Woord vandaag

‘Het gaat om Zijn kracht door Zijn geest in de innerlijke mens.’

Zeker, en Paulus vervolgt met:

en dat de Christus door het geloof in jullie harten woont, opdat jullie,
in liefde geworteld en gefundeerd, uitermate sterk zullen zijn

We zijn ook hier bezig met het hart van Efeziërs en dus ook met het
hart van de gelovige. Maar vooral met het hart van de Vader! Dat hart
is vol liefde en dat zet de gelovige aan tot liefde voor de ander. Alleen
betekent Bijbels liefhebben óók de waarheid in liefde naar voren breng-
en. Het is juist liefde de waarheid naar voren te brengen. De Heer deed
dat op aarde en bracht Hem het kruis. Daarom is het noodzakelijk, dat
de gelovige geworteld en gefundeerd wordt in de liefde van God.

‘Liefhebben is dus niet sentimenteel, niet ziels?’

Nee, de humane genegenheid die in de wereld volop heerst, laat de mens
in zijn vlees ongemoeid. Het verderf gaat snel door en we lopen 
volop
richting het toppunt van deze boze eon: de wetteloze krijgt wereld
macht.
Maar voor de gelovige in Christus Jezus bidt Paulus, dat die uiter
mate
sterk zullen zijn als de Christus door het geloof in de harten woning

maakt, dat is: als Hij ons hart beheerst. De liefde van God verdrijft het
wantrouwen uit je hart. Het schept vertrouwen in Hem, die ons boven-
mate liefheeft.

‘En de liefde van God verdrijft toch ook de vrees en angst uit het hart?’

Ja, naarmate wij meer en meer door God geleid wortelen en gronden in
de liefde, zal angst en vrees verdwijnen uit het hart. Genade werpt de
vrees en angst uit, zei iemand eens. En zo is dat, want genade is tenslotte
Gods liefde in actie. Genade van God wordt gedreven door Zijn onmete-
lijke liefde, die bleek toen de mens Zijn geliefde Zoon aan het hout nagel-
de. God nam geen wraak. Hij bleef liefhebben en wekte Zijn Zoon op uit
de dood! Op dié manier reageerde God op de vijandschap van de mens:
Hij wekte Hem op uit de doden door de macht van Zijn liefde! 

Woord vandaag

‘Er staat wel erg veel in dit stukje. Heel die Efezebrief is zo geladen
met 
waarheid en zegeningen.’

Ja en Paulus bidt tot de Vader, dat Hij geeft in overeenstemming met
de rijkdom van Zijn heerlijkheid
met kracht standvastig gemaakt te
worden 
in de innerlijke mens. Dat die kracht die Hij geeft in overeen-
stemming is met de rijkdom van Zijn heerlijkheid
, wijst op een heel
bijzondere, zeer 
grote kracht. Dat die in de gelovige zou werken is het
gebed van Paulus. 
Zulke gebeden lees je alleen in Efeziërs en
Kolossenzen.

‘En die standvastigheid is nodig, want er is allerlei invloed die de gelovige
van het geweldige lotdeel boven willen afhouden.’

En als de gelovigen daadwerkelijk op dat lotdeel zijn gaan staan in de
geest, komt de tegenwerker met soms formidabele aanvallen. Van de
kant waar je het niet van verwacht. En het vlees probeert ons af te hou-
den van het bezig zijn met deze dingen door te trekken naar allerlei
andere dingen. Maar ook de wereld is iets dat trekken kan en waar-
mee de gelovige leert omgaan. We zijn immers dood voor de zonde,
voor de wet en voor de wereld.

‘Om dus vast te blijven staan op het lotdeel in de geest is dit gebed
gericht?’

Het gaat erom, dat wij standvastig blijven in dat wat God ons rijk en
mild geschonken heeft en waarvan Efeziërs 1 en 2 getuigen. Geen an-
dere brief toont zoveel rijke zegeningen in Christus. Wij zijn in Hem, in
Christus zeer rijk gezegend. Dat komt van de Vader, net als de grote
kracht om met Zijn macht vast te staan in de dagelijkse strijd van het
geloof. Hij zal dat doen en geven wat nodig is, en wij leven in het diepe
besef, dat Hij alles doet samenwerken tot wat goed is!

Woord vandaag

‘De kracht van God in de zonen de Hij inzet in Zijn voornemen, daar gaat het
om. Onze toekomstige bediening.’

Het woord standvastig worden is afgeleid van een Grieks woord, dat met
macht te maken heeft. Het begrip macht wijst naar de bron van de kracht.
De macht van de Christus is, dat Hij de beschikking heeft over veel kracht.
Niet alleen door Zijn geest, maar ook door de hemelingen die tot Zijn beschik-
king zijn. Allemaal krachten die Zijn grote macht vertegenwoordigen.  
Zo geeft Vader ons kracht, het gaat om in kracht standvastig gemaakt wor-
den door Zijn geest in de innerlijke mens.

‘We zijn uiterst gezegend, dat wij deze dingen mogen verstaan.’

Het gaat alles om geest, geestelijke zegen, geestelijke kracht. In Efeziërs
hebben we het aardse, tastbare, vleselijke verlaten en houden we ons
bezig met geestelijke zegen te midden van de hemlingen, in Christus. Dat
is geen Grieks-filosofisch denken, maar vanuit God komen de woorden
die geest en leven zijn, naar ons toe. Dat versterkt onze geest, het ver-
licht de ogen van ons hart en geeft ons uitzicht op wie de Vader is, wie
Christus Jezus is en wie of wat de gemeente –het lichaam van Christus- is.

‘En dat versterkt ons voor onze wandel nog in het vlees op aarde.’

Het gaat om ons leven van vandaag, maar wel in het perspectief van al
de hemelse waarheden die ons bekendgemaakt worden in Efeziërs. Dat
beïnvloedt onze handel en wandel elke dag, als het goed is. Je plannen
maak je met het oog op wat Vader gaat doen in het bewustzijn wat je
bent: lid van het lichaam van Christus. Geroepen met een hemelse roe-
ping boven, met Hem!

Woord vandaag

‘Wat een uitzicht geeft Efeziërs!’

Om dat uitzicht op en inzicht in Gods plannen en heerlijkheid te kunnen
bevatten met ons hart, hebben wij extra werking van de geest van Vader
nodig. Paulus bidt, dat de Vader van onze Heer Jezus Christus ons als leden
dat geeft, dat wij innerlijk standvastig gemaakt worden. Dat kan uitsluitend
en alleen door Zijn geest. Het is opnieuw de Vader van de heerlijkheid tot
Wie de apostel zijn gebed richt.

‘Kun je zeggen, dat Efeziërs de brief van de grote kracht van God is?’

Misschien wel. In elk geval stapelt Paulus met begrippen. Het woord genade
alleen is onvoldoende. Het gaat om de heerlijkheid van Zijn genade, de rijk-
dom van Zijn genade
, de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mild-
heid,
en hier zelfs om de rijkdom van Zijn heerlijkheid (3:16). Het is de Vader

van de heerlijkheid die in Efeziërs sterk naar voren komt. De overstromende
genade en onmetelijke liefde van de Vader, het is teveel voor een gewoon
mensenhart. Daarom het gebed van de apostel!

‘Zeg dat wel. Het duizelt je bijna, zoveel heerlijkheid!’

Onderweg naar Damascus kon Paulus de heerlijkheid niet aan, die hem om-
straalde. Hij viel krachteloos op de grond, net als eerdere profeten dat deden.
(Ezechiël, Daniël). Tegen zoveel licht, kracht (heerlijkheid dus) kon hij niet op.
Mensen van vlees en bloed die van die Weg waren, daar kon hij als een woes-
teling tekeer tegen gaan. Maar tegen deze heerlijkheid van Christus Jezus kon
hij niet op. Voor eens en voor altijd overweldigd door de heerlijkheid van Zijn
genade. Christus Jezus gaf hem de bijzondere innerlijke kracht om door te
gaan ondanks al wat hem overkwam. Daarom bidt de apostel ook om die
kracht voor alle leden van het lichaam van Christus!   

Woord vandaag

‘Paulus bidt om kracht.’

Ja, waar hij in Efeziërs 1 om een geest van wijsheid en onthulling in
erkenning van Hem bidt, bidt hij nu dat wij standvastig gemaakt wor-
den met kracht door Zijn geest in de innerlijke mens. Zowel in het
gebed in Efeziërs 1 als in Efeziërs 3 gaat het om het werk van de geest
van God in de gelovige. Juist die innerlijke kracht die Hij geeft door
een speciale toedeling van Zijn geest is nodig om de geheimenissen
van deze kostbare brief te verstaan.

‘Wel heel bijzonder, zulke gebeden lees je nergens anders in de Schrift.’

Nee meestal worden gebeden, zoals in de Psalmen, getekend door de
emoties van de ziel, waardoor de Psalmist roept tot Alueim (God). In
sommige gebeden, zoals die van Salomo bij de tempelwijding, gaat het
om een zeker hoger, geestelijk niveau. En als we de Heer zelf lezen,
zoals in Mattheüs het koninkrijksgebed, gaat het om hoger geestelijk
gehalte dan bij Salomo. En nóg verhevener in Johannes 17, met een
dringend gebed: ‘opdat zij allen één zijn’.

‘Maar het gaat bij Paulus nóg hoger.’

Die gebeden worden dan ook geïnspireerd door Christus Jezus, de Ver-
heerlijkte aan Gods rechterhand. In beide gebeden draait het om kracht
tot verstaan, tot begrip, tot het bevatten van de grote geheimenissen
van deze unieke brief. Het zou dan leiden tot liefde, het doorgeven van
de liefde van Christus aan allen. Dat kan als we te meer beseffen wat de
gemeente is en wat de enorm hoge plaats is, die dat lichaam heeft in het
universum in onderschikking aan Christus Jezus.