‘Nou, ik vond dat van gisteren best moeilijk! Beheer, huis-wet en zo.’
Dat is even weer wennen, voor ons misschien al lang geleden dat we er-
mee bezig waren. Vroeger noemden we het ‘bedeling’, maar dat is een
wat minder juist woord. God geeft een toedeling, waardoor Hij geeste-
lijk regeert. Daarom is onze tijd zo bijzonder, omdat overstromende ge-
nade wordt toegedeeld door God en omdat de tijd waarin het lichaam
van Christus uitgeroepen wordt, niet in Tenach of door andere schrijvers
dan Paulus bekend was gemaakt. Daarom: het beheer van het geheimenis.
‘Als het dus om deze dingen gaat, kunnen we alleen bij Paulus terecht?’
Hij schrijft zelf in Efeziërs 3:9: ‘en allen te verlichten wat betreft het beheer
van het geheimenis’. Het is dus iets, dat alleen door Paulus uitgelegd wordt.
Paulus was luttele jaren daarvoor in Efeze geweest. Waarom vertelde hij
toen niets over dit geheimenis? Er staat wel, dat hij toen er niet voor terug-
geschrokken was, hen (in Efeze) heel de raad van God bekend te maken
(Handelingen 20:27).
Zijn gebruik van het woord ‘nu’ (van nu af aan) in o.a. Efeziërs 3:10 laat zien,
dat hij in Efeze dit geheimenis niet naar voren gebracht had.
‘Maar wist hij het toen al wel? Moest hij het dus bewust achterhouden?’
Kennelijk wel. Al eerder was voor hem een bedekking weggenomen, toen hij
tot in de derde hemel opgetrokken was geweest. Dat is namelijk het ‘terrein’
waar dit geheimenis tot volle ontplooiing zal komen. Bij God was het nog
niet aan de orde, de heiligen waren er nog niet klaar voor; Israël stond Hem
ook nog voor ogen. Dus schrijft hij de Corinthiërs dat de woorden over dat
wat hij gezien heeft, nog niet gesproken mochten worden (2 Corinthiërs 12:4).
Terwijl hij niets achterhield over de raad van God met betrekking tot de Zijn-
en zoals opgetekend in de Schrift, reserveert hij een plek voor de onthulling
van Zijn geheime plan in Efeziërs.
‘Paulus schreef er dus ook niet in zijn eerdere brieven over?’
Nee, het draait echt om Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen. In zijn andere
brieven zul je tevergeefs zoeken. Soms wordt wel iets gezegd over ‘voor de
eonen’ of over ‘de nederwerping van de wereld’, maar niet iets over het ge-
heimenis dat in Efeziërs onthuld wordt. Zelfs in Filippenzen en Kolossenzen
wordt dit Efeze-geheimenis niet onthuld. Er wordt wel in deze beide brie-
ven corrigerend gesproken naar aanleiding van het afdwalen van de waar-
heden uit Efeziërs. Je kan alleen door Efeziërs zelf, en (het gebed om) een
geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem, ingevoerd worden
in dit grote Efeze-geheimenis!