‘Fijn dat de Heer echt rekening met ons houdt, met wie wij zijn.’
Wij zijn wel slaven van Hem (Paulus was slaaf van Christus Jezus, Romeinen 1:1),
maar Hij vraagt of eist niet het onmogelijke van ons. Dat Hij naar onze mogelijk-
heden ons wat te doen geeft, is precies dat waarvoor Hij ons wil gebruiken. Hij
zal dat in ons verder uitwerken, Hij is het, die het willen en het werken in ons
uitwerkt, naar Zijn welbehagen.
‘Zo is het. God geeft ons ook de dingen in het hart, wij horen Zijn woord, en dat
bouwt ons van binnen op.’
Ja, en dat willen bewerkt Hij ten diepste in ons en het uitwerken ook. Daar hoeven
wij niet op te wachten, Hij brengt echt wel iets op onze weg. Zoals Hij Paulus en al
zijn medewerkers en de gemeenten met al die leden toen ook leidde.
Zo blijft het evangelie doorgaan en doorwerken in levens van mensen. Wij zien uit
naar de dag dat alles overgaat in het zien. Wij zien Hem nog niet, maar binnenkort
gaan wij Hem ontmoeten in de lucht!
‘Echt bemoedigend. Het is een geweldig fijn uitzicht in je leven, onze verwachting
is de grote vrijkoping na lijden.’
Het is een weg van lijden die wij gaan. Daar is niet aan te ontsnappen. Dat kan diep
gaan, heel diep. En daardoorheen blijft het uitzicht op heerlijkheid, die steeds dich-
terbij komt. Het is een machtige toekomst, heerlijkheid die straks komt als ons li-
chaam wordt vrijgekocht. Dat is het zoonschap, en dan zal het aan de schepping dui-
delijk worden wie wij zijn, aan heel de schepping. In het lijden gaat Hij mee, en Hij
zal het water nooit boven onze lippen doen komen!
‘Goed te weten, dat Hij meegaat in ons lijden en onze verdrukkingen.’
Dat is Zijn belofte; Hij is nabij en dat in het bijzonder als mensen ons belagen.
Wij kunnen werkelijk álles met Hem bespreken en dat doen onder dank, omdat
wij weten dat Hij alle dingen doe samenwerken tot het goede. Dan geeft dat een
diepe vrede en rust in ons hart en ons bestaan. Geweldig, dat Hij dat geeft!