Woord vandaag

‘Hoe zit het dan met dienstwerk dat gedaan werd in een houding die vijand-
schap met het kruis uitdrukt?’

Als je met deze vraag op het erepodium (de bema) doelt, dan is het goed, dat
we kijken naar onze positie in Christus. Wij waren eerst vijanden, en God doet
vijanden teniet, Hij elimineert ze door ze in vrienden te veranderen. Wij werden
om die reden met God verzoend door de dood van Zijn Zoon. Zo veranderden wij
van vijanden van Christus in vrienden van Hem. Vervolgens zet God ons in in Zijn
dienstwerk.

‘Wat op/bij het erepodium gebeurt heeft geen invloed op het in Christus Jezus
zijn, weten we toch?’

Er staat van de vijanden van het kruis van Christus een op het eerste gezicht
moeilijke zin: Hun voleinding is ondergang (Filippenzen 3:19, CV). Als we deze
zin goed willen begrijpen, lezen we het tekstverband eerst. Filippenzen gaat over
ons dienstwerk in de Heer. Wij kunnen aardsgezind zijn. We hebben gezien wat
er dan aan een gelovige kan kleven. Als bijvoorbeeld trots en zelfzucht ons dienst-
werk kenmerken, dan zal dat dienstwerk ondergaan (verdwijnen, vernietigd wor-
den). Wanneer? Bij de bema, het erepodium.

‘Dus wij gaan niet onder, maar ons dienstwerk. Voor zover het in een aardse ge-
zindheid gedaan werd.’

Ja. Al het dienstwerk waaraan deze aardse gezindheid kleeft, zal ten onder gaan
bij de bema. Dat geldt ook voor dat dienstwerk, dat oneer aan God brengt door
niet het volle effect van het kruis te erkennen. Namelijk, dat allen gered zijn en
zullen worden. De totale overwinning over alles wat maar vijandig was (en nu
nog is). De werking van het kruis zien we ook bij/op de bema/het erepodium:
de ondergang of vernietiging van al het dienstwerk waaraan vijandschap tegen
het kruis van Christus kleeft!

Woord vandaag

‘Ja, het is geweldig, Hij heeft het volbracht voor iedereen.’

Het kruis was voldoende. Zijn werk was compleet. Het was en is af. Dat sorteert vol-
doende effect, zonder dat wij hebben kunnen helpen. Dit besef helpt ons van onze
trots af. Veel gelovigen en christenen zijn trots op wat zij bereikt hebben, maar be-
seffen daarbij niet de werkelijke uitwerking van het kruis. Dat beëindigt ons streven
naar invloed en macht. Het maakt ons ootmoedig.

‘Het kruis raakt ons inderdaad op allerlei manieren en op allerlei gebied.’

Wanneer wij nog jaloers, hatelijk en afgunstig zijn, dan zijn wij op die momenten
(of voortdurend) vijanden van het kruis. En we zijn dan aardsgezind bezig. Want
in het grote offer van Christus zit helemaal niets van deze vleselijke dingen. Hij
was niet jaloers. Hij was nooit hatelijk, terwijl Hij wel scherp kon zijn. En Hij was
totaal zonder afgunst. Hij gaf Zich totaal –in de wil van de Vader- op voor Zijn Va-
der en voor alle schepselen. Dat ademt een diep ootmoedige gezindheid.

‘De Psalmist heeft het over een gebroken geest en een gebroken en verbrijzeld
hart. David.’

En David is een type van Hem, die komen zou. Hij, de Heer Jezus Christus, toont
een diepe ootmoedigheid. Totaal geen spoortje weerspannigheid in Zijn geest.
Zijn hart was vol mildheid, verbroken over wat Hij zag te midden van al die zon-
daren. Hij verhief Zich niet boven hen, integendeel. Hij diende als was Hij een
slaaf. Hij was in de vorm van slaaf, en Hij was voordat Hij mens werd, in de vorm
van God. De weg voerde voor Hem omlaag, de diepte in. En uiteindelijk de diep-
ste diepte: de dood van het kruis. En dat leidde tot Zijn verhoging!  

Woord vandaag

‘Merkwaardig. Vriend van Christus zijn, en tegelijkertijd een vijand van het
kruis van Christus.’

Het is wat ons allemaal overkomt, en zeker als het ons dienstwerk betreft. Wan-
neer wijzelf misschien (soms) aardsgezindheid vertonen, dan worden wij op dat-
zelfde moment ook zulke vijanden. Die vijandschap laat zich zien wanneer wij
trots zijn op ons dienstwerk of op de manier waarop wij ons dienstwerk doen.
En zeker wanneer wij (net als de farzieeër) menen dat wij iets aan God kunnen
aanbieden zodat Hij ons meer begunstigt.

‘Ja, herkenbaar. Dit gaat wel diep hoor.’

De werking van het kruis is, dat er van ons mensen niets overblijft, als het gaat
om het oude. Wij zijn –na het kruis- een nieuwe schepping in Christus. Dat nieuwe
leven is Christus in ons. Dat werkt zich uit en het is dan logisch, dat wij ons nergens
meer op kunnen beroemen. Dát is de vrucht van het kruis in ons leven: wanneer
wij uitsluitend roemen in de Heer. Dus niet langer ons dienstwerk in rekening breng-
en bij Hem, maar Hem alle eer geven.

‘Hoe kunnen wij nog meer vijand van het kruis van Christus zijn?’

Wanneer wij de resultaten ervan in de volle reikwijdte ontkennen. Veel gelovigen
ontkennen, dat Jezus Christus alle zondaren redt. Maar het evangelie is, dat Christus
Jezus in de wereld kwam om zondaren te redden. En dat doet Hij ook! En als Hij in
staat bleek de ergste (Saulus van Tarsus) te redden, dan redt Hij dus allen. Als wij
het volmaakte werk van het kruis ontkennen en de resultaten beperken, dan doen
wij af van de heerlijkheid ervan. En dus voeren wij oppositie tegen (de volle werking)
van het kruis! Maar: het ís volbracht!

Woord vandaag

‘Als je naar de Heer kijkt, was Hij heel anders dan de gerichtheid die we
gisteren bespraken.’

De drie aspecten: zelfgerichtheid, ziels bezig zijn en lege (vergeefse) ambi-
ties zijn het tegenovergestelde van wat Zijn houding was. Hij was, om te be-
ginnen niet zelfgericht bezig. Als je in Filippenzen 2 leest, dan is het juist
twee keer anders: Hij ledigde Zichzelf en Hij verootmoedigde Zichzelf. Hij
was in de vorm van God, maar juist daarvan ledigde Hij Zich. Voorheen, in
de tijd van de Thora en de Profeten trad Hij zichtbaar op als de God van
Israël. Die vorm legde Hij af.

‘Aardsgezindheid zou juist het tegenovergestelde doen.’

Hij was in alles helemaal op Vader gericht. Hij wilde alleen dat doen wat de
Vader wilde. En dat blijft zo. Dus door heel Zijn loopbaan heen toont Hij de
gezindheid die ons tot voorbeeld wordt gesteld in Filippenzen. We hoeven
niet lang te praten met elkaar over zelfgerichtheid. Dat kleeft ons allemaal
aan als mens. Het gaat juist om die totaal andere grondhouding, waarin je
juist niet jezelf promoot, maar wil doen wat Vader wil, en het dienstwerk
uitvoeren wat Christus Jezus voor je heeft.

‘En die zelfgerichtheid gaat vaak samen met ziels bezig zijn en lege ambitie.’

Veel gelovigen zijn ziels bezig, reageren veel meer vanuit hun gevoelens en
emoties dan naar de houding van Christus Jezus. Die is geestelijk. Velen zijn
juist ziels en kunnen de (diepere) geestelijke dingen niet verstaan. Daarom
staan de brieven van Paulus vol geestelijke waarheden die wij tot ons nemen
en daardoor kunnen groeien naar geestelijke volwassenheid. Dan raak je het
zielse kwijt en kun je geestelijk reageren. Je hebt dan geen ambitie meer om
jouw eigen plannen en ideeën door te voeren, maar je bent gericht op wat
Vader en Zoon willen!

Woord vandaag

‘De farizeeër toonde dus trekjes van de vijanden van het kruis?’

Als we daar weer naar teruggaan, dan komen we in Filippenzen 3 bij wat
Paulus erover schrijft. Paulus is niet verbijsterd, is niet verontwaardigd
over deze gelovigen. Want het is misschien wel verrassend voor ons, maar
de vijanden van het kruis van Christus zijn niet ongelovigen. Het gaat
niet 
om ongelovige mensen die de gelovigen te vuur en te zwaard
bestrijden. 
Die zijn er wel, maar die bedoelt Paulus niet.

‘Maar er zijn toch veel vijanden van Christus?’

Jawel, maar hier gaat het om de vijanden van het kruis van Christus.
Dus 
niet mensen die in ongeloof tegen Christus zijn, maar gelovigen die
we
liswaar wel vrienden van Christus zijn en Hem willen eren. Tegelijker-
tijd 
zijn zij (soms of vaak of altijd) vijanden van Zijn kruis. Dat is natuurlijk
een manier van spreken waarmee symbolisch de schande en verachting en
min
achting bedoeld wordt, die ons kan overkomen in ons dienstbetoon.

‘En het willen hebben van eigen eer, toch?’

Dat ook, en dat hebben we gezien bij de gelijkenis die we overwogen.
Als we kijken wat Paulus erbij zegt, dan wordt al iets meer duidelijk. Hij
schrijft, dat zij (die vijanden) aardsgezind zijn. Is een andere gezindheid
dan die van ootmoedigheid. Want
wat treffen we op aarde vaak aan:
zelfgerichtheid, ziels bezig zijn en lege 
(vergeefse) ambities.

‘Oei, ik heb veel om over na te denken. Morgen verder!’

Doen we!