‘We zijn nu toe aan : ‘de liefde doet niet gewichtig’, ook wel iets om over
na te denken.’
De Statenvertaling vertaalt letterlijker: ‘zij is niet opgeblazen’. Dat is wat het
Grieks ook aangeeft. Het werkwoord ‘phusioo’ heeft te maken met ‘opgeblazen
zijn’. Dat wijst op de werking van gist, zuurdesem. Dat doet het deeg rijzen en
lijkt het veel meer dan het in werkelijkheid is. ‘Gebakken lucht’ of iets derge-
lijks. Wij zeggen tegen elkaar, dat het in de wereld ruim voorhanden is: iets
(veel) meer laten lijken dan het in werkelijkheid is.
‘Maar dat komt onder gelovigen, onder christenen ook voor!’
Dat is zo, en dat was onder de Korintiërs ook voorhanden, anders had de
apostel dit niet zo gezegd. Hij schrijft deze gemeente onder andere:
..opdat jullie aan ons zouden leren, niet gezind te zijn boven wat geschreven
is, dat jullie niet opgeblazen worden, de een boven de ene, tegen de ander..
..maar sommigen zijn opgeblazen, alsof ik niet tot jullie niet komen zou..
..maar ik zal snel tot jullie komen, zo de Heer wil, en dan zal ik weten, niet
de woorden van degenen, die opgeblazen zijn, maar de kracht..
..en zijn jullie nog opgeblazen, en hebben jullie eerder niet getreurd, opdat
hij uit het midden van jullie weggedaan worde, die deze daad begaat?…
..de kennis maakt opgeblazen, maar de liefde bouwt op..
1 Corinthiërs 4:6,18,19; 5:2; 8:1
We zien, hoe opgeblazenheid bij deze gemeente, die model staat voor het ge-
heel van het christendom, voorkwam. Er waren er die gegist waren en daar-
door wellicht te pronken liepen met hun kennis. Maar de apostel wilde zich
overtuigen van hun kracht, als hij weer bij de Corinthiërs zou zijn.
‘De apostel was erg duidelijk in deze brief. Het moet de Corinthiërs wel geraakt
hebben, lijkt mij.’
Dat was wel het geval, dat blijkt uit de tweede brief, hoewel er hardnekkigen wa-
ren die steeds maar doorgingen met hun niet aflatende kritiek op de apostel. De
ene keer was dit niet goed, de andere keer was dat niet in orde. Sommigen wil-
den Paulus gewoonweg niet. En dat geldt ook voor het christendom, dat Paulus
heel beslist aan de kant heeft geschoven.
‘Maar Paulus bleef de Corinthiërs wel liefhebben.’
Dat blijkt ook uit zijn tweede brief, niet alleen zijn eerste. Hij werd gedrongen door
de liefde van Christus (2 Corinthiërs 5:14), vanuit de diepe overtuiging, dat Eén
voor allen stierf, en dat daarmee allen stierven, opdat degenen die leven, niet zich-
zelf zouden (uit)leven, maar voor Hem die voor hen stierf en opgewekt werd.
Als de gelovige n
iet (voor) zichzelf leeft, maar voor Hem, dan is er de wandel in de
liefde, dan is er geen opgeblazenheid meer!