Woord vandaag

‘Dienstwerk heeft waarde als het kruis erdoor tot zijn recht komt en geen ei-
gen eer voor de mens zoekt?’

Ja. Door velen wordt het kruis niet als echt overwinnend gezien. Zij denken in hun
wijs
heid, dat de redding door het kruis alleen voor een kleine minderheid is.
De uitverkorenen. Anderen menen, dat men iets van eigen werk moet inbrengen
om deel te
 krijgen aan de redding door het kruis. Men moet ‘een keuze maken’
of ‘zich beke
ren’ of ‘de toegeworpen reddingsboei aanpakken’.

‘Ja, dit is alles bekend, zulke uitspraken worden gebruikt in evangelisatie.’

Al dit denken onteert het kruis van Christus op twee manieren:

1. Het voegt iets van de mens toe aan het volbrachte werk, óf

2. Het beperkt het volle effect van het kruis.

Evangelisatie zonder werkelijke kracht van het kruis zal resultaten opleveren, die
de mens altijd in onzekerheid houden, want het predikt niet de volle genade. 
Wanneer het kruis als uiting van de liefde van God en de grote genade die eruit
voortvloeit echt verkondigd wordt, zal het mensen bevrijden en verlossen van
angst en onzekerheid in hun leven.

‘Ja. Zo is het. Gods liefde zit erachter en dat is genoeg.’

Gods liefde neemt geen genoegen met een paar procent geredden van de mensheid.
Het is Zijn eer te na;  het kruis sorteert werkelijk effect: allen worden gered door het
kostbare bloed van Christus. Hij deed geen half werk op Golgotha! Het is een volko-
men werk, waaraan geen mensenhand te pas komt. Niets kunnen wij toevoegen aan
dit: ‘het is volbracht’!

Woord vandaag

‘Het gaat er dus om, dat wij ons dienstwerk doen zonder een aardse gezindheid,
op een geestelijke manier.’

Een dienstwerk dat alleen gericht is op het tevreden stellen van de zintuigen
(ziels) en dat slechts een aardse gezindheid vertoont is niet geschikt voor het
hemels koninkrijk van de Zoon. Het zal daar niet binnen kunnen gaan. Vandaar
dat bij de bema (het erepodium) dit soort werk zal verbranden. Het is ongeeste-
lijk en brengt geen eer aan God.

‘Kun je een concreet voorbeeld noemen?’

Zo waren er, schrijft de apostel in Filippenzen, sommigen die de Christus uit af-
gunst en twist en partijschap verkondigden (1:15,17). Juist om het Paulus las-
tig te maken. Aan zulk dienstwerk kleeft het vlees en aardsgezindheid. Het zal
geen stand kunnen houden; zij zijn vijanden van het kruis van Christus, hoewel
zij Hem zelfs verkondigen. Maar het draait om de manier waarop.

‘Zo wordt het wel duidelijk en het is ook logisch.’

Paulus was in tranen, en dat heftig, want er waren in zijn dagen al velen die wan-
delden als vijanden van Zijn kruis. Hoeveel te meer zullen vandaag heel veel gelo-
vigen dat zijn! Zij leggen hun heerlijkheid in hun schande. Zij beroemen zich op
wat zij tot stand hebben gebracht, dat zij de verdedigers van de tradities zijn en
voorvechters van het besnijdenisevangelie. Maar het is in feite hun schande. Ze
staan 
zelf op het verkeerde been en trekken anderen mee in hun afkeer van de
apostel
 en zijn evangelie. Niettemin bleef Paulus liefdevol en positief, want
Christus werd
 
nochtans verkondigd!

Woord vandaag

‘Wat betekent dat hout, hooi en stro dan?’

Dat zijn de toevoegingen aan de Schrift, de menselijke filosofieën en doorrede-
neringen. Misschien kun je denken aan de dwalingen: De 3eenheid, de vrije wil
en werken als verdienste. Met name de eerste twee zijn nogal onzinnig als je ze
tegen het licht van de Schrift houdt. De derde is wat moeilijker, maar wordt hel-
der en radicaal door de paulinische boodschap verworpen. We zijn wat deze be-
treft bijzonder begenadigd door God. Hij bewaart ons hiervoor!

‘Ik vind vooral dat eigen werken door het kruis verworpen wordt.’

Wanneer we kijken naar het kruis, dan past de leer van de eigen werken niet.
Daar werd alles volbracht wat nodig was. Zodat er geen menselijke verdienste
meer kon zijn. Hier raakt het kruis ons menselijk vermogen en maakt duidelijk,
dat menselijke trots op wat dan ook ongepast is. En wat betreft de vrije wil, ook
daar heeft het kruis zijn werking. De mens blijkt zich niet uit eigen vrije wil te kun-
nen verlossen of bevrijden uit zijn huidige situatie. Dat moest gebeuren doordat
Hij aan het kruis stierf en opgewekt werd uit de doden.

‘En de 3eenheid dan?’

Als er een 3eenheid zou bestaan, dan zou het kruis ons voor grote raadsels
stellen. Dan zou een van de 3 leden van ‘de Godheid’ daar gestorven zijn. Uit
vrije beweging. Dan zou Jezus Christus nooit hebben kunnen bidden aan het
kruis: ‘Mijn God, Mijn God, waartoe U Mij verlaten hebt!’  Als er een 3 eenheid
zou zijn, dan zou Hij dit ook tot Zichzelf hebben gebeden. We komen daar dus
nooit uit, tenzij we de Schrift laten staan. Dan is Hij de eniggeboren Zoon van
de Vader. De Vader is absoluut God, Zijn God! En Die wekte Hem later op uit
de dood!  

Woord vandaag

‘Tsjonge. Ik ben blij dat ik goed de tijd om over deze belangrijke waarheden na
te denken.’

Wat we gisteren besproken hebben, zien we ook in 1 Corinthiërs 3:10-15. Daar
lezen we, dat het dienstwerk dat in beeldspraak hout, hooi en stro genoemd wordt,
in vlammen op zal gaan. In het tekstverband daar gaat het ook om dienstwerk. Dan
wel een specifieke arbeid: onderricht geven. Het gaat over Apollos en Paulus en de
Korintiërs. Zij waren –in beelden- een akker, een gebouw. Degene die kon planten
was Paulus en Apollos gaf water.

‘Het gaat om het geven van onderwijs inderdaad. Hoe kun je dat verder zien?’

Er is een goede uitleg van deze verzen. Er worden drie elementen genoemd waar-
mee gebouwd wordt om een goed en stevig gebouw te krijgen. Goud, zilver en
kostbare (grote) stenen. Je kunt die zien als de drie grote elementen van het onder-
wijs van Paulus in Romeinen. De grote, kostbare stenen wijzen dan op de rechtvaar-
diging door het geloof van Jezus Christus. Het zilver op de verzoening van de vijan-
den doorheen de dood van de Zoon.

‘Bijzonder. Het is wel logisch omdat het om onderwijs gaat in 1 Korintiërs 3.’

En de hoogste –het goud- is wat Paulus onderwijst omtrent het God-zijn van God.
De absolute soevereiniteit van God. Hij doet wat Hem behaagt, Hij laat Zich niet
hinderen door Zijn schepselen. Die kunnen Zijn bedoeling niet weerstaan. Wan-
neer je deze dingen mag onderwijzen, kun je dat nooit doen in trots of in afgunst.
Dan zal je dienstbetoon geen stand houden op het erepodium.
Dat geldt óók wanneer je met hout, hooi en stro bouwt; dat gaat geen gebouw
worden. Daarover morgen meer!

Woord vandaag

‘Hoe zit het dan met dienstwerk dat gedaan werd in een houding die vijand-
schap met het kruis uitdrukt?’

Als je met deze vraag op het erepodium (de bema) doelt, dan is het goed, dat
we kijken naar onze positie in Christus. Wij waren eerst vijanden, en God doet
vijanden teniet, Hij elimineert ze door ze in vrienden te veranderen. Wij werden
om die reden met God verzoend door de dood van Zijn Zoon. Zo veranderden wij
van vijanden van Christus in vrienden van Hem. Vervolgens zet God ons in in Zijn
dienstwerk.

‘Wat op/bij het erepodium gebeurt heeft geen invloed op het in Christus Jezus
zijn, weten we toch?’

Er staat van de vijanden van het kruis van Christus een op het eerste gezicht
moeilijke zin: Hun voleinding is ondergang (Filippenzen 3:19, CV). Als we deze
zin goed willen begrijpen, lezen we het tekstverband eerst. Filippenzen gaat over
ons dienstwerk in de Heer. Wij kunnen aardsgezind zijn. We hebben gezien wat
er dan aan een gelovige kan kleven. Als bijvoorbeeld trots en zelfzucht ons dienst-
werk kenmerken, dan zal dat dienstwerk ondergaan (verdwijnen, vernietigd wor-
den). Wanneer? Bij de bema, het erepodium.

‘Dus wij gaan niet onder, maar ons dienstwerk. Voor zover het in een aardse ge-
zindheid gedaan werd.’

Ja. Al het dienstwerk waaraan deze aardse gezindheid kleeft, zal ten onder gaan
bij de bema. Dat geldt ook voor dat dienstwerk, dat oneer aan God brengt door
niet het volle effect van het kruis te erkennen. Namelijk, dat allen gered zijn en
zullen worden. De totale overwinning over alles wat maar vijandig was (en nu
nog is). De werking van het kruis zien we ook bij/op de bema/het erepodium:
de ondergang of vernietiging van al het dienstwerk waaraan vijandschap tegen
het kruis van Christus kleeft!