‘De lijn is duidelijk, het gaat van vlees naar geest.’

De Korintiërs waren doorgaans vleselijk, nog onmondig
in Christus. Daarom kon de apostel daar niet het vaste
voedsel uitdelen. Dat is voor degenen die groei door-
maakten in hun geloof. Hij kwam om hen geheimenis-
sen uit te delen. Hij liep echter tegen de muur van hun
eigen denken aan.

‘Zij hadden zo hun eigen opvattingen.’

Daardoor moest de apostel de boodschap van Jezus
Christus en die gekruisigd
brengen. Hij wilde om die

reden onder hen niets anders brengen. Pas aan het
einde van de eerste Korintebrief spreekt hij verder, en
dan over de opstanding van Christus. Daarmee bracht
hij de elementaire waarheid, die zij eigenlijk niet in de
praktijk brachten.

‘Dat is in feite Romeinen 6.’

De grondbeginselen van het geloofsleven. Overstro-
mende genade, ja. Dat ontvangen is geweldig en daar-
na die boodschap toepassen in de praktijk is het logi-
sche gevolg. We zijn enorm bevoorrecht deze waarhe-
den zo te mogen leren kennen, in de praktijk.
En wanneer dat eenmaal groei geeft in ons leven, kun-
nen we toegroeien naar geestelijke volwassenheid.