Woord vandaag

‘Ah wat was dat weer geweldig he wat Gods woord in Jesaja 25:8 zegt!’

Het is werkelijk een bijzonder woord, dat bij Paulus de volle diepte krijgt. In Jesaja
lijkt het alleen om Israël te gaan, maar bij Paulus wordt duidelijk dat dit woord uit
Jesaja voor allen geldt. Alle mensen zullen uiteindelijk onsterfelijkheid ontvangen.
Wat dat gaat betekenen is nauwelijks voor te stellen. Het zal een ongelooflijke lof-
prijzing aan God inhouden.

‘Maar zal die onsterfelijk gemaakte mensheid ook het evangelie naar Paulus kennen?’

Mogelijk worden zij achteraf onderwezen over die dingen. In elk geval hebben zij bij
de grote witte troon hun Redder leren kennen en zij zullen zich natuurlijk bewust
zijn dat zij levendgemaakt zijn. Dat zij onsterfelijk zijn. Misschien is dan nog een bij-
zondere plaats voor het lichaam van Christus weggelegd, om aan al die mensen het
paulinische evangelie achteraf verder duidelijk te maken. We weten het niet, maar
dat is nog toekomstmuziek. Zo zien we dat er nog dingen open liggen, waar we over
kunnen nadenken, hoe de Vader het in de toekomst gaat doen.

‘Wel goed om daar eens bij stil te staan. Stel je voor dat je dan alsnog je (nu) ongelo-
vige familieleden daarover kan vertellen.’

In elk geval is God Redder van alle mensen. Dat is dan overtuigend gebleken. Mach-
tig, als je beseft dat elk mens eens onsterfelijkheid zal ontvangen. Dan is er nooit
meer een spoortje dood te vinden en kan er dan ook geen sprake meer van zonde zijn.
Het is zó bijzonder, velen die onder de tradities van mensen gebukt gaan, kunnen dit
nu nog  niet zien, wat een genade dat wij dit wel kunnen verstaan. Dan zie je de ander
anders. Je weet dat God in de toekomst de ogen zal openen van hen, die nu blind zijn
voor de waarheid en zich vijandig opstellen.

‘Eigenlijk zou je een soort van mededogen moeten hebben met die mensen.’

In feite wel, ja. Mensen worden vaak aangestuurd door de onzichtbare machten en
krachten, die via die mensen vurige pijlen op je af schieten. Die mensen hebben dan
helemaal niet door dat zij gebruikt worden. Zoals koning Saul letterlijk een speer
naar David gooide. De grote overwinning is behaald, door de Heer via Zijn dood en
opstanding. Hij is de grote overwinnaar, door Zijn God en Vader. Hij werd opgewekt
door de heerlijkheid van de Vader. Het kan niet meer mis gaan, Christus Jezus zal
doorgaan totdat allen bij Vader gebracht zijn, en God zal zijn: alles in allen.

Woord vandaag

‘Het zitten aan Zijn voeten, dat is nu aan de voeten van Hem, die verheerlijkt is.’

Paulus ontmoette Hem als de Verheerlijkte op weg naar Damascus. Overigens
wel bijzonder: Damascus betekent: vergoten bloed. Opvallende symboliek in
zo’n naam. Hij ontmoette Degene, van wie het bloed op Golgotha vergoten werd
en door de dood heen verheerlijkt werd. Van Hem wordt ook gezegd, dat Hij de
enige is die nu onsterfelijkheid heeft (1 Timotheüs 6:16), en dat is nadat Paulus
al eerder opmerkte, dat Hij, de mens Christus Jezus, de enige middelaar tussen
God en mensen is (1 Timotheüs 2:5).

‘Dus Christus Jezus is de enige mens die nu onsterfelijkheid heeft?’

Ja, en omdat Hij die status heeft en omdat Hij uitermate hoog verhoogd is aan
Gods rechter(hand), woont Hij nu in ontoegankelijk licht. Paulus was drie
dagen blind van de ontmoeting met Hem, die hij vervolgde. Hij ontving later
veel van die Verheerlijkte, met name toen hij in Arabië was. Daar heeft Hij
hem het verstand ongetwijfeld voor de Schriften geopend, zoals de Heer dat
ook deed bij Zijn discipelen (Lucas 24:44-46).

‘Maar aan Paulus openbaarde Hij toch ook nog meer, dan aan de twaalf?’

Ja, de geweldige boodschap van zijn evangelie. Paulus noemt het ‘mijn evan-
gelie’ of ‘ons evangelie’, om dat af te kaderen van dat van de twaalf, het evan-
gelie van de besnijdenis. Zijn evangelie is dat van de voorhuid, en betreft
al die geweldige waarheden die wij in zijn brieven tegenkomen. En één van
die geweldige waarheden is, dat de mensheid eens als geheel onsterfelijk
zal zijn. Christus Jezus is nu nog de enige, maar als de laatste Adam is Hij het
hoofd van een nieuwe mensheid!

‘Aha, omdat Hij het hoofd is van de nieuwe mensheid, is dat de garantie dat
heel die mensheid onsterfelijk zal worden?’

Nou en of! En dat is weer evangelie om deze dag te beginnen. Het sterfelijke
zal door het leven verzwolgen worden. Dit sterfelijke moet onsterfelijkheid
aandoen (1 Corinthiërs 15:53,54). Als dat gebeurt, en dat gaat op zeker gebeu-
ren, dan wordt het woord waar dat geschreven staat: de dood is verslonden
tot overwinning! Dat is aangehaald uit de profeet Jesaja (25:8), waar staat:

Hij zal de dood voor altijd verslinden,
Adonai Jahweh zal de tranen van alle gezichten afwissen
en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde,
want Jahweh heeft gesproken.


Woord vandaag

‘Zeg jij citeerde Isaäc da Costa toch op eerste paasdag? Waarom die uitspraak?’

Da Costa zag in zijn dagen veel misstanden binnen de christenheid. Er was een
nieuw geluid nodig, er moest een frisse wind gaan waaien. Men was kennelijk
ook toen teveel bezig met het hier en nu. Het aardse, het ondermaanse, in plaats
van wat boven is, Christus. Vandaar de dichtregel: ‘hier beneden is het niet’. Je
kunt in je korte leven (ook al worden we nu steeds ouder, het blijft kort) je heel
erg bezighouden met van alles en nog wat. Maar draagt je leven echt vrucht?

‘Oftewel: wordt de vrucht van de geest in je leven zichtbaar?’

Dat soort dingen ja, de pinkster- en volle evangeliegemeentes houden zich veel
bezig met ‘de gaven van de geest’, alsof dat het enige is wat Paulus noemt in het
hoofdstuk 12 van 1 Corinthiërs. Hij heeft het daar ook over de Heer en over God!
Niet als een drie-eenheid, want die uitdrukking kom ik nergens tegen in de
Schrift, maar om aan te geven hoe de zaken werken en functioneren. En in
1 Corinthiërs 13 spreekt hij uitvoerig over wat de vrucht van de geest is: liefde.

‘Tsja, men leest daaraan voorbij, valt te vrezen. Men is meer gefocused op de geest.’

Jawel, meer dan op de dingen die er werkelijk toe doen. Overigens had de Heer Jezus
tegen Zijn discipelen gezegd, dat die heilige geest die Hij beloofde, troost zou geven
(de parakleet, de trooster) en: ‘Mij verheerlijken’. Het zou de heilige geest dus gaan
om de verheerlijking van Christus!  En dat gebeurde door de prediking van de apos-
telen en met name door Paulus. Zijn brieven ademen Christus Jezus.

‘En daar was het Da Costa ook om te doen?’

Zeker. Die had ook de eer van de Heer op het oog. Hij wilde bezig zijn met wat boven
is, waar Christus is, en daarom: ‘hier beneden is het niet.’ Dat kan als een negatieve
stelling opgevat worden, maar in werkelijkheid had Da Costa bezwaren tegen de geest
van de eeuw, zoals hij dat noemde. En met die geest waren teveel christenen van zijn
dagen ‘besmet’. Men was heel druk met van alles en nog wat, net als Martha, maar
Maria had het goede deel gekozen!

Dat zei de Heer zelf tenminste in Lucas 10:41,42:

‘Martha, Martha, je bent bezorgd en maakt je druk over veel dingen.
Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen,
dat niet van haar zal worden afgenomen.’

Zij zat aan de voeten van de Heer Jezus en luisterde naar Zijn woord.
Dat had Da Costa destijds heel goed begrepen!

Woord vandaag

Evangelie is onmogelijk zonder de opstanding van Christus.’

Je hebt niets aan het woord van God zonder de opstanding. Dan is er geen
hoop, geen verwachting, geen toekomst.  De levendmaking van Christus
houdt in, dat alle mensen uiteindelijk leven zullen hebben, en dat niet al-
leen, maar meer dan dit leven wat wij nu kennen. Nu sterven wij, wij wan-
delen op aarde in een stervend lichaam. Maar het leven dat allen zullen
ontvangen, zal hetzelfde zijn als de Heer zelf nu heeft.

‘Dat betekent: onverderfelijk leven?’

Dat omvat het. Uiteindelijk geeft de Schrift het woord onsterfelijkheid aan,
als beschrijving van de toestand waarin de mensen dan zullen zijn. Zij zullen
na de opheffing van de tweede dood onsterfelijk worden en zo nooit meer dood
kunnen gaan. dat is nu onvoorstelbaar, omdat wij door de dood steeds weer af-
scheid van families en geliefden moeten nemen. Tranen, rouw, verdriet, pijn
in het hart. Maar wij hebben de verzekering, dat God alle tranen van de ogen
zal afwissen, als aanduiding van het feit, dat Hij de harten van allen zal vervul-
len met nooit meer eindigende vreugde. Wij zullen al onze geliefden terugzien.

‘Wat een geweldige verwachting biedt het evangelie ons toch.’

Het is onvergelijkbaar met wat alle andere filosofiën en religies te bieden hebben.
Dat blijken allemaal uiteindelijk zinloze bezigheden te zijn. Het enige wat de
waarheid van God laat zien, is het evangelie en in de volle diepte zoals Paulus dat
mocht bekendmaken. Die schrijft met de volle zekerheid, dat de grote toekomst
voor Israël, de wereld, en de gemeente die het lichaam van Christus is, zoals be-
schreven in de Schriften, zal gaan doorbreken, op Gods tijd.

‘Het kan nog heel even duren?’

Naar mijn stellige overtuiging niet, als het om de gemeente, het lichaam van
Christus, gaat. Die zullen als eerste onsterfelijk gemaakt worden. Later zullen
alle andere mensen volgen. Geen twijfel mogelijk. Vaak vindt men het eigen-
tijds en modern om te twijfelen. Abraham heeft niet getwijfeld aan Gods belof-
ten door ongeloof. God zal alles vervullen wat Hij beloofd heeft. Hij verwachtte
de stad met fundamenten, hij moet iets gezien hebben van die heerlijkheid, en|
grotere heerlijkheid wacht alle leden van het lichaam van Christus!

Woord vandaag

‘Geweldig he, dat evangelie van de opgestane Heer.’

De discipelen geloofden het eerst niet. Zij konden eerst hun oren (dat wat zij van
de
vrouwen hoorden) niet geloven. Zou het echt waar zijn? Eigenlijk kon het niet.
Ze hadden het wel van de Heer gehoord, maar was niet tot hen doorgedrongen.
Maar de Heer werd door hen gezien in de opperzaal en zelfs Thomas werd overtuigd.
Daarna stond Hij op het strand toen de discipelen niets hadden gevangen.
En Hij zei hun het net aan de andere kant uit te werpen. 153 vissen!

‘Ja, wat betekent dat getal 153 eigenlijk?’

Daar kijken we een andere keer naar. In elk geval zei Johannes tegen Petrus dat
het de Heer was. En dat leidde later tot een indringend gesprek van de Heer met
Petrus. Hij noemt hem drie keer ‘Simon, zoon van Johannes’ en vraagt hem drie
keer of hij van Hem houdt. En dat bevestigt hij drie keer en wordt daarmee in de
bediening als leider van de twaalf hersteld. Merk op, dat Hij niet tegen Simon
zegt dat Hij hem vergeeft. Ook vraagt Petrus geen vergeving.
Het zijn gedenkwaardige momenten, de Heer heeft hem lief en geeft hem zelfs
een herderlijk dienstwerk, wellicht omdat Petrus een ervaring heeft gehad waarin
hij leerde wie hij zelf is en wat de liefde van Christus betekent.

‘Het is de genade van de Heer, die hem zijn krenking niet toerekende.’

Na Golgotha en de opstanding ziet het er anders uit. Krenkingen worden niet aan-
gerekend. God was in Christus de wereld met Zich verzoenend. Die boodschap zou
Paulus gaan brengen, als enige. Die diepte konden de twaalf niet brengen. Het is
een machtig evangelie: de levende Heer zorgt zelf voor voedsel. Er lag al vis op

het vuur. En zo voorziet de Heer in onze dagen altijd weer in het nodige voedsel
van Zijn woord! Zodat het hele lichaam dat ontvangt wat nodig is.