Woord vandaag

‘Die uitverkiezing he, dat heet toch de Dordtse leerregels in de kerk?’

Ja, maar liever graag iets anders benaderen dan een leerstuk van de
kerken. Uitkiezen is iets dat God doet, en zijn eigen zoon eveneens.
De Heer Jezus zei tegen zijn discipelen:

Niet jullie hebben Mij, maar Ik heb jullie uitgekozen en jullie aangewezen,
opdat jullie zouden heengaan en vrucht dragen en jullie vrucht zou blijven,
opdat de Vader jullie alles geve, wat jullie Hem bidden in mijn naam.
Johannes 15:16

Tsja, dit is wel erg duidelijk. Zij kozen niet voor Hem, Hij koos hen uit.
En hoe zit dat eigenlijk met de gemeente, het lichaam van Christus?’

Als het om de uitkiezing van Israël door God gaat, wordt gezegd, dat het
vanaf de nederwerping van de wereld gekend is (Openbaring 17:8) door-
dat de namen in het boek van het leven staan.

‘Wat staat er dan over het lichaam van Christus geschreven?’

Dat zij uitgekozen zijn in Christus voor de nederwerping van de wereld
(Efeziërs 1:4). Dat gaat dus een stukje verder terug dan Israël. Wij zijn
wat dit betreft verwonderd hoe God dat doet en hoe groot die genade is!

Het heeft alles te maken met de hemelingen; de duisternis en chaos en
water van Genesis 1:2 is het gevolg van een groot gericht door God over
de hemelse machten en krachten, die zijn nu vooral bezig het lichaam
van Christus dwars te zitten. Daarvoor hebben wij de wapenrusting van
God ontvangen!

Woord vandaag

‘Dat van gisteren over het verschil Israël – volkeren was wel duidelijk.
Maar het verschil tussen de diverse volkeren bestaat in het lichaam
van Christus eigenlijk niet?’

Nee, want in Christus Jezus vallen de verschillen weg. Elk lid van het
lichaam is dat door de doop in de geest geworden, op het moment van
tot geloof komen (1 Corinthiërs 12:13):

..want in één geest zijn wij allen tot (naarbinnen) één lichaam gedoopt,
hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij
met één geest gedrenkt…

We zien dezelfde lijn in Galaten 3:28 :

…hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk
en vrouwelijk: jullie allen zijn immers één in Christus Jezus…

‘Geweldig zeg, dat de Schrift zo duidelijk spreekt. Geen verschil in Hem tussen
Jood of Griek. Het verschil tussen de nationaliteit valt helemaal weg.’

Daarmee wordt heel helder, dat in het evangelie van de Onbesnedenen er geen
onderscheid is tussen de volkeren zoals dat in dat andere evangelie wél is.
Later wordt uit Efeziërs duidelijk, dat de scheidsmuur (sorèg) weg is, zodat de
vrede er aan alle kanten is (Efeziërs 2:14-17).
Dat gebeurde in het echt in het jaar 70 toen Jeruzalem en de tempel verwoest
werden. Geestelijk stelde Paulus dat al eerder vast in Efeziërs. Alle gelovigen
hebben vrij toegang tot de Vader, in één geest!

‘Wat betekent dat dan voor de toekomst? Want we hebben nog de 1000 jaar en
de nieuwe aarde periode te gaan.’

Paulus keek geestelijk al verder dan de laatste eon. Uiteindelijk wordt de tweede
dood opgeheven en wordt God alles in allen. Dan valt direct het verschil tussen
Israël en de volkeren weg. En dan zal heel de mensheid ervaren wat in Efeziërs
2:14-18 staat, wat nu al in het lichaam van Christus merkbaar zou zijn/is:

Want Híj is onze vrede, Die beiden één maakt en de middenmuur van de
stenen
omheining (de vijandschap in Zijn vlees) wegbreekt 15. en de wet
van
geboden in inzettingen buiten werking stelt, opdat Hij de twee in
Zichzelf
tot één nieuwe mensheid zal scheppen, vrede makend, 16. en
beiden
in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal verzoenen,
de vijandschap
erin dodend. En in Zijn komen, verkondigt Hij als evangelie
vrede aan jullie die
veraf en vrede aan hen die nabij waren, 18. want door
Hem
hebben wij beiden in één geest de toegang tot de Vader.

Woord vandaag

‘Er bestaat in het evangelie van de Besnijdenis verschil tussen
Israël en de volkeren?’

Daarin juist wel ja, het evangelie van het koninkrijk is een vast en
zeer belangrijk onderdeel van het evangelie van de Besnijdenis.
Dat blijkt onder andere uit Mattheüs 19:28 waar de twaalf de belofte
wordt gegeven dat zij de twaalf stammen zullen richten in de weder-
geboorte, als Israël geestelijk vernieuwd is onder het nieuwe verbond.

‘Dat lijkt zich af te spelen in de komende 1000 jaar. Maar daarna ook?’

In de 1000 jaar zal Israël leiding geven aan de volkeren, Israël is het
koninklijke priestervolk, zoals Petrus aan zijn volksgenoten in de dia-
spora (verstrooiing) schrijft (1 Petrus 2:9,10):

Jullie echter zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap,
een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te
verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn won-
derbaar licht: jullie, eens niet zijn volk, nu echter Gods volk, eens zonder
ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen.

‘Dat is in feite een weergave van Exodus 19:5 en Hosea 1:10 en 2:22!’

Ja, en daarom kán dat niet anders dan op het volk Israël zelf betrekking heb-
ben. En verder zien we de lijn van Mattheüs 19:28 in Openbaring 21:12 terug:

En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten
twaalf engelen, en namen op (de poorten) geschreven, welke zijn die van de
twaalf stammen van de kinderen van Israël.

Hier dus opnieuw de twaalf stammen die zeer nauw verbonden zijn met het
nieuwe Jeruzalem. Op de nieuwe aarde zien we ook volkeren:

En de volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde brengen
hun heerlijkheid in haar; en haar poorten zullen nooit gesloten worden des
daags, want daar zal geen nacht zijn; en de heerlijkheid en de eer van
de volken
zullen in haar gebracht worden.
Openbaring 21:24-26

‘Het punt is duidelijk ja, er is zowel in de tijd van de 1000 jaren als op de nieuwe
aarde verschil tussen Israël en de volkeren, waarbij de volken onderschikkend
aan Israël zullen zijn.’

Let ook op de muur die rond de stad is. Dat duidt op afstand en afscheiding. Er is
nog geen volkomen verzoening. Dat gebeurt pas als God alles in allen wordt wan-
neer de tweede dood beëindigd wordt. Dan zullen de muren verdwijnen, dat is
een logisch gevolg, hoewel daarover geen uitspraak in de Schrift bestaat.

Woord vandaag

‘Wel duidelijk, denk ik, dat van gisteren over de bruid. De Schrift
spreekt toch wel heel duidelijk, als je de lijnen volgt.’

De Heer sprak met Nikodemus over het aardse (wedergeboorte e.d.), maar
kon dus beslist niet over het hemelse spreken:

Indien Ik jullie van het aardse gesproken heb, zonder dat jullie geloven,
hoe zullen jullie geloven, wanneer Ik jullie van het hemelse spreek?
Johannes 3:12

‘Eigenlijk opmerkelijk, hoe weinig de Heer kwijt kon aan nota bene de
leraar van Israël. Het ontbrak hem aan geestelijk inzicht.’

Israël was het volk, dat op aarde zegen was beloofd. Aardse zegeningen,
met ook geestelijke zegen, zoals de ontvangst van de geest van God onder
het nieuwe verbond, de sjaloom van de Messias in het koninkrijk en zo
voorts. Zij zullen daar zonen van de Allerhoogste, van Jahweh, zijn.

‘En het lichaam van Christus ontvangt juist wel geestelijke zegen, en dan
niet op aarde?’

Dat is wat Paulus schrijft in Efeziërs 1:3 :

Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons
zegent met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen, in Christus

We zien hieruit heel duidelijk, dat aan de heiligen en gelovigen in Christus
Jezus (Efeziërs 1:1) er uitsluitend geestelijke zegen gegeven is. Waar?
Te midden van de hemelingen. Dát is het gebied voor het lichaam van Christus.

Paulus gaf dat in 1 Corinthiërs 15:40 ook al aan:

Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan
die der aardse.

Ook hier gaat het om de tegenstelling tussen (op-)aards en (op-)hemels. Het ge-
weldige is, dat wij een (op-)hemels lichaam zullen ontvangen als de bazuin gaat!
Dan worden we aangepast aan het gebied waar we straks zullen zijn!
Wat een toekomst!

Woord vandaag

‘Paulus brengt duidelijkheid. Spreekt hij over de bruid?’

Nee. Nergens. Men wil het hem graag in de sandalen schuiven, maar
hij heeft het echt nooit over de bruid. De gemeente is nu eenmaal het
lichaam van Christus. Dat blijkt uit zijn brieven klip en klaar. Geen
twijfel mogelijk. En hoeveel teksten wil je hebben?

‘Ja, oke, het is duidelijk, maar men haalt vaak Efeziërs 5:22-33 erbij
en men stelt dan dat Paulus het daar wel bedoelt.’

Het woord ‘bruid’ is in dat gedeelte in de verste verte niet te bekennen.
Waar het wel over gaat, is de relatie tussen Christus en de gemeente.
Paulus heeft het dan over het huwelijksleven (en dan is er geen bruid
meer) van man en vrouw. Wat ik wel tegenkom, is het woord ‘lichaam’
in vers 23, 28,30. Dat drukt een véél nauwere verbondenheid uit dan
bruidegom en bruid! Christus ziet de gemeente als Zijn lichaam!

‘Als je dat gedeelte zo leest, kom je nooit zomaar tot de gedachte dat
de gemeente de bruid zou zijn. Als je de tekst volgt is het duidelijk.’

Daarbij wil men 2 Corinthiërs 11:2 ook nog weleens gebruiken als
bewijs. Maar ook daar gebruikt de apostel het woord ‘bruid’ niet. Het
gaat daar om een vergelijking, een stijlfiguur (zoals ‘lichaam’ en ‘bruid’
ook stijlfiguren zijn!), een beeldspraak. De uitdrukking ‘reine maagd’
wil de zuiverheid van de toewijding aan Christus Jezus van de
Corinthiërs (zie 2 Corinthiërs 11:3 : eenvoudige toewijding) uitdrukken.

‘Ja, en meer is er eigenlijk niet. Verder weet ik ook geen teksten bij Paulus
die men hanteert om te denken dat de gemeente de bruid zou zijn.’

Voor nog wat meer informatie kun je kijken bij de Woordstudies op
da-ath.nl. Daar staat iets over het ene lichaam.
God roept de gemeente, het lichaam van Christus, in genade en dat is
van meet af aan nooit de bruid, maar het lichaam van Christus:

Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en
de gemeente
Efeziërs 5:32