Woord vandaag

‘Het is wel lastig je een beeld te vormen van wat straks gebeuren gaat.’

Ja, maar dat houdt ons niet tegen om er over na te denken aan de hand
van wat God wel openbaarde door Paulus. In zijn brieven reikt hij meer
aan dan wij misschien nu beseffen. Wat wij nu leren daaruit heeft een
doorgaande uitwerking straks. Wij gaan die boodschap daar uitdragen!
Het is zo, dat God vrede heeft gemaakt in het bloed van zijn kruis.
Dat verkondigen wij straks aan hen. Van daaruit zullen zij gaan beseffen
wat dat inhoudt en hun vijandschap wordt veranderd in vriendschap,
verzoening.

‘Dus als zij ons vijandig bejegenen daar, beantwoorden wij dat met liefde?’

Zeker, want dat is de vrucht van de geest, en reken maar dat wij die vrucht
daar zullen dragen, omdat wij niet langer door ons vlees belemmerd worden.
Als zij ons daar krenken, zullen wij hen als antwoord genade schenken, net
zoals wij dat nu onze broeders en zusters doen. Er is wel een groot verschil
met nu: doordat wij een heerlijkheidslichaam hebben, zal dat voor ons geen
zware last meer zijn, maar zullen wij alles kunnen verdragen!

‘Dat zal wel indruk maken, denk ik. Voor hen was het bij gelegenheid oorlog
voeren in de hemelen, maar nu worden zij anders ‘bestreden’ dan voorheen?

Niet met ‘wapens’ van de andere (goede) hemelingen, maar wij als leden van
het lichaam van Christus, komen met  andere ‘wapens’: liefde, vrede, genade.
Daar zullen zij niet tegenop kunnen en hun vijandelijkheden gaandeweg be-
ëindigen. Zó zullen wij hen tot vrienden maken, zij die eerst vijanden waren.

‘Dit is bijna niet te vatten. En toch klinkt het logisch. Wij moeten dan wel be-
schikken over grotere geestelijke krachten dan nu.’

Dat is ook zo, daarom worden we door de apostel gewezen op dat verheerlijkte
lichaam, waarmee wij veel meer geesteskracht tot onze beschikking hebben.
En als al die vijandige geestelijke machten onderschikkend aan Christus zijn,
zal dat ook zo zijn bij de bevriende geestelijke machten, die God altijd al gediend
hebben.

Woord vandaag

‘Die werken die Hij tevoren bereid heeft opdat wij daarin wandelen,
is dat de bediening die wij straks in de hemelen vervullen?’

Het is nu al datgene wat God ons te doen geeft. Dat is voor ieder iets
anders. Maar de uitspraak van Efeziërs 2:10 geldt ook -en met name-
voor straks als wij in onze bediening zijn, boven.
Gods vrede bekendmaken aan die hemelse machten en krachten zal
wellicht anders gaan dan wij nu aan anderen doen. Het gaat er vooral
om, dat wij goed weten wat precies het evangelie is wat wij gaan brengen
daar. Wij zitten nu in de voorbereidingstijd.

‘Wat zegt Paulus er nog meer in zijn brieven over?’

In Efeziërs 3:10 wijst hij erop, dat de gemeente die het lichaam van Christus
is de veelvuldige wijsheid van God bekendmaakt. Dat is nu al, want hij zegt:
…dat nu…. (nu is hier: van nu af aan), dus vanaf het moment dat de gemeente
ging ontstaan, maakt God Zijn wijsheid bekend aan de hemelingen.

‘Er staat ook bij over welke hemelingen dat gaat?’

Het gaat hier om ‘soevereiniteiten en gevolmachtigden’, dat zijn de hoogsten
in rangorde. Zij staan aan de top. Als je het mij vraagt, zullen een aantal leden
van het lichaam van Christus de speciale opdracht ontvangen om aan hen dat
straks verder te verduidelijken. Waar de kennis omtrent die wijsheid van God
ontbreekt, zal dat verder aan hen verteld moeten worden. Dat kunnen zij alleen
door het lichaam van Christus te weten komen, niet door andere hemelingen,
en evenmin door Israël. Deze opdracht kan alleen door de gemeente vervuld
worden.

‘Maar waar halen die leden dan die wijsheid vandaan? Rechtstreeks van God?’

Dat halen zij uit de brieven van Paulus!
In die brieven staat wat wij en zij weten moeten. Hém, Christus Jezus, te kennen,
en de kracht van zijn opstanding, dáár gaat het om. Al die schatten aan wijsheid
en kennis van God zijn in Hém te vinden (Kolossenzen 2:2,3).
Zij worden uitgestald in met name de latere brieven van de apostel, maar je hebt
de vroegere nodig om tot volle erkenning van die wijsheid te kunnen komen.

‘Maar er wordt bij gelovigen maar weinig over gehoord! Hoe kunnen zij dat  weten?’

Paulus was er verdrietig over, velen wandelen (leven dus) als vijanden van het
kruis van Christus, zij zijn aardsgezind.
Zij zijn niet bedacht op wat boven is,
niet geïnteresseerd in het Woord in het algemeen en de brieven van Paulus zeker
niet. Er zal wellicht na de bema (erepodium) nog het een en ander te leren zijn
aan kennis en wijsheid voor de leden van het lichaam van Christus.
Er zullen misschien leden speciaal toegerust moeten worden om aan die hoogste
hemelingen de wijsheid van God bekend te kunnen maken!

Woord vandaag

‘Wat gaan wij nog meer doen straks? Tentoonspreiden, wij zullen
die grandioze genade en mildheid van Hem tonen?’

Soms lijken de dingen moeilijker dan ze in werkelijkheid zijn.
We hebben toch ieder persoonlijk wat te vertellen? Wat heeft God in
Zijn genade in ons leven gedaan? Hoe heeft die genade zich in ons
leven uitgewerkt? Wat heeft had het te betekenen voor je denken, je
innerlijke leven en je leven van elke dag?

‘Zijn dat de dingen die wij aan de hemelingen gaan vertellen?’

Het lijkt mij, dat elke gelovige uit eigen ervaringen met God kan
spreken, wat het evangelie van de overstromende genade en de ver-
zoening heeft uitgewerkt in het leven, tot eer van Hem. Ook al zeg
je nu misschien dat je het moeilijk vindt om deze dingen onder
woorden te brengen, dán zullen alle belemmeringen weggevallen
zijn en zullen we dat wél kunnen!

‘Zo heb ik er eigenlijk nog nooit over nagedacht. Maar waarom zullen
we het dán wel kunnen terwijl we er nu moeite mee hebben?’

We zijn dan levendgemaakt. We zullen dan zó doordrenkt zijn met
de geest van God, dat elke vleselijke belemmering weggeschoven is.
Wij zullen dan voluit ervaren wat de apostel zegt in Galaten 5:16 :
 
Maar ik zeg: wandel door de geest en je zult zeker de begeerte van het
vlees niet volbrengen.

 Dit is voor de volle 100% mogelijk in het hemelse heerlijkheidslichaam
dat wij uit God ontvangen, een gebouw, een huis, niet met handen gemaakt,
maar eonisch, in de hemelen (2 Corintiërs 5:1).

‘Aha, dat wordt mij nu meer helder. Dat veranderde lichaam vormt geen
hindernis meer, zoals dat nu wel -helaas- vaak het geval is?’

Daarom worden wij veranderd bij de laatste bazuin(stoot) en ons lichaam
aangepast, verheerlijkt. Het is een heel bijzonder iets wat ons te wachten
staat! Daarom zullen wij volle vrijmoedigheid hebben om te spreken en dat
te doen waarvoor Hij ons inzet, de werken die Hij tevoren bereid heeft, opdat
wij daarin wandelen, nu al en straks voluit!

 


Woord vandaag

‘Het is wel indrukwekkend dat wij zo’n hoge positie hebben
te midden van de hemelingen. Hoe is het mogelijk!’

Dat kan alleen en uitsluitend Gods genade zijn. Al vóór de eonen
was ons dat in Christus Jezus geschonken. Het lag al helemaal
uit God vast in Hem. Het lichaam van Christus heeft een unieke
positie met Christus Jezus als hoofd. Hij leidt en bestuurt dat
lichaam. Wij zijn primair bedoeld om de hemelingen tot erkenning
te brengen van de verzoening, volgens Kolossenzen 1:15-20.

‘Wij zijn daar de vredestichters?’

Wij zullen Gods vrede in het bloed van Christus prediken, bekend-
maken aan de hemelingen, opdat zij die vrede accepteren en hun
knieën gaan buigen voor Christus Jezus. Dit is waar Gods plan op
uitloopt, en wij zijn ambassadeurs (nu al) die dat gaan zeggen en
laten zien, tentoonspreiden!

‘Hier hoor je maar zo weinig over. Men is gericht op het aardse?’

Dat is helemaal waar. De Heer noemde Petrus zelfs satan (tegen-
stander), omdat hij bedacht was op de menselijke dingen en niet
die van God (Mattheüs 16). Dat is ook het programma van de tegen-
der: de mens moet het hier op aarde goed en comfortabel hebben
en genieten, zonder God. Dat is wat we om ons heen zien. Ook veel
gelovigen krijgen een tik van die molenwiek mee.

‘Goed, om dat te constateren. Duidelijk. Ik ben wel benieuwd naar
meer wat wij boven gaan doen straks.’

Daarover morgen meer! Het sterkt je verlangen naar bij Hem te zijn
en Hem te ontmoeten in de lucht. En: Hij kijkt naar dat moment uit!

Woord vandaag

‘Heel boeiend wat in Efeziërs 1 staat over de positie van de gemeente.
Het is nauwelijks voor te stellen dat wij zo’n status hebben!’

Het is geweldig, Hij is gegeven als hoofd boven alles aan de uitgeroepen
gemeente, die zijn lichaam is. Met andere woorden: boven alles, boven
al die geestelijke en menselijke machten en krachten is Hij als hoofd
verbonden met het lichaam van Christus.

‘Maar, als je dat goed tot je laat doordringen, dan betekent dit toch dat wij
een positie hebben boven al de andere schepselen, in verbinding met
Christus Jezus?’

Absoluut. Laat daar geen twijfel over bestaan. Onze plaats is met Hem, daar,
boven en te midden van de hemelingen. Dat zegt heel veel. Hoger dan zo’n
plaats kun je niet hebben! Enorme rijkdom aan genade is ons geschonken!
Paulus gebruikt in Filippenzen in verband met ons dienstbetoon daar het
woord ‘domein’; iemand gebruikte daar eens het woord ‘hoofdkwartier’ voor.
‘Het blijft heel apart om er zo tegenaan te kijken. Het is een plaats die in Gods
universum centraal is?’

Van daaruit bestrijken wij als lichaam van Christus een enorm groot gebied.
Het woord ‘domein’ wijst daarop; en wij zullen Hem ‘assisteren’ bij dat grote
werk om al die schepselen in onderschikking aan Hem te leiden.
Bovendien wordt het hemelse karakter extra nadruk gegeven doordat Paulus
schrijft, dat ons domein toebehoort aan de hemelen. Dat wil zeggen: het is
karakteristiek van én in de hemelen.