Woord vandaag

“Heer, Uw profeten doden zij, 
Uw altaren ondergraven zij, en
ík resteer alleen, en zij zoeken 
mijn ziel.”

Romeinen 11:3

In de tijd van koning Achab, die
onder invloed stond van Izebel
die de 400 Baäl priesters ‘liet
eten van haar tafel’, werd het
leven van Gods profeten zwaar
gehinderd. Ze werden gedood
om wat zij zeiden. Hun woorden
waren onprettig in de oren van
afgodendienaars. Ook Elia werd
vervolgd; hij vluchtte. Depressief
geworden uitte hij zich zo, alsof
hij de enige niet-afgodendienaar
was. Hij keek naar zijn situatie en
vergat iets. Hij riep Jahweh aan
en kreeg antwoord.

Woord vandaag

God stoot Zijn volk niet van
zich af, dat Hij tevoren kende 
Of weten jullie niet wat de 
Schrift in Elia zegt, als hij bij 
God pleit tegen Israël?
           Romeinen 11:2

Nu stelt Paulus het nog eens
vast. God stoot Zijn volk niet
van Zich af. Hij kende het en
dat al lang voor het ontstond
in Egypte. Hij koos het volk
uit door Zijn liefde. Zijn lezers
waren ook Joodse mensen.
Daarom verwijst hij opnieuw
naar Tenach om zijn betoog
te ondersteunen. Het in Elia
verwijst naar de geschiedenis
van Elia
in Koningen.
Elia (mijn God is Jah) beklaagt
zich, zelfs toen God priesters
van Baäl te kijk had gezet.
Hij was ontmoedigd en kreeg
een geweldige verzekering.

Woord vandaag

Ik zeg dan: God stoot Zijn volk 
toch niet van zich af? Moge het
niet gebeuren! 
Want ook ík ben Israëliet, uit 
het zaad van Abraham, van de 
stam van Benjamin
             
Romeinen 11:1

Paulus stelt dit vast. Eerste stap
om de kwestie van het ongeloof
van Israël in het juiste licht te
zetten. Zelf is hij vol van geloof
in de grote God en Vader. Dus is
hij deel van een gelovige rest.
De koninkrijksgemeente was er
nog, met heel wat geroepenen
uit Israël. Daarvan vielen nogal
terug. Paulus was zelf uit Israël,
nota bene uit de stam Benjamin
die altijd met de ‘koningsstam’
Juda verbonden was. Hij kon
zelfs zeggen van aartsvader
Abraham af te stammen. In
wezen verwees hij naar de
belofte die God Abraham in
genade gegeven had. Paulus
was zelf het bewijs dat God
Zijn volk niet van Zich af had
gestoten.  

Woord vandaag

Ik zeg dan: God stoot Zijn volk 
toch niet van zich af? Moge het
niet gebeuren! 
Want ook ík ben Israëliet, uit 
het zaad van Abraham, van de 
stam van Benjamin
             
Romeinen 11:1

Wanneer we slechts kijken naar
omstandigheden en God buiten
beschouwing laten, komen we
er niet uit. Zal God Zijn volk van
Zich af stoten?
Nee! Dat zal niet gebeuren! Het
is Zijn oogappel (Zacharjah 2:8).
Paulus vertrouwt de levende
God; Die zal niet verlaten wat
Zijn hand begon. Het kán niet
zo zijn, dat Israël weerspannig
zal blijven.
Het gaat om: Wie, Hoe ís God?
Hij heeft Zijn volk niet verlaten.
Hij blijft ze liefhebben, ondanks
Zijn werk zoals je dat in 9:14-22
leest, Hij vormt dat volk tot een
instrument dat Hij met veel
geduld draagt
.
Zo is het vandaag; het is nog
(stuurse) Jakob, niet Israël. Het
plan van God gaat door, het is
nog niet af.  

Woord vandaag

Ik zeg dan: God stoot Zijn volk 
toch niet van zich af? Moge het
niet gebeuren! 
Want ook ík ben Israëliet, uit 
het zaad van Abraham, van de 
stam van Benjamin
             
Romeinen 11:1

Wanneer we terugkijken in de
passages Romeinen 9 en 10,
zien we Paulus die worstelt met
de verharding bij Israël. Met de
geestelijke ogen ziet hij het volk
met pijn in het hart. Hij bidt wel
dagelijks voor ze. Op Israël drukt
de signalering: ongeloof steeds
zwaarder. Ja, Gods woord is niet
uitgevallen; Hij is barmhartig, in
Romeinen 9:6-8,16 vastgesteld.
Dat maakt het voor Israël des te
klemmender. Wanneer we het
hierbij laten, lijkt alsof God geen
oplossing uit dit dilemma heeft.
Romeinen 11 geeft antwoord;
zonder dat hoofdstuk ontbreken
de bevredigende overwegingen.
God stoot Zijn volk niet van Zich
af. Alleen al om de beloften die
in Tenach vermeld staan.