Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

29 december 2018
‘Fijn, waar we het over hebben.’

Door de dagelijkse beslommeringen
zouden we bijna de toekomst verge-
ten. We hebben een groots vooruit-
zicht, en daar herinneren we elkaar
voortdurend aan. Dat doet de apos-
tel Paulus. Petrus wijst daarop in zijn
tweede brief, als hij schrijft:

..en zie het geduld van onze Heer als
redding; zoals ook onze geliefde broe-
der Paulus, naar de wijsheid die hem
gegeven is, jullie geschreven heeft

‘Onze geliefde broeder Paulus.’

Later hebben in het christendom nog-
al wat mensen lelijk gesproken over
Paulus. Dat deed Petrus niet. We lezen
met blijdschap wat hij schrijft:

..zoals ook in alle brieven, wanneer hij
deze dingen bespreekt. Daaronder zijn
sommige dingen die moeilijk te begrij-
pen zijn….
                              2 Petrus 3:15b-16

We lezen hoe positief Petrus over de
apostel van de natiën spreekt. Zo zou-
den veel meer christenen over Paulus
spreken en denken.

‘Verdrietig. Men verliet Paulus.’

Jawel, en dat zou ons aansporen navol-
gers van de apostel te zijn. Er is steeds
het gevaar, dat Paulus onjuist uitgelegd
wordt, zoals Petrus al zag:

moeilijk te begrijpen zijn, die de onwe-
tende en onstandvastige mensen ver-
draaien, tot hun eigen verderf, net als
de andere Schriften
                                       2 Petrus 3:16

En wat Paulus werkelijk leerde, staat in
zijn brieven. Die willen we dan ook zo
nauwkeurig mogelijk bestuderen, zoals
nu de Filippenzenbrief. Daarin komt erg
veel naar voren, verdere verdieping.

28 december 2018
‘Ik ben nieuwsgieriger nu.’

Elke dag worden we met nieuwsbe-
richten overladen. Maar wat we gis-
teren even gezien hebben is van an-
dere orde. We zijn rijk gezegend als
we deze dingen op ons laten inwer-
ken. Een lichaam dat zo heel anders
is dan wat we nu hebben. Zowel het
aardse als het hemelse lichaam ont-
vangen we van God, Die dat in Zijn
liefde en wijsheid geeft.

‘De verschillen zijn groot.’

Zeker. We zien dat in 1 Corinthiërs.
Dan zijn we rijk, want nu is nog dat
stervende, aardse lichaam, dat ons
zoveel moeiten bezorgt, ons deel.
Straks is dat voorbij. Nu ervaren we
vaak pijnlijk onze sterfelijkheid. God
heeft dat zo bepaald. Zodat, door de
geweldige tegenstelling, wij de alles
overstijgende heerlijkheid volledig
zullen waarderen.

‘We hebben uitzicht.’

Het is veel meer dan we nu kunnen
dragen. Daarom ontvangen we bin-
nenkort het gebouw uit God, opdat
wij die heerlijkheid kunnen ontvang-
en, verwerken en daar onder kunnen
blijven staan. God geeft dat te Zijner
tijd. En niet alleen wij, de hele mens-
heid zal, wanneer Vader dat geeft, de
liefde van God werkelijk ervaren.
Eindeloos leven.

27 december 2018
‘De heerlijkheid wacht.’

Soms heb je een voorproefje, iets
dat God je geeft. Innerlijke vreugde,
die steeds aanwezig is. Dat zal in de
nabije toekomst veel meer zijn wan-
neer we bij Hem zijn. God zal al de
tranen van je ogen wissen. Nog eer-
der dan Israël zal de gemeente heer-
lijkheid ontvangen.

‘Eindelijk een nieuw lichaam.’

We beseffen te weinig van wat ons
deel dan is. Met een vernieuwd li-
chaam dat volledig door Zijn geest
beheerst wordt zullen wij bij de be-
ma (erepodium) staan. Om daar te
ondergaan wat de Heer doet. We
kunnen dat dan dragen omdat we
dan een lichaam vol kracht, eer en
onverderfelijkheid hebben.

‘Wat een genade is dat.’

Het is niet langer een ziels lichaam,
maar een geestelijk lichaam. Het is
niet langer aards, maar hemels van
karakter. En het kan niet op: het is
onsterfelijk in plaats van sterfelijk. In
alle opzichten tegengesteld aan wat
we nu ervaren. Aardse vernedering
zal dan plaats gemaakt hebben voor
hemelse uitstraling van licht, leven
en Gods liefde.

26 december 2018
‘Alles in Gods hand.’

Dat is de heerlijke zekerheid, die de
gelovige in Christus heeft. Dat is ook
resultaat van groei. Wat tegenzit en
wat meezit in ons leven; het is alles in
Vaders hand. Het lijden is in de schep-
ping een vast gegeven. Dat is het deel
van allen. Gelovigen hebben weet van
dit bijzondere perspectief: door lijden
naar heerlijkheid.

‘Romeinen 8.’

Dat blijft een magnifiek hoofdstuk, je
kunt er werkelijk mee leven en mee
sterven. Het uitzicht dat we door die
kostbare woorden hebben, is enorm.
Het getuigenis van vers 20+21 geeft
grote blijdschap aan gelovigen door:

de schepping …is ondergeschikt aan
resultaatloosheid… in verwachting

Die laatste twee woorden leiden het
grote verschil tussen de onwetend-
heid en zekerheid in.

‘Bevrijding van de schepping.’

Het uitzicht is: bevrijding van de sla-
vernij van het verderf. Er staat: zal
bevrijd worden; de schepping is pas-
sief, kan zich niet bevrijden. God zal
die bevrijding geven. Het zal dezelf-
de vrijheid zijn, die de kinderen van
God al eerder zullen smaken. En de
heerlijkheid zal onvoorstelbaar groot
zijn. Net zo zeker als lijden zal heerlijk-
heid uw, jouw, mijn deel zijn.

25 december 2018.
“Een eerdere verwachting dan Israël’

Uit de Schrift blijkt, dat Israël als Gods
volk in het komende aardse koninkrijk
ingezet zal worden als leidende natie.
Het vermogen om dat te doen zal God
door Zijn geest aan hen geven. Wij als
lichaam van Christus hebben een ho-
gere roeping, boven. Dat perspectief
is groots.

‘Ik verlang er intens naar.’

Alle leden, die weet hebben van deze
grote toekomst, verlangen ernaar. Het
is zo onbekend bij veel christenen en
gelovigen. Dat komt door verduisterde
vertalingen en onduidelijkheid wat de
hemel betreft. Allerlei voorstellingen,
die kant noch wal raken, zijn in de ge-
dachten van de gelovigen gebracht. In
werkelijkheid zal de gemeente die Zijn
lichaam is ingezet worden voor de he-
melse machten en krachten.

‘Dit is zó onbekend.’

De vertalers wisten dan ook geen raad
met de Efezebrief. Zij zagen geen ver-
schillen tussen gelovig Israël en de ge-
meente. Op juiste manier de Schrift le-
zen, twee evangeliën, het was niet be-
kend. Met name Hiëronymus heeft in
deze veel onjuiste info in de Vulgata
(latijnse bijbelvertaling) verwerkt.
Onder meer op het punt van lucifer,
Jesaja 14:12. Maar dit is geen gevallen
engel! De tegenstander is door God zo
geschapen. Om dat te doen waarvoor
die gemaakt, gecreëerd is.