Woord vandaag

‘Geweldig he, die waarheid van het evangelie van Gods liefde.’

Dat is iets, dat zeker is. Het volgende facet, dat Paulus noteerde,
door God geïnspireerd, is: ‘de liefde zoekt zichzelf niet’.  Dat is ook
eentje die binnen komt bij de mens. Zelfzucht is vaak te zien in de
wereld van vandaag. Ongelooflijk veel mensen handelen uit pure
zelfzucht. De liefde is andersom. Gods liefde geeft.

‘Ja mooi, Hij gaf Zijn Zoon aan deze wereld, en ging door, tot en met
de schandelijke dood van het kruis.’

De Heer had kracht om die hele weg te gaan, omdat Hij het woord van
Vader betrouwbaar achtte, dat Hij bij machte was, Hem weer uit de
doden op te wekken. De Zoon keek door de dood heen naar de opstan-
ding en kon daarom, uit liefde voor heel de mensheid, maar bovenal
uit liefde tot Zijn Vader, die hele diepe weg van lijden gaan.

‘Zo, we zitten weer midden in het evangelie.’

Gods liefde ís het evangelie. het is de drijvende kracht achter het evan-
gelie van de waarheid, dat Hij de redder van alle mensen is. God zoekt
u, jou, mij, de mensen en al de hemelingen. Heel de schepping zal trillen
van vreugde over de diepe liefde van God, die dieper reikt dan de diepst
gevallen zondaar. Toonbeeld van liefde, die zichzelf niet zoekt.

‘Tsja, mooi, schitterend. Zo zit het.’

Nogal wat gelovigen zijn zich niet zo bewust van zelfzucht in geestelijk
opzicht. Velen willen niet erkennen, dat God werkelijk de redder van alle
mensen is, men belijdt dat Hij alleen de gelovigen redt en ze zijn daarin
zelfzuchtig. ‘Ik ben gered, want ik geloof.’ En de ander? Ja, jammer, maar
die komt er niet. Heeft het evangelie gehoord, maar gelooft niet. Dus:
voor eeuwig verloren.

He deze vorm van zelfzucht herken je niet zo snel. Maar het klopt wel.’

Het evangelie predikt dan ook geen zelfzucht, of het zichzelf zoeken, maar
de gerichtheid op de ander. Gods liefde strekt zich juist naar de ander uit.
Bij God is immers geen aanzien van persoon. Wil je echt gelijke behande-
ling? Dan moet je bij God zijn! Allen zijn afgeweken, allen zijn zondaren,
allen zijn geliefd want geschapen door Hem, en worden om niet gerecht-
vaardigd in Zijn genade! Heerlijk, die liefde van God, die niet zichzelf zoekt!

Woord vandaag

‘Tsjonge, dat was wel wat gisteren, ik heb er nog lang over nagedacht.’

Jawel, de woorden van de apostel gaan tot in je hart, tot in de kern van
je bestaan. En het volgende punt is, dat de liefde niet ongepast handelt.
Simpel iets is wat we geleerd hebben ‘dank je wel’ te zeggen als we iets
van iemand krijgen. Dat is gepast. Dankbaarheid is ons niet aangeboren,
het is iets dat je leert. Zeker als het gaat om het evangelie van genade.

‘Wat dat betreft, zijn we denk ik regelmatig ongemanierd naar God toe,
we lopen vaak voorbij aan het vele wat wij van Hem ontvangen hebben.’

Het zit in de kleine dingen, iets aan een ander vragen kun je doen op de
manier van: ‘ik wil nu dat jij dit voor mij doet’, maar je kunt ook een
simpel woord ‘alsjeblieft’ eraan toevoegen. Dan komt het heel anders
over. De liefde zal fijngevoelig zijn en de ander op het oog hebben. Dat
gaat natuurlijk in het gezin op. Ouders naar kinderen toe en andersom.

‘Maar ook in gemeentelijk verband, onder gelovigen.’

Ook daarin merk je weleens, dat er ongepast gereageerd en gehandeld
wordt. Als je leest hoe Paulus over deze dingen schrijft, dan merk je, dat
hij schrijft over een stukje respect en ontzag naar de ouderen, en weder-
zijds, onderling. Elkaar genade schenken, elkaar aanzien in Hem. Bij de
Corinthiërs waren er opgeblazen groepjes ontstaan, de ene groep acht-
te zich beter dan de andere. Dat op zich was al ongepast.

‘Waarom?’

Omdat dat nu niet bepaald getuigt van het respecteren van de geestelijke
eenheid van het lichaam van Christus. Het getuigt niet van liefde voor de
waarheid. De zware, onterechte kritiek op Paulus was ook zeer ongepast.
De Corinthiërs zouden dankbaar kunnen zijn, voor de bijzondere genade,
die hun deel was om zo’n geweldig evangelie te mogen kennen en belijden.

‘Ja, dat is waar, als je eraan gewend bent, merk soms niet meer het unieke
van het evangelie zoals Paulus dat bracht.’

Het is een machtig woord, dat God en Christus centraal stelt en de totale
overwinning van Gods liefde predikt over al wat vijandig gezind is. Al wat
nu nog tegenstribbelt en tegenspartelt zal uiteindelijk overspoeld worden
door Gods mateloze liefde in Christus Jezus. Uiteindelijk is daar niets tegen
bestand. Gelukkig maar!

Woord vandaag

‘We zijn nu toe aan : ‘de liefde doet niet gewichtig’, ook wel iets om over
na te denken.’

De Statenvertaling vertaalt letterlijker: ‘zij is niet opgeblazen’. Dat is wat het
Grieks ook aangeeft. Het werkwoord ‘phusioo’ heeft te maken met ‘opgeblazen
zijn’. Dat wijst op de werking van gist, zuurdesem. Dat doet het deeg rijzen en
lijkt het veel meer dan het in werkelijkheid is. ‘Gebakken lucht’ of iets derge-
lijks. Wij zeggen tegen elkaar, dat het in de wereld ruim voorhanden is: iets
(veel) meer laten lijken dan het in werkelijkheid is.

‘Maar dat komt onder gelovigen, onder christenen ook voor!’

Dat is zo, en dat was onder de Korintiërs ook voorhanden, anders had de
apostel dit niet zo gezegd. Hij schrijft deze gemeente onder andere:

..opdat jullie aan ons zouden leren, niet gezind te zijn boven wat geschreven
is, dat jullie niet
opgeblazen worden, de een boven de ene,  tegen de ander..

..maar sommigen zijn opgeblazen, alsof ik niet tot jullie niet komen zou..

..maar ik zal snel tot jullie komen, zo de Heer wil, en dan zal ik weten, niet
de woorden van degenen, die opgeblazen zijn, maar de kracht.
.

..en zijn jullie nog opgeblazen, en hebben jullie eerder niet getreurd, opdat
hij uit het midden van jullie weggedaan worde, die deze daad begaat?…

..de kennis maakt opgeblazen, maar de liefde bouwt op.
.

1 Corinthiërs 4:6,18,19; 5:2; 8:1

We zien, hoe opgeblazenheid bij deze gemeente, die model staat voor het ge-
heel van het christendom, voorkwam. Er waren er die gegist waren en daar-
door wellicht te pronken liepen met hun kennis. Maar de apostel wilde zich
overtuigen van hun kracht, als hij weer bij de Corinthiërs zou zijn.

‘De apostel was erg duidelijk in deze brief. Het moet de Corinthiërs wel geraakt
hebben, lijkt mij.’

Dat was wel het geval, dat blijkt uit de tweede brief, hoewel er hardnekkigen wa-
ren die steeds maar doorgingen met hun niet aflatende kritiek op de apostel. De
ene keer was dit niet goed, de andere keer was dat niet in orde. Sommigen wil-
den Paulus gewoonweg niet. En dat geldt ook voor het christendom, dat Paulus
heel beslist aan de kant heeft geschoven.

‘Maar Paulus bleef de Corinthiërs wel liefhebben.’

Dat blijkt ook uit zijn tweede brief, niet alleen zijn eerste. Hij werd gedrongen door
de liefde van Christus (2 Corinthiërs 5:14), vanuit de diepe overtuiging, dat Eén
voor allen stierf, en dat daarmee allen stierven, opdat degenen die leven, niet zich-
zelf zouden (uit)leven, maar voor Hem die voor hen stierf en opgewekt werd.
Als de gelovige n
iet (voor) zichzelf leeft, maar voor Hem, dan is er de wandel in de
liefde, dan is er geen opgeblazenheid meer!

Woord vandaag

‘In mijn vertaling staat nu: ‘de liefde praalt niet’.’

Tsja, dat is nogal wat he. Pralen heeft te maken met opscheppen, snoeven,
pochen, bluffen. De liefde doet dat niet. De liefde gaat uit van echtheid, zon-
der een masker van zich beter voordoen. Bij pralen komt een stukje arro-
gantie om de hoek kijken. Zo iemand heeft last van superioriteitsgevoel.
De liefde van God is blij met de waarheid, daarom zal die niet leiden tot een
genoemd soort gevoel, maar het tegenovergestelde.

‘Wacht even, bedoel je nu de houding van Christus Jezus in Filippenzen 2?’

Dat is waar Paulus op wijst ja. Daar gaat het om: elkaar superieur aan
zichzelf achten. En net daarvoor zei hij:….’doordat jullie….dezelfde lief-
de hebben…’  Daar zou het om gaan bij gelovigen. Soms tref je bij kerken en
geloofsgroepen helaas wel zo’n superioriteitsgevoel, zo van: ‘wij hebben de
waarheid en daarom vinden wij onszelf beter dan de rest’. Dat zal nooit hard-
op gezegd worden, maar je proeft het soms wel.

‘En dat kan niet als je liefde van God in je hart hebt?’

Die liefde zal, in een proces wellicht, dit soort superioriteitsgevoelens uit-
bannen. We beseffen, dat al wat wij hebben, van Hem ontvangen is. Dat
besef zou ons ootmoedig maken. De liefde beseft, dat het niet om eigenbe-
lang gaat, maar om Zijn belang en dat van de ander, die God in je leven
geeft. Die je tegenkomt op je levensweg. De liefde van God geeft dat wat
voor de ander echt opbouwt naar God!

Woord vandaag

‘Zeg, dat 1 Corinthiërs 13:4 gaat wel diep zeg. Ik heb alvast zitten lezen,
maar de volgende is: ‘de liefde is niet afgunstig’. ‘

Ja, nu komen we aan iets, dat vaak voorkomt, ook in christelijke kring:
afgunst, jaloezie, streven. Het komt van een woord, dat letterlijk: koken
of zieden betekent. In Numeri 5 en 6 lezen wij over de wet of onderwijzing
aangaande de jaloersheid. Is in hoge mate typologie, maar moest onder
Israël wel toegepast worden, letterlijk. In de hoogste, geestelijke toepas-
sing gaat het om Jahweh met Zijn volk Israël.

‘Ok, en onder de mensen komt dit natuurlijk heel vaak voor, jaloersheid.’

Het is iets, dat niet in overeenstemming met de liefde is. Zieden of koken
(inwendig) van jaloezie, wie kent die emotie niet? Je wilt zo graag iets ook
hebben wat een ander heeft: auto, huis, et cetera. Daar kun je knap jaloers
op zijn. De liefde echter, is dat niet. Liefde van God geeft. En: je kunt tevre-
den zijn met wat je hebt, dat is vaak veel meer dan je beseft. En wat je hebt,
heb je in feite alles van God ontvangen.

‘In dat licht gezien, is het eigenlijk raar, dat je als gelovige jaloers of afgunstig
kunt zijn. Dan ga je streven om dat ook te hebben.’

En dan gaat het mis. Je kunt jaloers zijn op iemands positie en maar al te graag
zelf in die leidinggevende functie willen zitten, zodat jouw haan koning kraait.
En wat heb je dan bereikt? Stuk gegane relaties? Scherven? Was dat het dan alle-
maal waard? Vandaar dat Gods liefde hét tegenmiddel is tegen jaloezie. Vanuit
die liefde gun je iemand het geluk, gun je iemand wat ie heeft. Het houdt je niet
langer gevangen, je raakt ervan los, misschien na ernstig gebed.

‘Het licht van God valt zo wel op ons hart he.’

Gods woord werkt diep snijdend in ons, en het scheidt vaneen ziel en geest, ge-
voelens en gedachten van het hart. Dit hoofstuk van 1 Corinthiërs werkt diep
hoor. Als dat gaat functioneren in ons eigen en in het gemeentelijk leven. Oooh
wat zou het er dan anders uitzien in kerkelijk en evangelisch Nederland! Gelijk
geen vleselijke verdeeldheid meer, maar ieder schikt zich in wat God geeft. En
de praktijk….ach….God heeft wel veel geduld met ons, laat dit groeien in je hart!