Woord vandaag

‘Uit welke factoren wordt de wil van de mens dan opgebouwd of gemaakt?’

Een van de factoren is erfelijkheid. Wat je meekrijgt van de je ouders en de fa-
milies waar zij weer uit voortkomen. Onze verre voorouder Adam is wel erg
be
palend geweest. We zijn stervend en daardoor missen we, schieten we tekort.
Het denken van de mens wordt beïnvloed door allerlei geestelijke stromingen,
door de geest die werkt in de wereld (in de zonen van de weerspannigheid).

‘En je omgeving waar je in bent?’

Die is ook bepalend voor wat je wil of kunt. Die geeft mogelijkheden of je wel
of niet iets kan ondernemen, om maar iets te noemen. Voor een groot deel
wordt de wil van de mens dus gevormd door erfelijkheid (nazaat van Adam)
en zijn omgeving. Tel daarbij op de mensen met wie je omgaat en wat er op je
weg komt. Dan wordt al duidelijk dat de mens beslist geen vrije wil heeft.

‘En de geestelijke dingen dan, die tellen toch ook mee?’

Ja, zoals genoemd: de geest die werkt in de zonen van de weerspannigheid,
die beïnvloedt de wil van de mens. Het vlees. Paulus schrijft over ons als gelo-
vigen, dat wij ons eens gedroegen in de begeerten van ons vlees en de wil van
het vlees en van de denkwijze uitvoerden (Efeziërs 2:2,3). Daar lezen we, dat
onze wil en wat wij willen ook bepaald werd (en soms nog wordt) door de wil
van ons vlees en van onze denkwijze. Maar dank zij de werking van de geest

van God werden wij ons bewust, dat Hij onze Redder is!

 

Woord vandaag

‘Ja, wel bijzonder dat Paulus dat in Filippenzen 2 zegt dat God het willen en werken
in ons bewerkt.’

De meeste christenen en gelovigen hebben dit niet onder de aandacht. Ze zijn erg
gericht op het doen. Als ze maar iets doen, dan geeft ze dat een goed gevoel, zonder
dat zij zich afvragen wat God bedoelt. Als het gaat om Zijn werk in deze tijd, dan is
dat de roeping en opbouw van het lichaam van Christus. De verbetering van de we-
reld en het bouwen aan het rijk van God op aarde is niet Gods programma voor deze
tijd.

‘Daar zijn nogal wat christenen mee bezig, dat bouwen aan Gods koninkrijk hier en
nu op aarde.’

Dat gaat pas echt plaatsvinden nadat het lichaam van Christus weggerukt is van de
aarde. Dan volgt de 70e jaarweek van Daniël 9:24-27 met grote verdrukking voor de
zonen van Jakob en de gerichten over de wereld. En daarna volgt pas echt de bouw
van het rijk van God op aarde, onder leiding van Israël, en niet onder leiding van de
gemeente.

‘Deze dingen weten wij inmiddels, en dat bewaart voor een onjuiste richting.’

Anders zouden we allerlei activiteiten ontwikkelen die er niet toe doen. Tevergeefse
inspanning. Dat is waar de tegenwerker ons mee bezig wil doen zijn. Werk dat geen
stand kan houden. Maar als wij gaan willen wat Hij wil, is het Zijn werk in ons. Hij
vormt in ons de wil om betrokken te raken in Zijn werk. Hoe? Doordat we Zijn woor-
den horen en in ons hart opslaan. Dat woord gaat Zijn werk doen in ons hart.

‘Dan is het dus geen vrije wil, maar Hij werkt.’

De wil van de mens is dus niet iets, dat zomaar ontstaat of er zomaar is. Vergelijk
dat eens met ons ademhalen, spijsvertering et cetera. Dat gebeurt in feite automa-
tisch als gevolg van wat toegevoegd is. Zo wordt onze wil, de wil van de mens ge-
vormd door een aantal factoren. Zoals wij eten en de spijsvertering gaat aan het
werk, zo wordt de wil ‘gevoed’. Bij de gelovige is een extra factor: Gods woord!

Woord vandaag

‘Als je die rijke genade van God in je hart hebt, ga je willen wat Hij wil?’

Het gaat er bij God niet om, dat wij eerst aan allemaal voorwaarden moeten vol-
doen. In veel religieuze groepen worden mensen vastgehouden door het bezig
moeten zijn met het vervullen van allerlei plichten. Men moet allemaal regels in
acht nemen die die de geestelijke leider aangeeft. Als men dat doet, is het goed
en hoort men erbij. Zo is het bij God niet.

‘Je kunt dus bij God niet zeggen: je moet gaan willen wat Hij wil?’

Het punt zit m bij het woordje ‘moet’. Daar werken de meeste religieuze en gods-
dienstige groepen mee. Dat was ook bij de Galaten aan de hand. Het gaat niet om
ons doen en daden, maar om wat God zegt en doet. Hij werkt door Zijn geest in
ons hart. Zijn woord keert nooit leeg terug. En als het gaat om onze wil, dan maakt
Gods woord duidelijk, dat die niet vrij is. Als we Filippenzen 2 erop naslaan, juist
die brief gaat om ons praktische geloofsleven, dan lezen we iets dat nauwelijks er-
gens gepredikt wordt.

‘We hebben geen vrije wil?’

Sommigen willen dat nog wel erkennen, ja. Enkelingen prediken dat misschien wel.
Maar als het vervolgens aankomt op het praktische geloofsleven van de christen of
de gelovige, dan wordt er erg aangedrongen dat je dit of dat toch wel moet. Anders
hoor je er eigenlijk niet bij. Dat laatste (er niet bij horen) wordt dan nooit hardop
ge
zegd, maar het blijkt uit de houding die men dan aanneemt. Als je niet voldoet
aan
 de (ongeschreven) regels, dan word je buitengesloten. Je kunt dan zelfs wel de
sa
menkomsten bezoeken, maar je voelt dat je er niet bij hoort.

‘Terwijl je bij God niet aan voorwaarden hoeft te voldoen.’

Gelukkig niet, God is per definitie liefde en dus Redder. Hij is je Redder, dat wordt
Hij dus niet als jij aan voorwaarden voldoet. Nee, alles is al gedaan en daarom -je
hoort ervan uit Zijn woord en je wordt er blij van- weet je dat je er bij hoort.
Als je geloof hebt ontvangen –en ieder ontvangt van God een mate van geloof- dan
is het niet zo, dat je vervolgens moet willen wat Hij wil. Paulus geeft aan voor de
praktijk van ons geloofsleven:

daarom mijn geliefden….werkt je redding met vrees en beven uit, want God is
het, die in jullie zowel het willen als het werken voor Zijn welbehagen bewerkt…
Filippenzen 2:12,13

Woord vandaag

‘Goed, steeds te beseffen hoe rijk we zijn en wat God doet.’

We zijn zeker ongewoon overvloedig gezegend, en dat met al die geestelijke zege-
ningen. We hebben ruim de tijd genomen om naar aspecten van het kruis te kijken.
En we ontdekten steeds weer, hoe afhankelijk wij zijn van datgene wat gebeurt
en nog gebeuren zal als gevolg van de werking van het kruis. We hebben gezien, dat
het kruis heel diepgaand en grondig is en beslissend in al zijn facetten. Het zet de
richting in Gods plan definitief op redding van allen, alles en iedereen zal delen in
de heerlijkheid van God.

‘Gaan we nog verder kijken naar facetten van het kruis?’

Over enkele weken, ja. In Filippenzen wordt ook het nodige over het kruis gezegd.
Zowel in Filippenzen 2 als 3. Dat is nu in voorbereiding. Maar eerst willen we nog
aandacht besteden aan andere ‘dingen’. Zoals wat we al zagen, dat het koninkrijk
van de Zoon toch groter blijkt dan je denkt. Het wonderlijke in Kolossenzen 1 blijkt
te zijn, dat dat koninkrijk zal bestaan uit al die wederzijds verzoende schepselen.
En dan zowel zichtbare (mensen) als onzichtbare (hemelse machten en krachten).

‘Dat is dan allesomvattend, ja. Verrassend genoeg.’

Uiteindelijk zal de Zoon onderschikkend zijn aan de Vader. En dan zal Hij het hele
koninkrijk aan de Vader overhandigen. Opdat God werkelijk in allen alles zal zijn.
We hebben veel genade ontvangen als wij iets hiervan kunnen zien met een gees-
telijk oog. Een zicht dat niet vertroebeld is door de tradities van de mensen. Een
geloof dat niet verward is door filosofie van mensen. Maar gewoon rechtuit kun-
nen aanvaarden wat Vader zegt. Als je dat kunt, dan is ook dat genade van God.

Woord vandaag

‘We hebben veel kunnen zien in Kolossenzen 1. Wat een evangelie!’

Heerlijke boodschap. Door het kruis. We hebben –uitgebreid- gekeken naar de
uitdrukking het bloed van Zijn kruis en dat was de moeite waard. Het is een ge-
weldig en bevrijdend evangelie, dat van Paulus. De Heer zei, dat de waarheid
een mens vrij maakt. De waarheid van het evangelie (van Paulus), díe zet je in
een enorme vrijheid. Je bent af van het slavenbestaan!

‘Maar Paulus noemt zich slaaf van Christus Jezus.’

Hij was daarmee wel af van het slavenbestaan onder de zonde en onder de wet,
waarbij hij uit ervaring wist wat die slavernij betekende! Het was voor hem ge-
weldig bevrijdend geworden, toen hij de diepe waarheden van het evangelie leerde
kennen. Het niet te temperen enthousiasme van Paulus werkte aanstekelijk.
Maar niet bij iedereen. Sommigen zagen in hem een bedreiging van hun positie.

‘Ja en het religieuze zit diep in de mens.’

Nou en of, Paulus verkondigt geen discipelschap, maar pure, onvermengde genade
van God
. Dát is de boodschap die een mens nodig heeft. Bij veel christenen gaat het

om doen en daden. Bij God gaat het om het Woord, dat ingang vindt in ons hart.
En in dat Woord zit alles wat wij nodig hebben, het hele scala aan vitaminen dat onze
geest gezond maakt. Als we gezond willen geloven, dan hebben we het evangelie van
de verlaten apostel nodig!