Woord vandaag

‘Dat wij heiligen en smettelozen voor Zijn aangezicht zijn, daar zei je niets
over, hoe is dat?’

God ziet ons altijd in Christus zo. Dat is ook weer fantastisch. We kunnen dus
nooit iets doen waardoor wij die eigenschappen verliezen. We zijn te allen tijde
heilig (apart gezet voor de dienst aan God) en smetteloos (zonder enige smet
of vlek). Kun je dit bevatten? Nee. Kun je dit geloven? Ja. Wat we ook zijn of
waren, hoe we ook geleefd hebben en wat voor missers we ook gemaakt heb-
ben: dit blijft altijd staan. God ziet ons in Christus heilig en smetteloos.

‘Kun je dit vergelijken met dat er geen veroordeling is voor hen die in Christus
Jezus zijn?’

Natuurlijk. Dat is een uitspraak in Romeinen 8:1, die een vast onderdeel vormt
van ons langschild van het geloof waar wij achter schuilen. Wat de machten ook
ons influisteren om ons te beschuldigen, wij schuilen in geloof en weten dat Hij
ons niet beschuldigt, dat kan Hij niet omdat wij gerechtvaardigd zijn door het
geloof van Christus en daarom nooit meer iets aangerekend kunnen krijgen.
Wij zijn dus altijd in Christus heilig en smetteloos voor Gods aangezicht.

‘Jij weet niet hoe geweldig ik dat vind.’

Als deze waarheid eenmaal in je hart doordringt, komt er een geweldige
diepe vreugde, die nooit meer bij je weggaat. Die vreugde zal er altijd zijn,
ook al komen er soms allerlei emoties die dat tijdelijk overvleugelen. En
als die emoties of gevoelens –die altijd tijdelijk zijn- weer weggevloeid zijn
komt die vreugde weer naar boven. Omdat het een geestelijke waarheid
is, die altijd blijft en nooit meer weggaat. Het is deel van ons wezen ge-
worden.

 

Woord vandaag

‘Dat is heel fijn, dat wij al zo lang geleden uitgekozen waren in Christus.’

De tweede zegen die genoemd wordt, en op de eerste wordt gestapeld, is
dat Vader ons in liefde tevoren bestemd heeft tot plaats van zoon. Ook dat
is weer iets geweldigs. Let op dat er staat: ‘in liefde’. Het is die weergaloze
liefde van God, die sterker is dan de dood, die doorgaat tot eenieder gered
blijkt. Maar de eersten die in Zijn plan in Zijn liefde betrokken zijn, blijken
de gemeenteleden te zijn! ‘Tevoren bestemd’ zegt heel veel.

‘Ja en in Romeinen 8 staat toch ook dat wij tevoren bestemd zijn?’

Ook daar is het geweldig. Wij blijken tevoren bestemd te zijn gelijkvormig ge-
maakt te worden aan het beeld van Zijn Zoon. Nadat er al stond dat God ons
tevoren gekend heeft, staat in vers 30 de geweldige waarheid, dat de Vader
ons tevoren bestemde. Weer ‘tevoren’, net als tevoren gekend. Ver voordat
wij geboren werden, had God ons al bestemd in Zijn plan – tot heerlijkheid.
De schepping wacht op de onthulling van de zonen van God. Wij zijn, volgens
Efeziërs 1:5, tevoren bestemd tot de plaats van zoon. Dat wijst al naar onze
horizon: heerlijkheid. In het Griekse woord ‘tevoren bestemmen’ zit ons be-
grip ‘horizon’.

‘Wat een zee van liefde van God komt nu naar voren, als ik dit overdenk.’                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             Gods raadsbesluit zit er achter. Het hing vanzelfsprekend niet van onze daden
af, ook niet van ons geloof. Het ging om Zijn werk (van Christus Jezus) en om
Zijn geloof (van Jezus Christus). Het gaat om Gods plan, dat Hij tevoren al hele-
maal bedacht had en in de tijdperken (eonen) uitvoert in Christus Jezus. Als
je deze dingen tot je door laat dringen, wordt al het andere wat je op aarde
doet, waar je je op aarde mee bezig houdt, veel minder belangrijk. En je
maakt je soms druk om dingen waarvan je achteraf beseft dat het totaal niet
belangrijk was in het licht van wat wij nu overdenken uit Efeziërs!

Woord vandaag

‘Die geweldige geestelijke zegeningen zijn wel bijzonder, daar in Efeziërs 1.’

De eerste van de waarschijnlijk 7 die we tegenkomen is, dat wij in Christus
uitgekozen zijn vóór de nederwerping van de wereld. In feite voor ons niet te
bevatten, dat de Vader ons toen al op het oog had, in Zijn Zoon. Vader koos
uit en dat was volledig onafhankelijk van ons gedrag. Nog vóór de zonde en
het gericht dat erop volgde. Waardoor de nederwerping van de wereld plaats-
vond en de hemelen en de aarde woest en leeg en duisternis werden. Toen
al waren de leden van het lichaam van Christus in Hem uitgekozen. Wat een
een rijkdom aan genade!

‘Heel wonderlijk eigenlijk, je staat er niet zo vaak bij stil.’

Dat wij zo lang geleden al in Christus uitgekozen bleken te zijn, is in feite zo
bijzonder, want van de heiligen van Israël wordt gezegd dat zij in het boek van
het leven staan opgetekend vanaf de nederwerping van de wereld. Overigens
wordt van de broers Ezau en Jakob gezegd, dat God Jakob liefheeft al voor zij
geboren werden, en dat de oudere de jongere zal dienen. Dan wordt er door
Paulus gezegd, dat dat was voordat zij goed of kwaad hadden kunnen doen.
Daarmee wordt duidelijk, dat de uitkiezing niet te maken heeft met wat een
mens aan goed of kwaad doet, maar van God die kiest!

‘Ja, met zo’n vergelijking van Jakob en Ezau wordt het nog duidelijker.’

Zeker wel. We hebben veel aan vergelijken van Schrift met Schrift. Als je de
teksten opzoekt die over uitkiezen gaan, wordt het duidelijk. Lang, lang voor-
dat wij geboren werden, waren wij door de Vader al uitgekozen in Hem. Dus
voordat wij goed of kwaad hadden kunnen doen. Daar hing het dus niet van
af. Dat wij zelf wel door de ervaring met zonde en kwaad heen moesten, was
omdat wij de liefde en genade van God alleen op die wijze konden begrijpen.
Als alles vanaf onze geboorte perfect was gegaan en wij nooit hadden gezon-
digd, dan hadden wij nooit Gods verzoenende liefde en rijkdom aan genade
in onder andere de rechtvaardiging om niet kunnen verstaan. Hij schenkt ons
als eersten die rijkdom én dat wij dat ook nog kunnen bevatten!

Woord vandaag

‘Het is dus vooral met de Schrift oppassen als je allerlei leringen tegenkomt.’

Wat vooral van belang is, te kijken naar wat je precies gelooft. Kun je dat woorde-
lijk in de Schrift terugvinden? Of zijn het leringen die in woorden van mensen uit-
gedrukt worden, zoals bijvoorbeeld de leer van de goddelijke 3-eenheid? Die staat
nergens in de Schrift en dat zou ons heel erg argwanend moeten maken. Het is dui-
delijk, dat wij, wat wij geloven ook in de woorden van de Schrift zelf kunnen zien.
Als het afwijkt van de woorden van de Schrift zelf, is het al zeer glad ijs.

‘Men noemt dat toch weleens biblicistisch? Té erg op de Bijbel geënt?’

Als men dat als theoloog zo noemt, vind ik het prima. Als wij geloven wat de Schrift
exact laat zien, is het goed. Nauwgezet de woorden van God volgen, de woorden
die Hij in Zijn woord heeft laten neerzetten zijn zevenvoudig gelouterd, zegt Psalm
12:7. En daarom zouden wij uiterst nauwkeurig de woorden van God zelf nagaan.
En pas dan onze gedachten erdoor laten vormen en bepalen. Dit geldt zeer zeker
ook voor het vaststellen van de schepping van de tegenstander, en dat die satan
dus geen gevallen engel is, maar als tegenwerker door God zo geschapen is.

‘Men is verbaasd over wat er van hem in de Schrift staat, maar dat kwam dus
afgelopen zondag aan de orde.’

Hij zondigt vanaf zijn begin en hij is een mensenmoordenaar vanaf zijn begin.
Hij staat niet in de waarheid en hij is de vader van de leugen. Alle leugen komt
van hem af. Hij probeert zoveel mogelijk mensen aangaande het woord van
God in de leugen te brengen – en te houden. Daar waar de waarheid aan het
licht komt, zal hij direct actie ondernemen om die waarheid weer weg te nemen.
Hij gooit alles door elkaar om u, jou en mij in verwarring te brengen en te hou-
den. Laten we onze geestelijke zegeningen koesteren en God dagelijks danken
voor wat Hij geeft en doet in Christus Jezus! De geweldige geestelijke zegen is
heel erg rijk uitgestald in Efeziërs 1. Daarover morgen meer!

Woord vandaag

‘We hebben veel gehoord gisteren. De tegenwerker als tegenwerker geschapen.
Het is wat! Maar je maakt God dan niet tot auteur van de zonde?’

Het kernwoord ‘zondigen’ in de Schrift is qua betekenis ‘doel missen’. In Richte-
ren 20:16 lezen wij van de Benjaminieten, dat er 700 mannen waren, linkshandig,
die haarfijn met een steen konden slingeren, maar zonder te zondigen. Dat laat-
ste woord staat niet zo in uw vertaling van de Bijbel, er staat natuurlijk missen.
En dat is precies de betekenis van zondigen: doel missen. De vraag is of God Zijn
doel miste toen Hij de tegenstander als tegenwerker schiep. Bovendien lezen we
in Jesaja 54:16 Ik (Ieue) heb de verwoester geschapen om te gronde te richten.

‘Voor zover we kunnen zien is die slang altijd bezig met tegenwerken en dwars-
zitten, verdelen en doorkruisen.’

Wat de tegenstander betreft kan dus te allen tijde gezegd worden, dat God Zijn
doel met hem niet miste. De slang doet precies waarvoor God hem geschapen
heeft: zondigen, doel missen, tegenwerken, dwarsbomen. Hij kan niet anders.
God heeft hem zo gemaakt dat hij dat moet doen. Daarmee zondigde God niet,
want God kan niet zondigen, maar de tegenstander wel! Die doet niet anders
dan zondigen en leugens verspreiden. Daar waar op aarde een organisatie of
mensen systematisch liegen en mensen bewust op het verkeerde been zetten
(manipuleren), worden zij aangestuurd door duistere machten die op hun beurt
weer moeten doen wat de tegenstander wil.

‘Maar, dat leugens verspreiden gebeurt ook doordat er verkeerde traditionele
leringen zijn, die mensen op het verkeerde been zetten.’

De tegenstander weet ook wel wat van de Schrift. Hij is erop uit, het juiste beeld
van God te verduisteren en Hem tot een karikatuur te maken. Zo wordt Hij voor-
gesteld als een bloeddorstige, die erop uit is mensen die niet in Hem geloven, de
eeuwige pijn te bezorgen in een vlammenzee. Dat dit totaal niet in de Schrift
staat
, mag duidelijk zijn. Zo is God niet. Juist het tegenovergestelde. Toch zien

velen in God een dreiging, dat als zij niet goed genoeg blijken, voor eeuwig buiten
de boot vallen. Dat is echter een leugen van de orthodoxe theologie. In Nederland
verwoord in artikel 37 van de Nederlandse geloofsbelijdenis.

‘Hij is dus goed in het verdraaien van de Schrift?’

Zeker, zeker. Dat zien we als hij de Heer zelf probeert te misleiden door een Psalm
te citeren en Hem van een hoogte af te laten springen. De Heer pareert echter met
‘er staat geschreven’. Bij nader inzien sprak die door de tegenstander aangehaalde
Psalm niet over toen de Heer in vernedering op aarde kwam, maar als Hij straks in
heerlijkheid komt om Zijn volk te verlossen. De satan nam dus een waarheid voor
de toekomst en paste die toen toe – op het verkeerde moment dus. Dat is wat bij-
voorbeeld Hymeneüs en Filetus ook deden, toen zij de waarheid van de opstanding
in de toekomst naar het verleden plaatsten. Vandaar dat Paulus ze met name
noemt, omdat zij een verderfelijke leer leerden. Daarom blijven wij bij wat er staat
geschreven!