‘Fijn, om je bewust te zijn dat wij gezinsleden van God zijn.’
Dat is zo bijzonder. Wij zijn geen deel gaan uitmaken van Israël, maar van
Gods familie, we horen bij Zijn huisgezin. Zoals in een gezin de kinderen al-
tijd bij hun vader kunnen komen, zo kunnen wij altijd bij Vader komen. Met
alles wat op ons hart is, kunnen wij bij Hem terecht. Het ‘medeburgers’ uit
vers 19 van hoofdstuk 2 van Efeziërs wijst op het absoluut gelijkwaardige
van de status van de leden van het lichaam van Christus. Zij behoren de he-
melen toe, hun domein is daar.
‘Ja, een plek om naar uit te kijken. Hij komt!’
Hoge toekomst, uitkomst geeft Hij vandaag. Hij doet het goed, ook vandaag.
God maakt nooit een fout. We zijn van Hem, en wat ons overkomt zal ons
niet kunnen scheiden van Zijn liefde in Christus Jezus. Wij worden
gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan de
uiterste hoeksteen Christus Jezus is
Natuurlijk is dit beeldspraak. Het gaat hier om een gelijkenis (parabel). Die
loopt tot en met vers 22, het laatste vers van dit gedeelte. Een fundament
is iets, dat met zorg geplaatst wordt. God heeft dat heel zorgvuldig laten aan-
brengen door Zijn apostelen en profeten. Het gaat vanzelfsprekend om een
geestelijk fundament, het woord dat Paulus samen met andere apostelen
heeft neergelegd. Hij was wat betreft de gemeente, het lichaam van Christus,
dé apostel.
‘Zegeningen zijn overvloedig. Christus Jezus is de uiterste hoeksteen, dat is
de belangrijkste van heel het gebouw?’
Het is mogelijk een topsteen, een sluitsteen. Letterlijk staat er: uiterste hoek.
Maar omdat de parabel, de gelijkenis, hier het woord ‘bouwen’ gebruikt is de
gedachte van een gebouw en dus een steen voor de hand liggend. Je zou even-
tueel aan een piramide kunnen denken, maar dat wordt niet gezegd. Misschien
is dat wel de vorm van het nieuwe Jeruzalem dat op aarde neerdaalt. Maar het
is verder niet van belang. Wat wel van belang is, is dat wij ons bewust zijn in
Christus Jezus te zijn. Hij is de belangrijkste in heel dit bouwwerk. Hij is de
Zoon, de Bouwer. En wij zijn zonen met Hem!