‘Geweldig, wat een hoge roeping voor het lichaam van Christus.’
Het gaat in deze verzen om kracht. Een bijzondere kracht, waardoor
God Zijn Christus uit de doden opwekte. En die kracht betekent veel
voor de gelovigen van het lichaam van Christus. Het gaat om Gods
kracht. Om aan te geven wat dat inhoudt, zegt de apostel:
de overstijgende grootte van Zijn kracht.
Paulus stapelt weer met woorden, zodat wij gaan zien hoeveel wij
van God ontvangen. Geen andere apostel zegt zulke dingen.
‘We ontvangen die kracht?’
Omdat dit beheer draait om geest en geestelijke zegeningen, gaat
het om kracht, de kracht van Zijn opstanding. Door de geest van
God werkt Zijn kracht in ons. Paulus strekt zich uit naar het werke-
lijke ervaren van die kracht in Filippenzen 3.
In Efeziërs 1:18-23 draait het om de kracht van God, waarmee Hij
Hem uit doden opwekte en waardoor Hij Hem zette aan Zijn rechter-
hand te midden van de hemelingen. Dus de opwekking en verhoging
van Christus Jezus gebeurde met een enorme bundeling van Gods
kracht. En die kracht werkt ook in de gemeenteleden!
‘Ik ben hier stil van.’
Dat is wel enorm, die kracht van God. Er staat ook bij: in overeen-
stemming met de werkzaamheid van de macht van Zijn sterkte.
Let op de woorden werkzaamheid, macht, sterkte. Op verschil-
lende manieren vestigt de geest van God onze aandacht op de
enorme kracht waarmee God in ons werkt. We merken iets van
die kracht, wanneer wij onze aandacht richten op Zijn woord en
die woorden gaan in ons werken. Dan blijken wij over bijzondere
kracht te beschikken, om dienstwerk te doen tot opbouw van
het lichaam van Christus. Dat geldt elk lid van Zijn lichaam!