‘Ook mijn leven in Zijn hand. Fijne gedachte.’

Ook daarover zegt Zijn woord het nodige, dat nog een
stap verder gaat dan we gisteren gelezen hebben. In
het vers in Spreuken wordt iets over het hart gezegd.
Meer over dat hart vinden we in een prachtige Psalm
als 33:

IEUE ziet uit de hemelen en ziet alle zonen van Adam,
vanuit Zijn verheven woning ziet Hij alle bewoners
van de aarde
Hij vormt hun hart individueel;
Hij verstaat al wat zij doen

‘Dit gaat ook heel ver.’

God is de grote Vormer; het woord yatsar dat hier
gebruikt wordt, kun je ook met Pottenbakker ver-
talen. Vormt Hij ook het hart van de moedeloze, de
spotter, degene die bedrukt is, of een gewelddadig
persoon. En de blijmoedige, die ook?
Al degenen die wij in ons leven ontmoeten, die ons
misschien wel angst en vrees bezorgen. God heeft
hun hart gevormd, volgens deze Psalm.

‘Dat is nogal wat.’

Het werkt iets uit in ons. Het blijkt, dat het tot onze
bewaring leidt en roept wat in ons op. Alle belevenis-
sen en ervaringen die we in ons leven meemaken, zijn
uit God. Job erkende dat in elk geval wel, zo hebben
we gezien. Het zou leiden tot een reactie van vreugde
en verheerlijking van God. Dat we Hem aanroepen,
bidden, voorleggen wat in ons hart is, danken.