26 oktober 2019

‘Ommekeer bij Paulus.’

Dat was de Heer Zelf Die hem stopte.
Daarna was alles anders. En Saulus is 
drie dagen blind geweest totdat de 
Heer door Ananias zijn ogen opende. 
Zo is het bij ieder mens die geestelijk 
zicht krijgt. God is licht. In Hem is ab-
soluut geen duisternis. Toch gebruikt
God – om Zijn doel te bereiken – duis-
ternis door licht terug te houden. Zo-
wel fysiek als geestelijk. Zodat schep-
selen (mensen, geestelijke machten) 
na duisternis het licht als licht kunnen 
waarderen: God beter leren kennen.

 ‘Steeds meer licht?’

Ja, want in het begin kun je als mens 
niet zoveel geestelijk licht verdragen.
Het licht dat afstraalt uit de medede-
ling: en God zal zijn: alles in allen zal
voor de meesten te sterk zijn. Wan-
neer je dat gaat beseffen, gaat er iets
veranderen bij je. Van binnen wordt
het licht steeds meer, tot het je hele
bestaan verlicht. Je gaat de anderen
in dat licht zien, en dan wordt alles
anders. God kan zelfs in mensen wer-
ken zodat ze Zijn wil weerstaan. 

‘De Farao?’

Nog niet zo lang geleden (7, 8 okto-
ber 2019) is in Woord vandaag daar
uitvoeriger over bericht.
Waarmee uit de Schrift bleek, dat Fa-
rao niet eerst zelf het hart verhardde.
Het was Jahweh Zelf die vooraf tegen 
Mozes zei (Exodus 4:21):

Jahweh zegt tegen Mozes: wanneer jij
terugkeert naar Egypte, zie toe, dat jij 
al de wonderen die Ik in jouw hand 
plaats, dat jij ze doet voor de Farao.
Toch zal Ik zijn hart standvastig maken 
en Hij zal het volk niet laten gaan.

Dat is het licht, dat God vooraf over de
opvolgende geschiedenis doet schijnen. 
Dat kan Hij doen, omdat Hij tevoren
het einde overziet:

denk aan de vroegere dingen, van oude
tijden af, dat Ik God ben en niemand
anders: God, en er is geen als Ik. 
Die vanaf het begin het einde verkon-
dig, van oudsher de dingen die nog 
niet gebeurd zijn; Die zegt: Mijn raads-

besluit houdt stand en Ik zal al Mijn
welbehagen doen.
                                       Jesaja 46:9,10