28 oktober 2019
‘God handelt vrij.’
God reageert niet achteraf als zou Hij
moeten herstellen wat ongedacht mis
ging. Hij weet tevoren wat zal gebeu-
ren; Hij verkondigt vanaf het begin het
einde (Jesaja 46:9,10, zie 26 oktober).
God is volkomen vrij om instrumenten
tot eer en oneer te maken. En Hij doet
dat om Zijn plan door te zetten. Hij zet
alles naar Zijn hand. In Zijn plan zijn wij
opgenomen om tot Zijn eer te zijn. En
daar mogen we erg dankbaar voor zijn.
Stel je eens voor dat je ingezet was als
instrument tot oneer!
‘Ja, daar denk je niet aan.’
Dat tot eer en oneer blijkt uit de twee
die in Romeinen 9 besproken worden.
Mozes en Farao. God ontfermde Zich
over Mozes en Hij verhardde het hart
van Farao. Daardoor ging Farao tegen
Gods wil in; Mozes maakte die bekend.
Iets breder gezegd: Egypte lag dwars en
Israël was lijdend voorwerp hierin. En
daarna nog heel vaak. Dat is op weg,
om tot het grote einddoel van God te
kunnen komen. Toch voert Paulus in
Romeinen 9:19 een protest op.
‘Een kritische opmerking.’
De denkbeeldige vragensteller zegt:
..wat heeft Hij dan nog te berispen?
Want wie heeft Zijn bedoeling weer-
staan?
En de meeste vertalingen gebruiken
het woord wil, terwijl daar bedoeling
staat. Dat zijn verschillende woorden
in de grondtekst. Mensen, machten
kunnen tegen de wil van God ingaan.
Maar Zijn bedoeling of raadsbesluit
kunnen ze niet verhinderen. God be-
doelt dat Zijn Naam verheerlijkt zou
worden. En dat gebeurde door mid-
del van het verharde hart van Farao.