Woord vandaag

‘Ja het is zó waar, dat je nooit de liefde van God kan kopen. God
geeft het om niet, in Zijn Zoon.’

Het is bij de gelovige precies andersom dan wat in de wereld geldt.
De rijkdom bij ons, zit niet aan de buitenkant, maar aan de binnen-
kant. Al is onze uiterlijke mens in verval, toch wordt de innerlijke
mens van dag tot dag vernieuwd. Hoe? Door dagelijkse voeding met
de woorden van het geloof en de ideale leer. De geest van God werkt
daardoor en dat levert liefde, genade en ootmoedigheid op.

‘Mensen kunnen materieel erg arm zijn, maar erg rijk in God.’

Dat is het ‘geheim’. Zij kennen een God, die liefde is en die niet de
wijzen van deze wereld uitkiest. Maar juist het zwakke, het onedele,
de buitenstaanders als het ware. God kiest degenen die door men-
sen niet gekozen zouden worden. Zoals de Heer tijdens Zijn aardse
rondwandeling degenen opzocht die eruit gegooid waren. Hij stond
bekend als vriend van zondaren, in de ogen van de Joden.

‘Mensen kijken vaak naar de buitenkant, maar God ziet het hart.’

Dat bleek toen Ieue David, de herder, uitkoos en niet de anderen
die wellicht groter en sterker waren. David was de man naar Gods
hart. Hij was daarom ook een prachtig type van de Heer Jezus
Christus, de ware Herder van Israël, die ook Koning zal zijn. De
geest werkte in Davids hart en daar kwamen heel wat prachtige
liederen uit voort (heel wat Psalmen). Die zijn ook weer profe-
tisch. God woont door Zijn geest in de harten van de gelovigen,
waardoor (door die geest) ook de liefde van God in ons hart
uitgegoten is (Romeinen 5:5). Wij zoeken voedsel in God zelf
en vinden daar Zijn liefde, die groei in ons werkt: Zijn vrucht!

Woord vandaag

‘Elke dag dat we hiermee bezig zijn, wordt Efeziërs weer een stukje
duidelijker en kostbaarder voor mij.’

Als het gaat om harmonie, overeenstemming, dan lezen wij dat  op
een aantal plaatsen in Efeziërs.
Wij zijn in liefde tevoren bestemd tot de plaats van zoon.
Dat is in overeenstemming met het welbehagen van Zijn wil (1:5).
De vergeving van onze krenkingen is in overeenstemming met de
rijkdom van Gods genade (1:7).
Het geheimenis van Zijn wil is in overeenstemming met Zijn welbe-
hagen (1:9). Dat wij tevoren bestemd zijn is in overeenstemming met
Zijn voornemen (1:11).

‘Nou dat zijn wel duidelijke voorbeelden van het harmonieuze van
Efeziërs.’

Nog een paar voorbeelden:
De bediening van Paulus is in overeenstemming met het genadege-
schenk van God dat hem gegeven was in overeenstemming met de
werkzaamheid van Zijn kracht (3:7).
Dat nu door de uitgeroepen gemeente aan de hemelingen de veel-
vuldige wijsheid van God bekendgemaakt wordt is in overeenstem-
ming met het voornemen van de eonen (3:11).

‘Wat een enorme rijkdom aan genade, wijsheid en liefde treffen
wij toch aan in deze brief!’

Ja, in Efeziërs lezen wij de rijkdom van Gods heerlijkheid. Die is on-
metelijk groot. Vandaag de dag bezitten relatief weinig mensen ont-
zettend veel materiële rijkdom. Mensen die erg rijk zijn ontbreekt
het vaak aan een moreel hoogstaand privé leven. Geld bedreigt een
samenleving eerder dan dat het goeds brengt. Toch drukt het bezit
van veel geld macht uit. Geld = macht. Maar je kunt met al het geld
van de wereld niet de liefde van God kopen!

 

Woord vandaag

‘Geweldig fijn, al die geestelijke zegen. Het daalt steeds dieper in
mijn hart en maakt mij gelukkig van binnen.’

Gods wil is, dat al Zijn schepselen eens in harmonie met Hem zijn.
De Efezebrief is vol harmonie. Hoe weet je dat? Doordat steeds het
begrip ‘in overeenstemming met’ wordt gebruikt. Als lezer valt je dat
misschien niet zo op, het komt regelmatig terug. En dat is zo, omdat
Efeziërs de hoogste waarheden van God en Christus Jezus en de ge-
meente bekendmaakt. Harmonie wil zeggen: eenheid, vrede, rust,
volkomen onderlinge liefde van God.

‘Ja, goed om daar bij stil te staan, het staat ook in vers 7.’

In dit vers staat, dat de vergeving van de krenkingen is in overeen-
stemming met de rijkdom van Zijn genade. Deze vergeving is op een
aanzienlijk hoger niveau dan de vergeving van de zonden bij Israël.
Daarom kan er ook bij staan, dat het overeenkomstig de rijkdom
van Zijn genade
is. Dat is zo, omdat de gemeente die Zijn lichaam is,

op hoog niveau is gebracht. Te midden van de hemelingen.
God maakt ons compleet. Alles wat in God is, zal een antwoord in
ons vinden.

‘Kun je dat wat nader toelichten?’

God is de schepper, wij zouden onze plaats als schepselen innemen
(overeenstemming). Hij is onze Vader; wij zouden Zijn geliefde zonen
zijn (harmonie). Hij is de Verlosser, wij zijn de verlosten. Maar er is
meer dan dit alles: ons werd een plaats met Christus gegund in ver-
band met Zijn werk om Hem te onthullen aan de hemelse machten
en krachten. Alleen als wij overvloeien van Zijn liefde en genade kan
het uitgaan naar anderen. Hij zal ons tot overvloeiens toe vullen!

 

Woord vandaag

‘Ik heb erover gedacht en gelezen. Het gaat natuurlijk om de rijkdom
van Gods genade!’

Ja. Bij Israël werd de vergeving verleend op basis van Gods medelij-
den, Zijn barmhartigheid. Het was op voorwaarde van goed gedrag.
Verkeerd gedrag achteraf leidde tot intrekken van de vergeving.
Het was dus tijdelijk, want het hing af van de bezitter van die verge-
ving (of kwijtschelding), en niet van God.
Maar hier in Efeziërs is de vergeving in overeenstemming met de
rijkdom van Zijn genade
!! Dit moet je er steeds bij denken.

‘Dat is wat je leest: de rijkdom van Zijn genade.’

Deze geweldige toevoeging brengt het op het niveau van Efeziërs 1.
De heerlijkheid van Efeziërs is zóveel groter dan wat in het evan-
gelie van de Besnijdenis wordt verkondigd. Nu gaat het niet om
een kwijtschelding op voorwaarde dat de mens zich goed gedraagt.
Het gaat om de vergeving van de krenkingen in overeenstemming
met de rijkdom van Zijn genade
! Wat geweldig is dat he.

‘Hoe langer je erover nadenkt, hoe scherper je het grote verschil
ziet.’

Het wordt geweldig zichtbaar in de resultaten van de beide evange-
liën. Bij Israël waren er velen die de prediking van de vergeving van
zonden aan de heidenen tegenhielden. Daarmee verspeelden zij de
vergeving van zonden die zij zelf ontvangen hadden sinds pinksteren.
Zij raakten hun eonisch leven in het komende koninkrijk kwijt.
Maar wij, die de vergeving van de krenkingen hebben, blijven niet
alleen in genade. Wij ontvangen de rijke geschenken van Zijn genade.
Alleen de leden van het lichaam van Christus zijn nauw met Hem ver-
bonden als Hij in de laatste eon Zijn hoogste heerlijkheid bereikt.
Wij waren de laatsten en zijn bestemd de eersten te zijn!

Woord vandaag

‘Nou ik ben benieuwd naar die vergeving waar Paulus het over
heeft in vers 7!’

Het lijkt op de koninkrijksverkondiging van Petrus in Handelingen 2.
Daar spreekt hij over vergeving van zonden door bekering en doop.
Vergeving, zoals de Heer er over sprak, was een kwijtschelding van
zonden of schuld. Maar dat was op voorwaarde. Dat kun je makke-
lijk afleiden uit de gelijkenis van degene die 10000 talenten schuld
had bij de koning. Door zijn gedrag daarna werd de kwijtschelding
of vergeving weer teruggetrokken. Dat gebeurde Israël ook, en dat
staat in Handelingen beschreven.

‘Maar deze vergeving dan? Bij de leden van het lichaam van Christus?’

Paulus had al een veel hogere genade dan de vergeving van zonden
bekendgemaakt. Hij spreekt van rechtvaardiging door geloof (van
Jezus Christus)
, de vrijkoping in Christus Jezus. Overstromende gena-

de. Die brengt ons in een omgeving waar veroordeling niet langer
mogelijk is: Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus
Jezus zijn
(Romeinen 8:1). Hier spelen menselijke werken geen enke-

le rol, zowel vóór als ná het ontvangen van deze grote genade. Dit
kan nooit verspeeld worden door wat wij eventueel nog doen.

‘Maar dan kunnen wij toch nooit meer naar vergeving teruggaan?’

In Efeziërs 1:7 gaat het niet om vergeving van zonden, maar van de
krenkingen. We hebben gisteren gezien wat een krenking is. We zijn
dan ook niet langer in ene juridische sfeer, maar in huis bij Vader.
Wij wisselen de rechtvaardiging niet in voor een lagere gunst. Wij
hebben niet alleen gezondigd en zijn nu gerechtvaardigd, maar wij
hebben God ook gekrenkt en hebben nu vergeving ontvangen!
Er is echter nog een aspect. Wat in dit vers nog meer gezegd wordt.
Morgen meer!