‘De valstrik van het kruis was dus voor Paulus zó belangrijk, dat hij
vervolging en lijden ervoor over had.’
Dat is wat he. Als we kijken naar Galaten 5:11, dan stelt hij vast, dat hij
vervolgd wordt. Hij predikte geen besnijdenis. Integendeel. Het gaat
niet omdat hij geloofde, dat Christus stierf voor zijn zonden. Daarom
werd hij niet vervolgd. Hij werd achterna gezeten omdat hij geloofde
en onderwees, dat de mens helemaal niets kan toevoegen aan Christus’
werk. Besnijdenis was op zichzelf niet verkeerd. Israël moest dat doen,
het was een gebod van God zelf.
‘Maar het geldt niet voor ons.’
Nee. Het heeft totaal geen plek in het evangelie dat vandaag moet klinken.
Het levert niets op. Het doet eerder afbreuk aan het werk van Christus.
Het geeft totaal geen extra gerechtigheid of iets dergelijks. En voor ‘besnij-
denis’ kun je allerlei andere dingen invullen. Dingen, die ervoor in de plaats
zijn gekomen. Men leert officieel, dat de kinderbesprenkeling in plaats van
de besnijdenis is gekomen. Anderen hebben de doop door onderdompeling
overgenomen als een extra handeling die men moet ondergaan.
‘Maar we kunnen toch wel goede werken doen?’
Als die er zijn, draagt dat helemaal niets bij aan het volbrachte werk. Het
blijft steeds genade. We kunnen evenmin iets anders dan een doop of wat
dan ook invoeren als ritueel. Dat zou de valstrik van het kruis buiten werking
stellen. En het zou onze vrede wegnemen. We worden weer onrustig als we
denken dat we toch zelf weer iets moeten doen voor onze redding. Of als
gepredikt wordt dat wij ‘ons deel’ moeten doen, tot redding.
De Heer zei aan het kruis: het is volbracht. Dat had Hij niet gezegd wanneer
ook maar iets -hoe klein ook- van de mens als aanvulling verwacht werd.