Woord vandaag

‘We leven in boeiende tijden, maar het is nog de boze eon.’

Ja we leven in de boze eon, die snel toegroeit naar een hoogtepunt. En zal uit-
monden in een enorme, wereldwijde verdrukking. De grote verdrukking zal
komen, en dat over de volkeren van de aarde, zoals de profeet Daniël (12:1)
profeteerde:

En in die era zal Michaël opstaan, de grote leider die boven de zonen van jouw
volk staat. En het wordt een era van benauwdheid die niet gebeurde sinds een
natie 7op aarde0 was, tot die era. En in die era zal jouw volk ontkomen; allen,
die bevonden worden opgeschreven te zijn in de boekrol.

Hij schrijft erover als een era (speciale tijdperiode) van benauwdheid. Hier alge-
meen aangegeven als ‘een era van benauwdheid’. Maar grote verdrukking zal
komen, zoals ook de Heer Jezus profeteerde in aansluiting op de profeet Daniël:

want dan zal een grote verdrukking zijn, zoals niet geworden is sinds het begin
van de wereld tot op heden en ook niet meer zal worden 
            Mattheüs 24:21

‘Als we al zien wat er vandaag in de wereld gebeurt, dan wordt dat nog wat, ja.’

We zouden deze ernstige woorden goed opvatten. En laten staan voor de tijd
waarvoor die bedoeld zijn. De Heer geeft het moment aan, namelijk wanneer zij
de gruwel van de verwoesting zien staan in de heilige plaats (Mattheüs 24:15)
waarvan door de profeet Daniël gesproken is. Dán zal die grote verdrukking gaan
plaatsvinden. Zeker en vast. Over het Joodse volk, maar ook over de andere vol-
keren.

‘Bijzonder, dat wij nu nog in de tijd van genade leven.’

De woorden van de brieven aan Romeinen, Korintiërs, Galaten, Efeziërs ademen
een heel andere sfeer dan de brieven aan de 7 gemeentes in Openbaring 2 en 3.
En ook heel anders dan de brieven van Petrus, Johannes, Judas. De overstromen-
de genade die we in eerstgenoemde brieven ontmoeten, komt in de andere niet
door. Steeds merk je, dat er een tegenprestatie vooraf of achteraf wordt verwacht
van de gelovigen.

‘De boze eon loopt toch bijna af?’

Net als de profeten, zucht ons hart: ‘hoe lang nog, Heer?’ Het antwoord daarop
zouden wij zo graag willen weten, maar het is bij Vader bekend. De tijd van gena-
de eindigt bij de wegrukking van het lichaam van Christus. Niet later. Niet eerder.
Het lichaam kan niet op aarde zijn als de laatste jaarweek van Daniël al gestart is,
anders lopen lijnen door elkaar. Het evangelie van de genade van God kan aan
het einde niet tegelijkertijd gelden naast het evangelie van de besnijdenis. Het
beheer van het geheimenis eindigt waar de era van verontwaardiging begint.
We zien uit naar dat heerlijke moment van de bazuin van God!

Woord vandaag

‘Het nieuwe verbond voor Israël, ja. Afgelopen donderdag was heel boeiend.’

Openbaring is een uiterst boeiend, ernstig boek. Het is de onthulling van Jezus
Christus. We zagen afgelopen donderdag inderdaad een aantal opmerkelijke
actuele dingen in het wereldgebeuren. En de boodschap aan de boodschapper
van Thyatira is bijzonder indringend. De vrouw Izebel, zij is een figuur die in het
verleden in 1 Koningen al voorkwam.

‘Zij is een beeld? En heeft dat te maken met de leer van de Nikolaïeten?’

Zeker. Dat maakt de boodschap aan Thyatira duidelijk. Izebel manipuleerde
koning Achab van het noordelijke 10-stammen rijk. Zodat hij enorme afgoderij
pleegde en het land daarin meenam. Zij was de dochter van Ethbaäl (betekent:
Baäl is met hem) en bracht Achab ertoe een Baäl op te richten in Samaria, de
toenmalige hoofdstad van dat 10-stammen rijk.

‘Ja, en het einde van Izebel was akelig.’

In 2 Koningen 9 wordt dat verhaald, ja. Dan wordt dat wat profetisch over haar
gezegd was, werkelijkheid. Toen zij stierf bleef er letterlijk niets van haar over.
De 10 stammen gingen later vanwege hun afkeer van Ieue (Ik ben) en van Zijn
Thora in ballingschap. Zij werden weggevoerd door de Assyriërs in ongeveer
722 voor Christus. Dit was ook voorzegd, in Deuteronomium al.

‘Maar er zou toch een terugkeer komen?’

Ook dat, die hoop van een toekomstige aliyah naar het beloofde land, zou inder-
daad blijven. En dé ware trek naar het land zal pas gebeuren na de 70e week van
Daniël, zoals voorzegd door de Heer Jezus in Mattheüs 24:31

En Hij zal Zijn boodschappers uitzenden met een luide trompet en zij zullen Zijn
uitverkorenen verzamelen uit de vier winden, van de uitersten van de hemelen,
tot hun uitersten.

Dit wordt gezegd over een periode ná ‘de verdrukking van die dagen’ (vers 29);
een verzameling die dus gebeurt ‘zonder mensenhanden’; namelijk door de
boodschappers van Ieue zelf!

Woord vandaag

‘Je zei dat de enige functie van de Thora nu: aanklagen is.’

Dat zegt 1 Timotheüs 1:9 dat de wet niet gelegd is voor de rechtvaardige, maar
voor de wettelozen en tuchtelozen, goddelozen en zondaars et cetera.
En al wat verder ingaat tegen de gezonde leer. En die gezonde leer is datgene wat
de apostel verkondigde en wat in overeenstemming met God is. Gezond is de on-
derschikking aan God.

‘Dat betekent: de Thora van Mozes kan niet op de gelovige van vandaag gelegd?’

De woorden van de Heer in Mattheüs 5:17-20 betekenen zeer zeker niet, dat wij
ons vandaag aan de wet moeten proberen te houden. Dat gaat niet lukken. Het
is werking van de geest in ons, dat wij liefde kunnen betonen aan anderen, dat
wij geduld kunnen hebben met anderen. Dat houdt zelfs meer in dan de wet
vroeg. Liefde is het complement van de Thora. Die eist liefde die nooit een mens
kan geven.

‘De Heer liet daar ook het nodige van zien.’

Hij was en is dan ook de Rechtvaardige. Hij wandelde in geloof. Hij geloofde Vader
tot en met het kruis. En Vader wekte Hem op uit de doden! Dat is goed nieuws, want
daarmee is het lot van de oude mens bezegeld: het graf in. En daarmee is de mens
ontheven van de werking van de Thora. Want uit het graf stond de nieuwe mens op,
in en met Christus. 

‘Ja, logisch. Daarover heeft de Thora geen zeggenschap.’

Daar de Thora alsnog opleggen is onzinning en gaat tegen de Schrift, tegen de Thora
in. Want laatstgenoemde eiste de dood van de zondaar. Nu dat gebeurd is, is de
Thora vervuld en heeft daarom geen functie meer in de nieuwe schepping. Voor Israël
was dat het oude verbond, in plaats daarvan komt het nieuwe verbond, waarin de
geest van God Zijn onderricht in vlezen harten zal schrijven en zij zullen allen de Heer
kennen! 

Woord vandaag

‘Het wordt me heel erg helder deze dagen. De Thora staat nog overeind, omdat
deze oude schepping er nog is.’

Ja, en geestelijk gezien –voor God- is die op en door het kruis op Golgotha al
weggedaan. Zodra we ons als gelovigen bewust worden wat daar gebeurde,
wordt alles anders. Dan zien we dat de Thora alleen op het vlees gelegd is en
daarom in Hebreeën ook vleselijk gebod genoemd wordt. Daarbij komt, dat
Kolossenzen 2:14 zegt:

het door de inzettingen tegen ons gerichte handschrift uitwissend dat
ons vijandig was en dit heeft Hij uit het midden weggenomen door het aan
het kruis te nagelen

‘Het is weer een heldere uitspraak. Dit moet toch duidelijk zijn?’

Ja en zo komen we bij een zeer belangrijk principe: laat een uitspraak staan
in het verband en voor de tijd waarvoor het bedoeld is. De waarheid moet recht
gesneden worden, dat wil zeggen: laten staan voor de tijd waarin het bedoeld is.
Zo zouden we óók naar de uitspraak van de Heer in Mattheüs 5:17-20 kijken.
Je kunt die tekst niet gebruiken om zo de duidelijke woorden uit de brieven uit
te schakelen en opzij te schuiven.


‘Het is wel zo, dat daar het kruis tussen staat. Na Mattheüs 5:17-20 werd Hij
gekruisigd.’

De enige functie die de Thora nog kan hebben, is aanklagen. De Thora maakt
duidelijk, dat het vlees zich niet wil onderschikken aan God. En dus niet aan de
Thora van God. Daarom zei de Heer ook in Johannes 6:63, dat het vlees geen nut
doet – tot levendmaking. Het vlees kan God niet welgevallig zijn.
Ook onder het nieuwe verbond zal de Thora niet op het vlees gelegd worden.
Dan zal de geest van God in het hart van de mens de onderwijzingen van Ieue
schrijven!

Woord vandaag

‘Het is duidelijk voor mij. Wij horen eigenlijk –in Christus- niet meer bij deze
oude schepping.’

Dat is wat in de brieven naar voren komt. De scheidslijn werd door Golgotha
getrokken. Het kruis maakte een einde aan de oude mensheid. Daarom staat

in Romeinen 7:
Zodat, mijn broeders, jullie ook gedood werden voor de wet door het lichaam
van Christus, naar jullie worden van een andere, van de Ene die uit de doden
werd opgewekt, opdat wij vrucht zouden dragen voor God        
Romeinen 7:4

Wat hier staat, richt hij in het bijzonder tot de Joden. Zij hadden immers de wet-
plaatsing (Romeinen 9:1-5) et cetera. Maar in feite geldt dit voor heel de mens-
heid. De teksten uit 2 Korinte en Romeinen zijn helder. Als er al iemand is die de
Thora van Mozes wil opleggen op mensen waar dan ook, dan is dat onterecht.


‘Als gestorvenen met Christus zijn wij dus sowieso dood voor de wet.

Ja, de woorden van de Heer in Mattheüs 5:17-20 blijven staan en ik geloof ze.
Hij heeft de wet, de Thora vervuld, toen Hij op aarde wandelde, leefde én stierf.
Vooral Zijn dood is belangrijk als het gaat om het vervullen, compleet maken
van de Thora.
In Hem is die Thora vervuld, tot zijn doeleinde gekomen. Want

wat eiste de wet? De dood van de zondaar!

‘Zeker! Dat is waar! Nooit in die zin bij stilgestaan!’

Dat vonnis van de Thora is voltrokken op Golgotha. Zo werd de wet vervuld, in
Hem die met zich heel de oude, zondigende mensheid het graf in trok. Zo bezien
is voldaan aan de eis van de wet: de ziel die zondigt, moet sterven. En dat is ge-
beurd. De mens heeft laten zien dat hij de Thora niet kon doen, laat staan dat
hij in staat was die te vervullen. Dat kon de Heer Jezus Christus alleen, en van-
daar de uitspraak in Mattheüs 5:17-20. Morgen meer.