‘Die Galatenbrief blijft boeiend en voor veel Thora doeners onbegrijpelijk.’
Het blijkt dat Petrus, in Galaten 2 er blijk van gaf nog heel erg veel moeite
te hebben met de paulinische grondwaarheden, laat staan de diepere waar-
heden van zijn unieke boodschap. Daar geeft hij heel eerlijk blijk van in zijn
tweede brief. Petrus ging niet langer met de heidenen eten, omdat er en-
kelen van Jakobus kwamen, trok Petrus zich terug uit vrees voor hen die
van de besnijdenis waren (Galaten 2:12).
‘Hij had al moeite om naar de proseliet Cornelius te gaan.’
Daarvoor moest de Heer drie keer een laken laten zakken en hem duide-
lijk maken dat hij onreine dieren moest eten als symboliek voor het gaan
naar de heiden Cornelius. God ging gewoon voorbij aan Zijn eigen Thora
en verklaarde alle dieren rein om te eten – in dat visioen! Petrus was over-
tuigd en ging naar Cornelius die kon toetreden tot de koninkrijksgemeente
en dus het aardse koninkrijk van de Messias Jezus.
Petrus was overtuigd en at met de heidenen.
‘Maar toen de wettischen kwamen, trok hij zich gauw terug.’
Toen Paulus dat zag, riep hij Petrus erbij en ieder kon horen wat hij tegen
Petrus zei. Terwijl Petrus als de natiën leefde (en kennelijk alles at)
en zeker niet als een Jood, terwijl hij zelf Jood was, hoe kon hij dan daarna
de natiën noodzaken als Jood te leven?
Wat Paulus stelt is dat de Joden de natiën niet konden noodzaken als Jood
te gaan leven. Dat zijn evangelie ook helemaal niet bezig was de natiën on-
der de Thora van Mozes te brengen, maar juist te bevrijden van alle religie,
is duidelijk uit wat al gezegd is in de Galatenbrief.
‘De Thora voorvechters leggen de Galatenbrief anders uit?’
Zeker. Zij draaien er net zolang aan, tot de Galatenbrief ook in hun straatje
past, dat wil zeggen: de gelovigen uit de natiën moeten onder de Thora van
Mozes gaan leven. Daarom passen zij alle gedeelten aan, zodat zij Paulus
(zij zeggen liever: Shaul – zie echter Handelingen 13:9) kunnen laten zeggen
wat zij graag willen. Vervolgens beschuldigen zij anderen ervan de brieven
van Paulus te verdraaien! En als anderen niet met hen meegaan, worden
die ervan beticht wetteloos te leven!
Gelukkig hebben we de brief aan de Galaten, waar Paulus klip en klaar dui-
delijk maakt, hoe het zit met de Thora en de genade. Degenen die religieus
onder de Thora gaan leven en die dus proberen te houden, vallen zelf uit
de genade (Galaten 5:4).
Wij leven elke dag in de zonneschijn van Gods genade, ook vandaag!