‘Zeg, wat gisteren naar voren kwam, ik kon er bijna niet van slapen.’

Het is zoveel geweldiger en heerlijker dan wat nogal eens wordt gezegd
naar aanleiding van Efeziërs 2:11-22. Zou het zo zijn, dat de gelovigen uit
de natiën een plaats op aarde onder het nieuwe verbond zouden hebben,
dan zouden zij tegen een stenen gebouw aankijken in de komende 1000
jaar, waar een priesterdienst wordt uitgevoerd en waar de natiën geen
rechtstreekse toegang tot Vader hebben. Alleen via priesters van Israël.

‘Dat is dan heel wat minder dan we gisteren zagen.’

Zeker, want Efeziërs 2 zegt, dat al de gelovigen samen zelf een woonplaats
van God in de geest zijn. Dan zijn zij zelf een heilige tempel in de Heer en
zijn zij geestelijk al veel verder dan dat zij van een afstand kijken naar een
stenen gebouw in de 1000 jaar. Zij maken al deel uit van de nieuwe schep-
ping, ja van de nieuwe mensheid. En die laatste is pas compleet wanneer
de tweede dood opgeheven is. Dan ben je ver voorbij de situatie onder het
nieuwe verbond in de 1000 jaar op aarde.

‘De verschillen zijn groot.’

Efeziërs is de top van Gods onthullingen aan de mensheid. Daar komt al het
voorafgaande van Gods woorden samen. In Jeremia en Ezechiël en Jesaja
werd allang over het nieuwe verbond gesproken, het huis van Israël en het
huis van Juda worden daarin één. Dit heeft alles met Israël te 
maken.
De natiën blijven daarin ondergeschikt, óók op de nieuwe aarde.
Zij leven dan (nog steeds) onder het koningschap van Israël.

‘Dat ziet er wezenlijk anders uit dan wat Efeziërs zegt.’

Efeziërs 2:11-22 gaat over de nieuwe mensheid. Daarin bestaat geen onder-
scheid
meer tussen Israël en de volkeren. Die zal compleet zijn ná opheffing
van
de tweede dood. Dan zijn alle mensen onsterfelijk geworden en dan
wordt
heel de nieuwe schepping de tempel van God, Hij zal door Zijn geest
dan
alles in allen zijn. Dan is het regeren van Israël afgelopen. Het koning-
schap
 van Christus is voorbij. Allen zijn dan één, samen met Christus Jezus!