Woord vandaag

2 november 2019

‘Het volk trok uit.’

Ja, en het werd uitgeleid door Mozes.
Dat had God tevoren gezegd. Mozes 
was zelf uit het water getrokken en hij
trok zelf later met het volk uit. Zo kun
je zien, dat in zijn naam profetie opge-
sloten zat. Opvallend genoeg werd hij
door de Egyptische prinses uit het wa-
ter getrokken, hij werd door het water
heen gered. Later trok hij met het hele 
volk Israël door de Rode Zee. Opnieuw
door het water heen gered. 

‘Mozes is type van Christus.’

Zoals Hij het volk uitleidde, zal het ook 
door Christus in de toekomst gered wor-
den. Mozes bracht het volk uit de slaver-
nij van Egypte. Christus brengt mensen
uit slavernij in deze tijd door hen geest
te geven. De geest van plaats van zoon,
dat lees je in Romeinen 8. Dan ben je 
de slavernij voorbij:

want allen die door de geest van God 
geleid worden, die zijn zonen van God

‘Vrijheid door de geest.’

Ja, en zo vervolgt Romeinen 8:15:

want jullie hebben niet de geest van
slavernij ontvangen om opnieuw te 
vrezen; maar jullie hebben de geest 
van plaats van zoon ontvangen, 
waardoor wij roepen: Abba, Vader!

Doordat je die geest in je hebt, weet
je op zeker moment dat je vrij bent.
Dan ben je in de praktijk van het da-
gelijks leven een gelukkig mens. Met
als basis de rechtvaardiging om niet
in Zijn genade door de vrijkoping in
Christus Jezus
. Soli Deo gloria. 

Woord vandaag

1 november 2019

‘God werkte in Farao.’

Feitelijk volgens Exodus wel, ja. Het is
iets groots dat gebeurde. We zijn in al-
les rijk in Christus. Maar ook met wat 
we weten: God bewerkt álles overeen-
komstig de raad van Zijn wil. En de ver-
harding van farao’s hart is beschreven
in Exodus. Romeinen 9:18 zegt, dat God
barmhartig is over wie Hij wil; dat Hij
verhardt wie Hij wil. Als iemands hart
verhard is, kun je van alles doen maar
het helpt niet.

‘Zo ook bij de Farao.’

Jazeker! We zijn goed op de hoogte 
hoe dat zit. Wanneer je de oorspron-
kelijke tekst volgt, ga je het zien. Als 
je Exodus leest valt op dat die koning 
van Egypte het volk al bij de tweede 
plaag wilde laten gaan. Nochtans ge-
beurde iets met zijn hart toen de kik-
kers weg waren:

toen nu farao zag dat verlichting 
was gekomen, verheerlijkte hij zijn 
hart, zodat hij niet naar hen luister-
de, zoals Jahweh gesproken had

                                     Exodus 8:15

‘Het was voorzegd.’

Ja, Jahweh had gezegd dat farao het 
volk niet zou laten gaan. En gebeur-
de toen iets dat God verraste? Nee, 
integendeel, Hij verkondigt het einde 
vanaf het begin. God heeft volkomen 
kennis van al wat gaat plaatsvinden. 
En Hij is Degene Die alles bewerkt en
uitwerkt. Hij handelt niet achteraf als-
of iets Hem plotseling overkwam. De
Psalmist weet dat:

Jahweh ziet uit de hemelen
en ziet alle zonen van Adam
vanuit Zijn vaste woonplaats kijkt Hij
op allen, die op aarde wonen,
Hij, Die alle individuele harten vormt,
Hij verstaat en begrijpt al hun doen
                                 Psalm 33:13-15

Woord vandaag

31 oktober 2019

‘We zijn uiterst gezegend.’

Paulus heeft als apostel de rijke zegen 
mogen opsommen in Efeziërs 1:3-14. 
Soms lees je dat oude gelovigen met 
hun laatste krachten nog hoorbaar de-
ze versen uit het hoofd konden opzeg-
gen. En de laatste adem uitbliezen. Als 
dit je laatste woorden zijn, dan ben je 
een gezegend mens. Wat denk je? In
Hem uitgekozen vóór de neerwerping
van de wereld. Gezegend met iedere
geestelijke zegen te midden van de he-
melsen, in Christus.

‘Heel fijn om dat te beseffen.’

De hemelse heerlijkheid die ons wacht
zal alles ver overtreffen. Op aarde kun 
je fijne tijden meemaken, maar wat te
wachten staat is zó veel heerlijker en 
geweldiger dan je vermoedt. Ja, lijden
is dan voorbij; alles zal licht, leven en
liefde zijn. Dat zullen we doorgeven; de
hemelse zegen die we ontvingen, gena-
de van God
. Daar kom je steeds bij uit.
De hemelse soevereiniteiten zullen we
bereiken, maar ook lagere in de orde.
Dat is ons werk in de komende eonen.

‘Ik vind het nog steeds heel apart.’

Het staat alles geschreven, je kunt er 
niet omheen. Of je dat kunt geloven 
en naartoe leven, is wat anders. Ook 
dat moet God, je Vader, je geven. En 
we kunnen elkaar daarin niet kritise-
ren. We ontvangen geloof, in genade:

..maar laat hij gezind zijn op wat past,
overeenkomstig de mate van geloof
zoals God die aan ieder toebedeelt
                                    Romeinen 12:3

God is het, Die alles bewerkt in over-
eenstemming met de raad van Zijn wil.
Hij bewerkt én het willen én het wer-
ken in elke gelovige. 

Woord vandaag

30 oktober 2019

‘God werkt Zijn plan uit.’

Dat doet Hij door Christus Jezus:

…in overeenstemming met het voorne-
men van de eonen, dat Hij uitvoert in
Christus Jezus, onze Heer

                                              Efeziërs 3:11

Ook in Hebreeën lees je daarover:

..in de laatste van deze dagen spreekt
Hij tot ons in de Zoon, Die Hij aanwijst 
als lot(deel)bezitter van alles, door Wie
Hij ook de eonen maakt
                                             Hebreeën 1:2

Het lotdeel van alles; dat is het al. Om-
vat heel de schepping. Het is Hem toe-
geloot door de Vader.

‘De Vader heeft de Zoon lief.’

Daarom noemt Paulus in Kolossenzen 
1:13 Christus de Zoon van Zijn liefde
De Hebreeuwse, oosterse manier van
spreken. In Job lees je dat hij de groot-
ste van de zonen van het oosten heet
(Job 1:3). Daarin is hij type van Hem,
Die komen zou, die we met recht de al-
lergrootste ooit van de zonen van het 
oosten kunnen noemen. Bovenal is Hij 
Gods Zoon, de Zoon van Zijn liefde. In
Hem heeft God het al geschapen.

‘Dat is een grote waarheid.’

Hij is het Beeld van de onzichtbare God. 
En in Hem zijn zowel de zichtbare als 
de onzichtbare schepselen geschapen. 
Ze zijn door en tot Hem gecreëerd. Ook 
wij – de mensen die nu leven in de laat-
ste dagen, wij zijn met God verbonden 
door Zijn liefde. En kunnen niet echt los 
van Hem komen, ook al zouden sommi-
gen dat willen. God is veel groter dan de
mens. De liefde van God is dus oneindig
veel groter dan die van mensen.

Woord vandaag

29 oktober 2019

‘Gods Naam verheerlijken.’

Dat zouden wij doen. God zorgde in
de tijd van Mozes en Farao, dat Zijn 
Naam de eer kreeg. En nog steeds ge-
denkt Israël op sederavond en leest
en hoort de Haggada van de uittocht.
De vragensteller in Romeinen 9 zegt:
hoe kan God de mens richten van wie
Hij zelf het hart verhardde?
 De vraag
is een protest en de apostel zet de
steller ervan op de juiste plaats:

O mens, wie ben jij dat je God tegen-
spreekt? Zal ook het geknede tegen
de boetseerder zeggen: waarom heb
je mij zó gemaakt?

                                      Romeinen 9:20

‘De mens en God.’

De mens zegt dit naar de mens. Wat
dan gebeurt, is dat God op het mense-
lijk niveau wordt beoordeeld door de
mens. Dat kun je niet doen. God is zó
veel groter, liefdevoller dan mensen.
Hij overziet vanaf het begin het einde.
De mens kan niet zo ver kijken, tenzij 
die iets gaat verstaan van Gods eind-
doel. Dat is: dat God alles in allen zal
zijn
. Zoals eerder gezegd: dat licht is 
te fel voor de meeste harten. De eer-
ste lichtstraal zorgt vaak al voor het 
nodige onbegrip.

‘God is goed.’

In Zijn goedheid -die aan allen zal blij-
ken als Zijn plan voltooid is- zet God 
eervolle instrumenten in. Maar ook de 
mensen, machten die niet eervol zijn. 
Dat is altijd tijdelijk -in het proces. Als 
deze hun functie vervuld hebben, ver-
andert God ze in vrienden (verzoening) 
en zullen zij eindeloos tot Zijn eer zijn.
En opnieuw leren we door de tegenstel-
ling: niet eervol – wél tot Zijn eer, wat 
die woorden betekenen. Zo werkt God
in Zijn plan, dat uitloopt op leven voor
iedereen
, eindeloos.