Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Ik bedoel dan dat jongere 
vrouwen huwen, kinderen 
baren, huishouding voeren 
en aan de tegenstrever 
geen enkele aansporing 
geven voor smaadwoord
    1 Timotheüs 5:14

De wijsheid die Paulus hierin
aangeeft, is voor ieder helder. 
Geen wettische opdracht; het
is wat God in de schepping aan 
de vrouw gaf.
Ze vervult op die manier wat 
God instelde. Wanneer ze dat 
doet, zullen tegen het evangelie 
vijandig gezinde familieleden (of 
de buren) niet kunnen lasteren.
Zo zal de tegenstander ‘zonder 
munitie’ zitten en gelovigen 
kunnen op God gericht leven.
Dit is opbouwend en goed werk,
zodat in de praktijk de naam van
de Heer verhoogd wordt.

Gelijktijdig echter leren zij ook 
niet werkend te zijn, de huizen 
rondgaand; echter niet alleen 
niet werkend, maar ook 
babbelzuchtig en bemoeials, 
sprekend wat niet past
    1 Timotheüs 5:13

Ongepast gedrag voor jonge 
weduwen. Op deze manier is
hun leven niet tot opbouw. 
Elkaar zoeken bij gelegenheid 
als gelovigen is fijn, maar kan
ook afbrekend werken. 
Zeker daar waar het alleen 
‘gebabbel’ is; waar gelovigen
zich ongepast bemoeien met 
andermans leven. De jongere
weduwen zouden leren van 
oudere, wijze vrouwen die op
de Heer gericht leven. 
Om zo tot opbouw te kunnen 
zijn voor de andere gelovigen.
Ook hier is de aanwijzing van
Filippenzen van toepassing, 
de ootmoedige gezindheid 
leven, naar Zijn voorbeeld. 

Weiger echter jongere 
weduwen, want wanneer zij
zich ook maar afzetten tegen 
Christus, willen zij huwen,
het oordeel hebbend: zij 
wijzen het eerste geloof af          
        1 Timotheüs 5:11,12

Als jonge weduwen in geloof
ijverig in goede werken zijn is
dat fijn. Toch geeft Paulus hier
een opvallend advies.
Jonge weduwen kunnen beter
niet in speciaal dienstwerk in-
gezet worden. Zo’n opoffering
onder gelovigen is nogal wat.
Wanneer ze moe worden van
dit dienstbetoon, willen ze
wellicht opnieuw huwen. En
kunnen ze de eerdere trouwe
dienst te midden van de
gemeenschap van gelovigen
niet langer volhouden.
‘Zij wijzen het eerste geloof af’
is ook zo te vertalen:
‘zij hebben geen plaats meer
voor de eerste trouw’.
Wijs en liefdevol gezegd door
de apostel.

van uitstekende werken 
getuigend: 
indien zij kinderen opvoedde, 
indien zij gastvrij was, 
indien zij voeten van heiligen 
waste, indien zij verdrukten 
ondersteunde, indien zij 
doorging in elk goed werk
           1 Timotheüs 5:10

De praktische kracht en waarde
van geloof dat God in het hart
geeft, is duidelijk zichtbaar. In
het evangelie is geen bewijs van
geloof nodig; rechtvaardigend
geloof is immers zonder werken
(Romeinen 4:5).
Zulke 60+ weduwen komen in
aanmerking voor dienstwerk
onder de heiligen. Het is zo
gebleken, dat zij in Gods liefde
uitstekende werken deden. De
apostel somt een serie op, die
zonder meer getuigen van diep
geloof en ootmoedigheid.

Merk als weduwe aan: 
niet minder dan zestig 
jaar geworden, van één 
man vrouw
   1 Timotheüs 5:9

Mogelijk betreft het hier een
weduwe die in de (plaatselijke)
groep gelovigen een speciaal
dienstwerk (zie 5:5) kan doen.
Van één man vrouw wijst daar
(vergelijk 3:2) op. Ook hier zien
we, dat Paulus zorgvuldig, wijs,
weloverwogen aanwijst.
Zo’n weduwe met leeftijdgrens
60, behoeft ondersteuning als
dat nodig is, materieel gezien.
Uit het contrast met de jongere
(vers 11) blijkt waarom Paulus
dit hier opmerkt.
Zo zien we hoe de Heer via Zijn
apostel liefdevolle aanwijzingen
geeft. Als orde(ning) ter plaatse,
gelet op omstandigheden, Gods
genade klinkt door alles. We zien
elkaar aan in Zijn liefde.