‘Het is bijzonder dat wij nu al mogen weten van deze bijzondere hemelse
zegeningen in Christus Jezus.’
Ons past ootmoedigheid dat wij zulke zegeningen genieten en er iets van
mogen begrijpen. Dat is het eerste wat Paulus noemt bij onze wandel in
Efeziërs 4:1-3. Het is zo ongelooflijk wat wij van Christus Jezus mogen
weten en wat onze plaats als zonen daarbij is! Dan zouden wij ook wan-
delen, waardig de roeping waarmee wij geroepen zijn. Niet om iets te ver-
dienen voor God, maar door Zijn geest geleid en in Zijn kracht.
Wat een genade, te horen bij dat wereldwijde lichaam van Christus. Wat
een toekomst hebben wij voor ogen!
‘Met Hem gezet te midden van de hemelingen. Het is heel apart.’
Christus Jezus zal Hoofd zijn, niet alleen over heel de aarde, maar ook
boven alle hemelingen. Het (heel)al, daarover zal Hij eens regeren. We
horen bij Hem, die gesteld is tot lotgenieter van het al (Hebreeën 1:1-3)!
Hij zal regeren totdat alle vijanden onder Zijn voeten gesteld zijn. Zelfs
de tweede dood zal als laatste vijand moeten wijken voor Zijn genadige
regering. Pas daarna worden allen wederzijds verzoend met God.
‘Dat vind ik logisch, want voor het einde van de eonen waren heel veel
mensen nog in de tweede dood.’
Pas als zij daaruit komen doordat de tweede dood buiten werking gesteld
wordt, eerst dan zullen zij werkelijk met God verzoend zijn door de dood
van de Zoon heen en gered zijn in Zijn leven. Hij zal dan troonsafstand
hebben gedaan, en heel het koninkrijk aan de Vader overdragen, opdat
God alles in allen zal zijn!