario verlopen. Geen misverstand daarover!
En degenen die dat niet willen horen, die moeten dat zelf weten,
maar missen dan het onderscheidingsvermogen om de tijd waarin
we leven, te onderkennen en daarboven uit: heft uw hoofden op,
want uw verlossing is nabij! Dat wordt tegen Israël gezegd, maar de
ekklesia, het lichaam van Christus, heeft een eerdere verwachting
(Efeziërs 1:12)!


Woord vandaag

‘Elke dag verbaas je je weer over de diepte die in de Spreuken zit.’

De Spreuk uit 4:15 spreekt ook weer aan:

Verwerp die, ga die niet op, wijk daarvan af en ga voorbij!

Hier gaat het om actief afwijzen van de wegen van de slechte
kwaaddoeners. Dat zou de koning Rehabeam, de zoon van
Salomo, in zijn oren knopen en ernaar handelen. Hij zou niet
doen zoals de koningen van de omringende volkeren. Helaas
constateer je, dat hij deze wijze woorden van zijn vader vergeten
was en 1 Koningen14:21-31 getuigt daar indringend van.

‘Dat is erg duidelijk ja, en hij verhoogde de belastingen toch flink?’

Jawel, dat lezen wij in 1 Koningen 12. Een droevige geschiedenis, die
de scheuring van het koninkrijk vertelt. Rehabeam hield eerst slechts
1 stam over: Juda. De rest ging achter Jerobeam aan, de koning van
het noordelijke 11-stammenrijk. Zij werden afvallig van het huis van
David. Het was overeenkomstig de profetie, dat het rijk verscheurd zou
zijn en dat men tot afgoderij zou vervallen, en daar was Salomo in voor-
gegaan, want al die vreemde vrouwen brachten hun afgoden mee.

‘Zo ging Salomo precies niet doen wat de Torah zegt!’

Jawel, Deuteronomium 17:16,17 gaf voorschriften aan de toekomstige
koningen, en Salomo nam ze niet in acht. Daarom zou het beter zijn,
dat Jahweh zelf hun koning zou zijn en blijven, maar dat gebeurde niet.
Zij wilden een koning zoals de volkeren rondom, ze wilden ‘meedoen
met de anderen’; ‘erbij horen’; ‘aanzien in de wereld hebben’, et cetera.

Daarom zouden wij in de gemeentes het leiden overlaten aan de Heer
die het hoofd is en de praktische, geestelijke lijnen door de gezamen-
lijk optrekkende oudsten en opzieners
-waar nodig- laten uitzetten.
Uiteraard wijsheid biddend zoekend in de brieven van Paulus en zo
te dienen in het lichaam van Christus.