Woord vandaag

‘Wel fijn, om zo deze dingen te overwegen.’

Ja het evangelie van genade geeft ruimte om te leven. Werkelijk leven dan, Zijn
leven in ons. Dat leven kun je niet onder het oude verbond plaatsen, de Thora
zoals gegeven aan Israël. En specifiek de 10 woorden op de Sinaï. Dat leven van
Hem in ons is vrij, daarom zouden wij ons niet onder een juk van slavernij laten
brengen. Christus Jezus heeft ons werkelijk verlost! In Hebreeën 1:3 staat van Hem:

en de afdruk van Zijn aanneming

Dit is een moeilijk te vatten uitspraak over de Zoon. Hij is de afdruk van wat God
voor ‘rollen’ aanneemt in diverse tijden. Dat wil zeggen: God is Verlosser, de Zoon
is Verlosser.

‘Nou, dit moet ik even verwerken. Moeilijk.’

Om met het voorbeeld verder te gaan: God is Verlosser. Van Zijn volk, van de mens
in het algemeen en van de volkeren. Zeer zeker ook van de gemeente, het lichaam
van Christus. Om dat Verlosser-zijn van God te tonen, te laten zien, blijkt de Zoon
de grote Verlosser (Hebreeuws: Goël) te zijn. Waarvan? Heel de schepping! En daar-
mee laat Hij zien, welke ‘rol’ God aanneemt naar Zijn schepping toe. God drukt dat
af in de Zoon.

‘Wacht even, er begint iets te dagen bij me.’

We zien in de Zoon Wie de Vader is. God is Richter, Degene die rechtspreekt in de
hoogste instantie. Hij heeft echter al het richten aan de Zoon gegeven (Johannes 5).
Als er dus gericht wordt uitgeoefend, gebeurt dat door de Zoon en dan is in feite
God aan het werk door Hem heen. En het lichaam van Christus is ook geroepen
om met Hem te richten, namelijk de wereld en de boodschappers (1 Corinthiërs 6:
1-3). Dan is het de Zoon die het door ons heen uitvoert. Wat een toekomst heb-
ben wij! Dat is de verwondering voor ons, nu.

Woord vandaag

‘Ook in Hebreeën vinden we dus bijzondere uitspraken over de Zoon.’

Ja, en het volgende wat over Hem gezegd wordt, is:

Hij is de afstraling van Zijn heerlijkheid

Dat gold voor Hij Mens werd en nadat Hij uit de doden is opgewekt. Tijdens Zijn
vernedering op aarde had Hij gestalte noch heerlijkheid (Jesaja 53:2). En men
zou liever het gezicht van Hem afwenden dan naar Hem kijken (Jesaja 53:3), toen
Hij leed en zuchtte om alles wat Hij om Zich heen aantrof. Innerlijk verdrietig over
de afwijzing van Zijn woorden en van Hem zelf door de Zijnen. Zo wandelde Hij.

‘Dan moet het verschil nu wel heel groot zijn.’

Wanneer je bedenkt, dat Saulus drie dagen blind was van het felle licht dat op
hem straalde, dan besef je iets van de heerlijkheid die Hij nu heeft. Hij is afstra-
ling van de heerlijkheid van God. Hij is aan de rechterhand van God gezet, boven
alle (geestelijke) overheid en macht. Hij staat boven de hemelse rangorde. En wij,
als leden van Zijn lichaam zijn met Hem verbonden in die positie.

‘Ja, als ik daar aan denk, ben ik verwonderd over wat Hij geeft.’

Het is ook de redding in genade. Gratis dus. We konden en kunnen er niets voor
doen. Wij zijn geredden in genade, niet in wet. Er zijn geen voorwaarden aan ver-
bonden. Wij hebben met Zijn leven eonisch leven ontvangen. En dat is een genade-
geschenk in Christus Jezus
(Romeinen 6:23). Daar konden wij niets voor doen en

dat kunnen wij nooit verspelen door ons gedrag. Dit te zeggen is geen aanmoedi-
ging voor het vlees, maar een reden tot diepe dankbaarheid aan Vader!

Woord vandaag

‘Bijzonder weer, dat gedeelte Hebreeën 1.’

Ja, nadat gezegd is dat Hij –de Zoon- de Lotgenieter van het al is, schrijft Hebreeën:

door Wie Hij ook de eonen maakt

De Zoon. De Vader laat het grote werk van de eonen door de Zoon uitvoeren. Hij
was de zichtbare God van Israël. Wanneer Ieue zichtbaar was voor de mens, dan
was dat de Zoon in Zijn heerlijkheid voor Hij mens werd. Hij was hoger dan de gees-
telijke vorsten van landen (zie Daniël 10). Hij was boven al de machten en krachten
en werd voor korte tijd zelfs beneden de boodschappers gesteld.

‘Als je beseft dat dat Zijn werk is: de eonen maken, dan is dat opmerkelijk.’

Hij werd Mens. Nadat Hij zoveel had betekend in Gods plan, wat in Tenach nog
niet duidelijk werd, werd Hij minder dan de boodschappers zelfs. In dat Mens
zijn werd Hij zelfs vernederd tot de dood van het kruis. De grootste en hoogste,
door Wie Vader zelfs de eonen maakt, moest een smadelijke dood sterven!
God heeft alles in Zijn hand en voert dat grote plan van tijdperken uit door Zijn
Rechterhand: de Zoon Christus Jezus!

‘Dat te beseffen maakt het alleen maar veel groter, dat Hij zo’n dood onderging.’

Na Zijn opwekking uit de dood werd Hij dan ook verhoogd aan de rechterhand
van de Vader. En aan Hem moeten al de machten en krachten onderschikken.
Dat is nu nog niet zo, maar zal in de komende eonen plaatsvinden, onder meer
door de rechterhand van de Zoon: de uitgeroepen gemeente die Zijn lichaam is!
U, jij en ik horen daarbij. Wat een genade, dat wij aan dat grote werk van de
Zoon mogen meewerken in de komende eonen!

Woord vandaag

‘Groots, die plaats van Christus Jezus in Gods plan.’

Een andere plaats waar Hij ook zo genoemd wordt, is Hebreeën 1:2, waar over Hem

geweldige woorden worden gesproken:

God, sprekend tot de vaderen in de profeten, spreekt in de laatste van deze dagen
in een Zoon, Die Hij stelt tot Lotgenieter van het al….

Dit is al adembenemend, de Zoon van God blijkt Lotgenieter te zijn, niet alleen van
de wereld (zoals Abraham), niet alleen van Israël, maar van het al! Dat omvat óók
de hemelen en wat daar bovenuit gaat. Hij is zó groot, dat heel het universum Zijn
lotdeel is.

‘Het is wat. Zouden veel gelovigen daar een idee van hebben?’

Misschien wel. Maar de reikwijdte van wat dat betekent, is zo groot, dat je je af-
vraagt of het wel voldoende beseft wordt. En dan word je automatisch verwonderd.
De Heer Jezus Christus is veel groter dan vaak gedacht. We zouden dan ook Zijn
Naam niet te pas en te onpas gebruiken, maar met eerbied uitspreken. We zijn bij-
zonder begenadigd wanneer wij Hem nu al mogen leren kennen.


‘Hij overstijgt alles eigenlijk. Maar wat heeft Hij gedaan! Het is volbracht.’

Dat laatste klonk ook even afgelopen zaterdag op de eh-studiedag. Het onderwerp
éénheid werd daar besproken. In vier aspecten en het was een mooi geheel. Hij
heeft de diepte van vernedering als Mens meegemaakt. Daarna werd Hij door Vader
verhoogd aan Vaders rechterhand. En daarover spreekt Hebreeën op bijzondere ma-
nier. En in 1:2 worden zelfs de eonen genoemd, daarover morgen meer!

Woord vandaag

‘Sprak Hij vaak over Zijn afkomst?’

Zoals we gisteren hebben gezien, noemt Paulus duidelijk Zijn afkomst in de eerste
Korintebrief. Hij kwam als Heer uit de hemel. Hij zei zelf, dat Hij uit de Vader was.
Dat Hij van de Vader kwam en naar Hem terugging. Geen twijfel mogelijk. Hij was
tijdens de periode van Tenach (OT) zien we, dat Hij Ieue representeerde. Als Ieue
zichtbaar was, dan was Hij het in heerlijkheid voordat Hij mens werd.

‘Dit is een omstreden punt in het christendom.’

Het gaat niet aan een discussie met geloofsbelijdenissen aan te gaan, het gaat om
wat de Schrift zelf zegt. En steeds moet je het tekstverband in de gaten houden.
In Kolossenzen lezen we, dat Hij de Eerstgeborene uit de doden is. Naast het feit,
dat Hij de Eerstgeborene van heel de schepping is. En staat in Kolossenzen 1:18 :

opdat Hij in alles de Eerste wordt

Hij was de Eerste van Gods schepping (dat is Hij nog steeds) en Hij is de Eerste
die uit de doden is opgewekt zonder weer te sterven.

‘Dat blijft een heel bijzonder hoofdstuk ja, dat Kolossenzen 1.’

Blijft wel staan, dat alles uit God is. Hij zei van Zichzelf, dat Hij uit God uitkwam
(Johannes 8:42). Feit is, dat er één God is –absoluut gesproken. Dat is de Bron
van alles. En één Heer, Christus Jezus, door Wie het al is; Hij is het kanaal waar-
door God werkt. In Efeziërs 3:10,11 staat ook, dat Vader het voornemen van de
eonen uitvoert in Christus Jezus. Daarmee is vastgesteld, dat Hij de centrale
plaats inneemt in Gods grote voornemen!