‘Wonderlijk, dat God het zo doet: twee ekklesias roepen in een
periode van 2000 jaar.’
Dat is zeker een werk van God. De ekklesia van Israël en prose-
lieten het aardse koninkrijk in, straks. Nu roept Hij de ekklesia
die het lichaam van Christus is, uit alle natiën, waarin het vlees
geen rol speelt, afkomst of afstamming maakt helemaal niets
meer uit. Geen voorrang of voorrecht voor de Jood in het li-
chaam van Christus. In de nieuwe schepping speelt dat allemaal
geen rol meer!
‘Daarom kijk ik er zo naar uit, dat mijn oude zwakke lichaam ver-
anderd gaat worden.’
Wat zal dat zijn! We verwachten een nieuwe schepping en de
zonen van God zullen samen met Christus Jezus het eerst aan de
schepping onthuld worden. Wat is dat toch geweldig he. We zijn
als leden van dat lichaam bevoorrecht, dat wij als eerstelingen
van de nieuwe schepping geopenbaard zullen worden, en, bekleed
met grote heerlijkheid, de hemelingen Zijn mildheid en rijkdom
aan genade zullen tonen.
‘Ja werkelijk een grote verwachting om naar uit te kijken.’
Ja en tot de bazuin leven wij in en onder Gods genade. Hij heeft
ons lief en zal ons dragen tot dat moment, dat heeft Hij beloofd
en zal dat ook doen. Hij omringt ons, Hij woont door Zijn geest
zelfs in ons en door Hem leven wij! Heerlijke zekerheid, die
Hij alleen kan geven: wij hebben een gebouw uit God, eonisch,
in de hemelen. Daar zien wij naar uit, deze aardse tentwoning
te verwisselen voor een heerlijkheid, die nooit zal eindigen!