31 oktober 2019
‘We zijn uiterst gezegend.’
Paulus heeft als apostel de rijke zegen
mogen opsommen in Efeziërs 1:3-14.
Soms lees je dat oude gelovigen met
hun laatste krachten nog hoorbaar de-
ze versen uit het hoofd konden opzeg-
gen. En de laatste adem uitbliezen. Als
dit je laatste woorden zijn, dan ben je
een gezegend mens. Wat denk je? In
Hem uitgekozen vóór de neerwerping
van de wereld. Gezegend met iedere
geestelijke zegen te midden van de he-
melsen, in Christus.
‘Heel fijn om dat te beseffen.’
De hemelse heerlijkheid die ons wacht
zal alles ver overtreffen. Op aarde kun
je fijne tijden meemaken, maar wat te
wachten staat is zó veel heerlijker en
geweldiger dan je vermoedt. Ja, lijden
is dan voorbij; alles zal licht, leven en
liefde zijn. Dat zullen we doorgeven; de
hemelse zegen die we ontvingen, gena-
de van God. Daar kom je steeds bij uit.
De hemelse soevereiniteiten zullen we
bereiken, maar ook lagere in de orde.
Dat is ons werk in de komende eonen.
‘Ik vind het nog steeds heel apart.’
Het staat alles geschreven, je kunt er
niet omheen. Of je dat kunt geloven
en naartoe leven, is wat anders. Ook
dat moet God, je Vader, je geven. En
we kunnen elkaar daarin niet kritise-
ren. We ontvangen geloof, in genade:
..maar laat hij gezind zijn op wat past,
overeenkomstig de mate van geloof
zoals God die aan ieder toebedeelt
Romeinen 12:3
God is het, Die alles bewerkt in over-
eenstemming met de raad van Zijn wil.
Hij bewerkt én het willen én het wer-
ken in elke gelovige.